donderdag 18 december 2014

BELGISCHE RAZERNIJ


Laurette Onkelinx, fractieleider van de socialistische partij (PS) in het Belgische Federale Parlement, met het hoofd van Bart de Wever, Burgemeester van Antwerpen en politiek leider van de Vlaamse onafhankelijkheidspartij N-VA. bart de Wever wordt wel beschouwd als de kwade genius achter de centrum rechtse regering Michel.(Digitale bewerking van Sandro Botticelli's schilderij 'Judith met het hoofd van Holofernes'

In tegenstelling tot Nederland is België een land van officieel drie naties: Vlamingen en Walen met in de grensstreek aan Duitsland een kleine Duitstalige minderheid. De Franstaligen zijn in de minderheid maar een grote minderheid. In de praktijk bestaat België dus uit twee talen en dus ook twee culturen en soms zelfs uit twee stammen. In tegenstelling tot wat men in het algemeen zou kunnen verwachten, zijn de Nederlandstalige en Franstalige naties na de Tweede Wereldoorlog niet dichter tot elkaar gekomen maar juist verder uit elkaar gegroeid.

De taalgrens is bijna een echte grens tussen de twee landsdelen. Geen enkele politieke partij is nog taalgrens-overschrijdend ondanks dat veel partijen hun ideologisch tegenvoeter hebben aan de andere kant van de taalgrens: socialisten, christen-democraten, liberalen en groenen. Hetzelfde geldt voor de kranten, de radio en de TV. Er zijn geen taalgrens overschrijdende Belgische media. Er zijn Vlaamse, Waalse en zelfs Duitstalige media, elk met hun eigen publiek, inhoud en opvattingen. Het gevolg is dat de doorsnee Vlaming evenveel weet over Wallonië als de doorsnee Nederlander over Frankrijk en misschien zelfs nog minder. Vooral de TV is lokaal georiënteerd. Het 7 uur journaal van de publike omroep VRT en de commerciële omroep VTM begint bijna altijd met lokaal nieuws: een brand, een overstroming, een overval, een ernstig auto ongeluk of ander provinciaal ongerief. Als we dat gehad hebben volgt het wereldnieuws.

Over Wallonië zie je eigenlijk nooit wat behalve als de spanningen tussen de beide gemeenschappen hoog oplopen. Dan wisselt men onderling eventjes journalisten uit en probeert men het informatiegat snel te dichten. Vlamingen en Walen zijn in de praktijk vreemden voor elkaar hoe hard een tweetalige elite ook beweert dat we allemaal Belgen zijn. Hoeveel Belgen elkaars taal spreken weet ik niet maar het heeft in elk geval geen enkele invloed op de politiek en het bestuur van het land. Integendeel, elke taalgroep wil bediend worden in zijn eigen taal, dat geldt voor zowel de Franstaligen als de Nederlandstaligen. Op dit punt is zelden een compromis mogelijk.


Er is ook een politieke scheiding van geesten tussen de twee taalgroepen. De Walen zijn cultureel georiënteerd op Frankrijk met een al decennia lange socialistische meerderheid en een economie die zich maar moeizaam ontwikkelt. Ooit was Wallonië met zijn kolen en staal industrie een van de rijkste regio's van Europa maar dat is voorgoed voorbij. Niettemin zit het Franstalige socialisme geestelijk nog steeds vast in het grootschalige industrie socialisme met de daarbij behorende werkvloer solidariteit. In de praktijk is dat echter alleen nog maar van toepassing op de werknemers van grote overheidsbedrijven als spoor en post, die in feite een soort ambtelijke status hebben, en uiteraard de ambtenaren zelf. Wallonië heeft een ambtenaren socialisme met als gevolg dat de privatisering van spoor en post moeizaam verloopt. Men vreest immers het verlies van extra voorzieningen die geen privileges mogen heten.


Vlaanderen was het land van de arme boerkes opgesloten in hun van oorsprong Nederlandse dorps of stadsdialect. Na de Tweede Wereld oorlog wist Vlaanderen zich economisch te ontwikkelen dank zij de Antwerpse haven, de groeimotor van Vlaanderen en investeringen van grote Europese en Noord Amerikaanse automerken. Sinds de jaren negentig wordt de grootschalige autoindustrie met zijn duizenden werknemers langzaam maar zeker afgebouwd. Een van de grootste autofabrieken met duizenden werknemers -Ford Genk- gaat deze dagen definitief dicht. Daarmee verdwijnt een van de laatste grote autobouwers uit Vlaanderen. Daarmee verdwijnt ook uit Vlaanderen de arbeiderscultuur van de grootschalige industrie. Daardoor blijven in Vlaanderen, net als in Wallonië, ook alleen de semi-ambtenaren van spoor en post en de overheidsambtenaren over met hun de vaste baan, hun voorspelbare loonontwikkeling en andere extra voorzieningen.


