De Raad van State bestaat uit wetsdienaren of eerbiediger gezegd wetsgeleerden. Monica Keijzer is de dienaar van het volk langs de weg van het parlement. In een democratie is het parlement het hoogst beslissende orgaan. De Raad van State is slechts adviseur, weliswaar adviseur van hoge kwaliteit maar altijd slechts adviseur.
Het mandaat van de kiezer en daarmee van het volk ligt bij het parlement en daar zou de Raad van State in zijn adviezen ook rekening mee moeten houden.
Mona Keijzer laat zich als volksvertegenwoordiger en lid van de regering leiden door haar antenne voor de samenleving en die zegt dat het tegen het rechtsgevoel van Nederlanders in gaat dat een statushouder (een voormalige vluchteling) op grond van een “ongunstige positie” voorrang dient te krijgen bij het verkrijgen van een sociale huurwoning boven “reguliere” woningzoekenden op de wachtlijst.
Maar hoe definieert de Raad van State dan de positie van een woningzoekende die al tien jaar wacht op een woning? Als gunstig of in ieder geval minder ongunstig dan die van een statushouder?
Het zal duidelijk zijn dat de Raad van State op dit punt een antenne mist voor het rechtvaardigheidsgevoel onder Nederlandse woningzoekenden. Mona Keijzer heeft een betere antenne voor dat rechtvaardigheidsgevoel dan de Raad van State.
Het gaat hier dus om een fundamenteel rechtvaardigheidsgevoel en niet zoals een technocraat in de krant beweert om een beleid dat die voorrang voor de statushouder slechts tot de verlenging van de wachttijd van 0,3% leidt bij de reguliere woningzoekenden. Dat mag zo zijn maar dan nog wordt het rechtvaardigheidsgevoel aangetast.
Met datzelfde argument kan het terugbrengen van de uitstoot van CO2 tot nul in Nederland afgedaan worden als onbelangrijk want de bijdrage van héél Nederland aan de CO2 wereldwijd is 0,4%. Maar het gaat natuurlijk om het beginsel dat alle landen dezelfde inspanning doen.
Het zou trouwens goed zijn als wetsdienaren niet alleen lid worden van de Raad van State vanwege hun westkennis en ervaring maar ook over een goede antenne beschikken voor wat er leeft in de samenleving.
Zo een antenne heeft niet iedere hogere opgeleiden zo leert de ervaring. Integendeel, velen kennen de letters van de wet maar missen een antenne voor mens en samenleving.
Tweede Kamerleden worden voor dat missen van die antenne bij verkiezingen afgestraft. Leden van de Raad van State zijn daarentegen voor het leven benoemd. Zij kunnen ongestraft die antenne missen. Daarom past het de leden van de Raad van State om terughoudend en bescheiden te zijn in hun adviezen.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten