Van links naar rechts: Gabriel garcia Marquez, Octavio Paz en Mario Vargas Llosa |
Voor zover ik weet zijn er twee Latijns
Amerikaanse boeken waarin het woord eenzaamheid voorkomt in de titel: 'Honderd
jaar eenzaamheid' van de zojuist overleden Colombiaanse schrijver en
journalist Gabriel Garcia Marquez (1927 -2014) en 'Het labyrint van
de eenzaamheid' van de Mexicaanse dichter en essayist Octavio Paz (1914-1998).
'Het labyrint van de eenzaamheid' verscheen in 1950. 'Honderd jaar
eenzaamheid' in 1967. Tussen beide schrijvers zit bijna een generatie
verschil. Beide schrijvers hebben de Nobelprijs voor de litteratuur
gekregen: Gabriel Marquez al in 1982, Octavio Paz pas in 1990.
Marquez is met zijn fantastische
vertellingen en heldere, journalistieke stijl voor veel meer lezers
toegankelijk dan Paz met zijn gedichten en essays over Mexico en
kunst. Beide hadden meer dan gemiddeld belangstelling voor politiek.
Paz was zelfs ooit ambassadeur van zijn land maar bedankte in 1968,
een internationaal jaar van studentenopstanden, voor de eer na het bloedbad onder
protesterende studenten op Plaza Tlatelolco in Mexicostad. Dat was
een jaar nadat 'Honderd jaar eenzaamheid' was verschenen. Tien dagen
na het bloedbad vonden de Olympische Spelen in Mexico plaats. Ook
toen al werd de prijs voor rustige Olympische Spelen met
onderdrukking en zelfs bloed betaalt. Dat zou de sporters en het
Olympisch Comitee toch eens tot nadenken moeten brengen.
Marquez gebruikte later zijn
vriendschap met Fidel Castro, ontstaan in de tijd dat hij op Cuba
woonde om verslag te doen van de Revolutie (1959), om Cubaanse
politieke gevangenen vrij te krijgen. Ondanks dat Cuba onder Castro
een communistische dictatuur werd, nam Marquez nooit afstand van
Castro's Cuba. Je ziet dat vaker onder intellectuelen in Latijns
Amerika. Ze kiezen niet onvoorwaardelijk voor democratie en
mensenrechten maar blijven hangen tussen de romantiek van de
Revolutie en hun anti-Amerikanisme.
Paz is op dit punt duidelijker. Hij koos zonder reserves voor de democratie net als later de Peruaanse
schrijver Vargas Llosa, eveneens winnaar van de Nobelprijs voor de
litteratuur (2010). Vargas Llosa werd daarvoor met hoon overladen
door links Latijns Amerika wat nog versterkt werd toen hij een gooi
deed naar het presidentschap van zijn land. Dat is treurig want
Vargas Llosa is net zo'n goede verteller van fantastische verhalen
als Marquez. Paz, Marquez en Vargas Llosa hebben met hun verhalen er
toe bijgedragen dat de Latijns Amerikaanse cultuur een eigen gezicht
en identiteit kreeg. Door hen is Latijns Amerika niet langer meer een
afgeleide van Europa en zijn voormalige koloniale moederlanden en ook
niet van de VS.
Ik vermoed dat het woord eenzaamheid in
hun beider beroemdste boeken precies dat betekent. Wij Mexicanen, wij
Colombianen, wij Latijns Amerikanen zullen het alleen moeten doen. Er
is niemand anders die ons kan helpen om op ons continent onszelf te
worden en te zijn, te leven en te overleven. We zullen zelf het wiel
moeten uitvinden: politiek, sociaal en economisch. In het boek
'Honderd jaar eenzaamheid' lezen we dat de stamvader van de Buendia's
ontdekt dat de wereld rond is. Het is net als de uitvinding van het
ijs een metafoor voor de ontdekking van het eigen land, de eigen
cultuur en identiteit. Het familie epos over honderd jaar eenzaamheid
is de vertelling van de ontdekking van het eigene: de wetten van de
wereld, de revolutie, de politiek, het landverraad, de wellust en de
toekomst
Paz is daar aan het begin van zijn
'Labyrint van de eenzaamheid' ondanks zijn dichterlijke taal of juist
misschien wel dank zij, het duidelijkst over. Zijn metafoor is
dichterlijk, die van de jongere die zichzelf en de wereld ontdekt:
“de ontdekking van onszelf manifesteert zich in het besef dat we
alleen zijn;tussen de wereld en onszelf vertoont zich een
ongrijpbare, doorzichtige muur; die van ons bewustzijn. Zeker, als we
net zijn geboren voelen we ons alleen; maar kinderen en volwassenen
kunnen hun eenzaamheid overstijgen en zichzelf door spel of arbeid
vergeten. Maar de jongeren, hangend tussen kindertijd en jeugd,
blijft voor een moment versteld staan voor de oneindige rijkdom van
de wereld. De jongere staat verbaasd over zijn bestaan. Na de
verbazing volgt de overdenking: gebogen over de rivier van zijn
bewustzijn vraagt hij zich af of dit gezicht, dat langzaam verschijnt
op de bodem, misvormd door het water, het zijne is. Het unieke zijn
-pure sensatie bij het kind- verandert in een probleem en vraag, in
vragend bewustzijn. Bij de volkeren die bevangen zijn door hun groei
gebeurt ongeveer hetzelfde. Hun bestaan manifesteert zich als een
vraag: wie zijn we en hoe worden we wie we zijn?” (Octavio paz, El
laberinto de la soledad', 1959 Fondo de Cultura Economica, blz.9)
Heb geen van hen ooit gelezen. Moet daar nog eens aan beginnen.
BeantwoordenVerwijderenEen interessante bijdrage .
BeantwoordenVerwijderenGroet
Laila
Nooit te laat om wat mee te pikken van de levenskunst van de Latino's
BeantwoordenVerwijderen