Foto van een Noord Amerikaanse legerpriester leest de mis op een slagveld in Vietnam. Foto van Keystone in het Penguin boek "Vietnam! Vietnam!" geschreven door Felix Greene, 1966 |
De Vietnamoorlog legt ongenadig een politiek morele crisis in het Westen bloot. Tot hoever kun je als land en volk gaan om je politieke en morele gelijk te halen in een oorlog tegen het communisme? Is elke oorlog in welke vorm dan ook tegen het communisme gerechtvaardigd? Meer nog, gaat het wel om communisme? Wat blijft in zo een oorlog over van onze veelgeprezen medemenselijkheid en rechtvaardigheid?
Voor de vorige generatie is het een uitgemaakte zaak dat de Amerikanen en Europa aan de goede kant staan. Dat was zo in de Tweede Wereldoorlog, dat was in de Koreaanse oorlog zo en dus nu ook in Vietnam. Toen was het tegen het nazisme, nu is het tegen het wereldwijde communisme. De jongere generatie daarentegen weet dat niet meer zo zeker. Die ziet ellende, leed en moorddadigheid die niet zo gemakkelijk te rechtvaardigen is. Die vraagt zich af of communisme zo een slechte zaak is en trouwens gaat het wel om communisme? De Vietnamoorlog is van de oude generatie en de oude politiek.
Wij jongeren zien voornamelijk een oppermachtig Noord Amerika als de reus Goliath die het opneemt tegen het kleine maar dappere Noord Vietnam. Maar Noord Vietnam laat zich net zo min als David klein krijgen en vecht terug. Het kijkt zijn vijanden onbevreesd in de ogen. Noord Vietnam maakt zich tot held van al die landen die net als Noord Vietnam oorlog voeren of hebben gevoerd tegen een koloniale overheerser. De Vietnamoorlog wordt een symbool van dekolonisering in plaats van strijd om democratie en vrijheid.
Vanaf het links revolutionaire eiland Cuba met de onoverwinnelijke helden Fidel Castro en zijn strijdmakker Che Guevara wordt opgeroepen niet een maar twee, drie Vietnams te scheppen om de macht van Noord Amerika te breken. Cuba zelf geeft het voorbeeld door soldaten en militair materieel te sturen naar de bevrijdingslegers in de Portugese koloniën Angola en Mozambique. Che Guevara geeft zijn baan op als minister en trekt in het diepste geheim naar Bolivia om daar een met een groepje revolutionairen een nieuwe revolutie naar het voorbeeld van de Cubaanse revolutie te beginnen.
De morele crisis van de Vietnamoorlog raakt aan de wortels van mijn katholieke geloof, een geloof dat nog niet zo heel lang geleden net zo vanzelfsprekend voor me was als de lucht die ik inademde. Twijfels over de geloofswaarheden ondermijnden die vanzelfsprekendheid. Roomse Blijheid veranderde in Rooms Ongemak over vrijheid, eigen verantwoordelijkheid, seksualiteit en daar komt nu ook de Vietnamoorlog bij. Ik snap de bedoelingen van de Roomse God en Zijn Zoon, gestorven aan het kruis voor de zonden van alle mensen, niet meer.
De veenbrand van mijn geloofscrisis wordt door de Vietnamoorlog een uitslaande brand. Ik zoek naar een God met een menselijke maat, een Lieve Heer die het beste met ons voor heeft maar kan Hem niet meer vinden. Niet alleen de Vader en zijn Zoon zwijgen maar ook de Roomse Kerk. Toch ga ik nog altijd met mijn Verloofde des zondags naar de heilige mis. Tot op een zondag ik weer niks hoor over de oorlog tijdens de preek. Ik besluit dat het genoeg is geweest. Samen met mijn Verloofde loop ik onder de preek de kerk uit naar buiten. Ik snuif de frisse herfstlucht in. Een nieuwe tijd is begonnen.
(verschijnt elke vrijdag)
Che zou zijn revolutionaire avonturen niet lang overleven. Jij wel jouw stap uit de kerk.
BeantwoordenVerwijderen