Sartre tussen Marx, Engels en Stalin. |
Professor
Dr. R.C. Kwant (1918-2012) graaft
niet zo diep naar de bekering
van Sartre tot het communisme in zijn
bijdrage getiteld “Jean Paul Sartre” in de bundel “Filosofen
van de 20e
eeuw” (Van Gorcum/Intermediar 1974, blz. 113-123)
als Bernard-Henri Lévy in
zijn boek “De eeuw van Sartre, een filosofische zoektocht” (zie
mijn vorige blogs), maar dat kan ook niet in zo'n kort overzicht.
Niettemin signaleert Kwant ook
de vreemde bekering van Sartre tot het
communisme.“Sartre
is steeds meer onder invloed is komen staan van het Marxisme. Dit
bevreemdt aanvankelijk. Immers, Sartre benadrukt bij uitstek het
strikt persoonlijke, de volstrekte vrijheid. Het marxisme benadrukt
het sociale. Marx spreekt denigrerend over de persoonlijke vrijheid.”
(blz.118)
Bij Lévy krijgt
Sartre belangstelling
voor wat hij noemt “het sociale”
tijdens zijn verblijf in een kamp tijdens de Tweede Wereld oorlog.
Een sociaal psychologische
verklaring voor de start van Sartre's odyssee naar het sociale die
eindigt bij het marxisme. Kwant daarentegen geeft een filosofische
verklaring voor de aanpassing van Sartre's
existentialisme aan het
marxisme. Sartre zou tot de
ontdekking zijn gekomen (misschien
in het kamp?) dat hoewel de
mens geboren wordt in volstrekte vrijheid, hij die vrijheid in de
praktijk niet kan realiseren. Op
zoek naar een verklaring voor dat gebrek aan werkelijke
of echte vrijheid stuit
Sartre volgens Kwant op het marxisme.
“ Wij werden, aldus Sartre, tijdens de
bourgeoisperiode opgevoed in de bourgeoisideologie. Wij werden
overladen met denkbeelden die geacht werden algemeen geldig te zijn,
die echter ontworteld waren. Wij waren die ontwortelde denkbeelden
moe en trokken ons terug in onszelf, in onze individuele existentie,
in onze vrijheid. Vandaar de aanvankelijke benadrukking van de
individuele vrijheid. De bevrijdingsbeweging, het marxisme, bestond
reeds, maar wij kenden haar slechts als één van de vele theorieën.
Wij hadden niet door dat in deze doctrine het werkelijke leven aan
het woord kwam. Helaas ontwortelde ook het marxisme. Van
vrijheidsvisie werd het vrijheidssyteem. Als syteem werd het
opgelegd, en daardoor hield het op een echte bevrijdingsbeweging te
zijn.”
Ik vind dit een
onduidelijke verklaring.
Voor de tijd van de bourgeoisie aanbrak was er immers
ook geen werkelijke
vrijheid? Ondertussen stelt Sartre
wel vast
dat de vrijheidsvisie van het marxisme faalt omdat het ontaardt
in een vrijheidssysteem.
Sartre zelf werkt dat uit,
aan de hand van het regime
van Stalin, maar hij weigert
daaruit de conclusie te trekken dat volledige bevrijding en vrijheid
niet mogelijk zijn.
“Hij heeft immers op zeer scherpe wijze de onvrijheid
geanalyseerd welke uit de marxistische bevrijdingsbeweging ontstaan
is tijdens het regime van Stalin. Er was toen, volgens zijn eigen
woorden, een soort pyramide en de door Marx beoogde vrijheid was
slechts aanwezig aan een onbeschrijflijk kleine top, namelijk bij
enkele tientallen leiders van een miljoenenvolk.” (blz.121)
Sartre blijft
dus ondanks zijn eigen analyse
blind voor het menselijk tekort dat de geschiedenis van de mensheid
heeft getekend tot op de dag
van vandaag. Hoe
kan het dat je
als filosoof, je niet tot het
besef komt dat volmaakte
vrijheid, volmaakt geluk, volmaakte schoonheid, volmaakte onschuld
enz. niet bestaan
en ook niet kunnen
bestaan? Volgens Kwant komt
dat omdat
Sartre de vrijheid en de
bevrijding tot die vrijheid te absoluut opvat.