Maar in Vlaanderen hebben de socialisten het nooit zo voor het zeggen gehad als in Wallonië. Vlaanderen was en is nog steeds het land van de christen democraten met daarnaast een groeiende groep kiezers die een onafhankelijk Vlaanderen willen. Veel Vlamingen ervaren het Franstalige Wallonië als een politiek, economisch en cultureel blok aan het been van Vlaanderen. Dat daarbij op de achtergrond het verleden van de Franstalige dominantie een rol speelt, maakt dat de meningsverschillen tussen de landsdelen soms oplopen tot die van een stammenoorlog. In de praktijk valt dat gelukkig altijd weer mee omdat Vlamingen en Walen het principe huldigen van leven en laten leven.


De komst van de Federale centrum rechtse regering Michel heeft de politieke ideologische en culturele tegenstellingen tussen de landsdelen nog verder aangescherpt. Voor het eerst sinds 40 jaar staan de socialisten politiek helemaal buitenspel. Dat is heel moeilijk te verteren, vooral voor de Waalse socialistische meerderheidspartij. De reacties van de socialistische fractie voorzitter Laurette Onkelinx in het federale parlement zijn er dan ook naar. Bij de start van de nieuwe regering ging ze als een furie tekeer in het parlement. De machtswisseling betekent immers ook dat de socialisten minder te vertellen zullen hebben in de zo door hen geliefde overheidsbedrijven. Dat en het feit dat de Waalse liberale minderheidspartij van Premier Michel gemene zaak heeft gemaakt met de in Wallonië breed gehate Vlaamse onafhankelijkheidspartij N-VA, verklaart de ongewone felheid waarmee vooral vanuit de hele Waalse hoek bijzonder scherp oppositie wordt gevoerd.


Maar ook de machtige vakbonden, de socialistische en christelijke vakbonden hebben elk meer dan een miljoen leden, voeren keihard oppositie. Tot nu toe dachten zij te kunnen ontsnappen aan de hervormingen van de arbeidsmarkt en de sociale voorzieningen die in de meeste landen van Europa al zijn doorgevoerd of bezig zijn te worden ingevoerd als gevolg van de globalisering van de productie, de nieuwe bedrijfsstructuren en culturen als gevolg van de digitalisering van de samenleving, de vergrijzing en de verlenging van de levensverwachting, de oplopende kosten van pensioenen en sociale verzekeringen en niet in de laatste plaats de werkloosheid als gevolg van de economische crisis. België heeft dringend productieve investeringen nodig ter bestrijding van de werkloosheid en de handhaving van de sociale voorzieningen.


De vakbonden zetten zich echter met alle mogelijke middelen schrap tegen die hervormingen onder het motto gelijke monniken, gelijke kappen. De achterban lijkt door de scherpe uitlatingen van de vakbondsleiding zodanig opgejut dat sommigen zich tijdens demonstraties en stakingen niet meer kunnen beheersen. Op TV verschenen schokkende beelden van straatgeweld tijdens een vakbondsdemonstratie in Brussel en onlangs tijdens de algemene staking ging een vakbondsvrouw zo uit haar dak dat ze in een kledingwinkel die niet wilde sluiten, links en rechts de rekken leeg plukte en de koopwaar op de grond smeet. Intimidatie die niet past in een democratische rechtsstaat waar het iedere burger de vrijheid moet hebben te kiezen waar hij of zij voor staat.

Deze uitwassen zijn uiteraard niet exemplarisch voor de Belgische vakbeweging maar het laat wel zien dat de emoties hoog oplopen. De aangekondigde hervormingen komen voor velen als een schok en dat kan de vakbeweging zich aantrekken. Zij hebben te lang en teveel het beeld opgehangen dat in België met zijn sociale vrede dergelijke hervormingen niet nodig zouden zijn maar helaas het valt te vrezen dat ook België, Vlamingen en Walen gelijk, hun maatschappij opnieuw zullen moeten inrichten als gevolg van de veranderingen die zich wereldwijd voordoen. België kan zich geen vrijplaats wanen waar de problemen van de rest van de wereld als het ware zullen overwaaien. 

2 opmerkingen:

  1. Toch vraag ik me af hoeveel N-VA stemmers blij gaan zijn met de maatregelen van de federale en Vlaamse regering. Dit is een objectieve vraag. Uiteindelijk zullen ook zij moeite gaan hebben om verworvenheden in te leveren.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat denk ik ook wel. De kleine zelfstandige daarentegen vindt het wel logisch. Zij moeten al jaren flexibel werken, hebben nauwelijks een pensioenregeling van overheidswege en maken overuren zonder grenzen.

      Verwijderen