Daarmee
is het volgens Kwant niets
meer of minder dan een
geloofsact. “Op deze wijze kunnen wij zowel het begin –
als het eindpunt van Sartre's filosofie aanduiden: hij begint en
eindigt met een blinde geloofsakt. Hij begint met het geloof in dé
vrijheid, hij eindigt met het geloof in dé
bevrijdingsbeweging...Maar wat indien begin en einde mythen zijn?
Het gaat dus
om een blinde
geloofsakt van Sartre in dé
vrijheid en later in dé
bevrijding, een niet zien van de
werkelijkheid. Dat
is haast onbegrijpelijk voor een filosoof als Sartre die zich met de
existentie van de mens bezighoudt. Sartre
beseft onvoldoende dat
beide weliswaar
in
ons voorstellingsvermogen absoluut
kunnen zijn maar dat
ze
in de wereld van alledag
buiten ons bereik liggen.
Het zijn mythes waarmee we trachten de kloof tussen voorstelling en
werkelijkheid, tussen droom en daad te
overbruggen.
De radicaliteit van
Sartre maakte hem aldus kortzichtig over de politieke werkelijkheid
in China, Rusland én Cuba en wat hij wel zag vergoeilijkte hij met
het oog op de toekomst, het paradijs van de vrijheid. Hij bleef
ziende blind, zoals trouwens velen met hem in zijn tijd, de tijd van
na de Tweede Wereldoorlog toen het kwaad van het nazisme nog als een
zwarte rookwolk boven de wereld hing. Zijn onmogelijke verlangen naar
de volmaaktheid van onze vrijheid met hulp van een totale bevrijding
naar het recept van Marx, maakte hem daardoor ook blind voor de
politieke democratie, die immers gebaseerd is op het besef van het
menselijk tekort, het besef van de verleidingen van het kwaad van de
macht, de ijdelheid en de heerszucht.
Sartre wilde voor
iets groters gaan, de radicale vrijheid met hulp van een al even
radicale bevrijding. Maar wie
niet tot het inzicht komt dat
zoiets onmogelijk
is, staat bloot aan de
verleiding om uit naam van die mythen, die geloofsakt zoals Kwant het
noemt, misdaden tegen de menselijkheid te begaan. Misdaden als gevolg
van de hoogmoed om
het menselijk tekort te
aanvaarden.
De meeste mensen
komen gelukkig gaandeweg,
soms tot hun schade en
schande, tot het inzicht dat
volmaakte vrijheid en bevrijding buiten ons bereik ligt. Dat
we altijd weer tekort
schieten, bewust of onbewust,
gewild of ongewild. We kunnen
een besef hebben
van het volmaakte, we kunnen
er naar verlangen maar kunnen
het in de wereld niet bewerkstelligen. In
wezen is dat het diepste
drama van de mensen.
Een drama dat voor ieder van
ons pas eindigt met de
dood. De dood is de punt die achter onze onvolmaaktheid gezet wordt.
Sterker nog, de dood
herinnert ons voortdurend nog
tijdens ons
leven aan onze onvolmaaktheid. De dood is als
het ware ons
waarschuwingsbord niet te
bezwijken voor de gedachte dat het volmaakte binnen handbereik ligt.
Je lijkt me wel een beetje geobsedeerd door Sartres sympathie voor het communisme. Om daar vijf blogs aan te wijden ...
BeantwoordenVerwijderenOm met Dali te spreken: het is een kwestie van toepassing van de fenomenologische paranoïde methode.
Verwijderen