De Mexicaanse kunstschilder Diego Rivera kust zijn vrouw Frida Kahlo. Foto in het Museo Casa Rivera in Guanajuato, de geboortestad van Diego Rivera. |
In 2007 zag ik een foto van Frida Kahlo
(1907 – 1954) in het geboortehuis van de Mexicaanse schilder Diego
Rivera (1886 – 1957) in de Mexicaanse stad Guanajuato. Wat mij toen
verbaasde waren de hamer, sikkel en ster op haar hemd. In plaats van
een kruis, wat in Mexico en ook daarbuiten niet zo vreemd zou zijn
geweest, zag ik communistische symbolen. Ik wist wel dat Communisme
voor veel mensen een geloof was maar een zo duidelijke demonstratie
daarvan, notabene op een ziekbed en uiteindelijk doodsbed, had ik
nog nooit gezien.
In tegenstelling tot haar man is Frida lang onbekend gebleven. De verschijning van de biografie “Frida: a biography of Frida Kahlo” geschreven door Hayden Herrera, bracht daar verandering in. Ze kreeg vanwege haar vrijgevochten leven, ondanks haar persoonlijke, levenslange leed als gevolg van een tramongeluk op 18 jarige leeftijd, de status van feministe. Dank zij de film Frida (2002), gebaseerd op de genoemde biografie, met prachtige weemoedige Mexicaanse muziek van Elliot Goldenthal, werd ze bij een nog groter publiek bekend. Ik was dan ook niet verbaasd vorig jaar in Segovia een rondreizende fototentoonstelling van haar leven en werk te zien. Intussen zie je overal boeken over haar leven en haar werk.
Kort geleden las ik een boek van de Mexicaanse dichter en schrijver Octavio Paz (1914 – 1998) “De Kunst van Mexico” een uitgave van Meulenhoff 1993. Het boek bevat een aantal essays van Paz over kunst vertaald door Arie van der Wal. In een essay getiteld “Re/visies:Orozco, Rivera, Siqueiros”, oorspronkelijk gebaseerd op een interview voor de Franse TV, lees ik een keiharde kritiek van Paz op de biografie. Hij noemt het “een atractief werk, eerder het product van bewondering dan van zuiverheid van geest, vol met eigenaardige episoden en weinig bekende gegevens. Maar ook een boek dat op maat werd gesneden voor de heersende smaak van de Amerikaanse lezer, die niets liever wil horen dan intieme details uit andermans leven, en dat dan louter en alleen bedoeld is om een verhaal te vertellen en niet om een raadsel te ontsluieren of een karakter te schilderen. Frida's biseksualiteit bijvoorbeeld verdient op z'n minst enige reflectie, maar de auteur beperkt zich slechts tot een opsomming van de ene verovering na de andere.” (blz 95 in genoemd boek van Paz)
Volgens mij
overtreft deze nieuwsgierigheid naar de meest intieme details van
andermans leven intussen mede dank zij de TV en internet de ergste
dorpsroddel. Dat werd toen nog niet gecommercialiseerd. Nu wordt er
letterlijk geld verdiend aan de meest intieme details en emoties.
Reputaties worden er net zo snel mee opgebouwd als afgebroken. Paz
meent dat dit alles het gevolg is van een gebrek aan psychologische
nieuwsgierigheid die “verandert in morele ongevoeligheid en
historische bijziendheid wanneer ze politieke en sociale onderwerpen
aanroert.”
Als voorbeeld noemt
Paz de overgang van Diego Rivera en Frida Kahlo van Trotskisme naar
Stalinisme. Voor de auteur is dit slechts een van de vele incidenten
in het interessante leven van Frida terwijl Trotski, waarmee Frida
een verhouding had gehad, sprak van een 'morele dood'. Hetzelfde
geldt volgens Paz voor “Frida's laaghartige verklaring in het
dagblad Excelsior een paar jaar na de dood van Trotski (Trotski is in
1940 in zijn huis in Coyoacan, Mexico-stad wreed vermoord door een
geheim agent van Stalin) waarin ze hem een 'dwaze oude man noemt' en
hem ervan beschuldigt verschillende voorwerpen uit haar huis te
hebben gestolen, waaronder veertien geweren en een lamp.”
Vervolgens stelt Paz zich de vraag of
iemand tegelijk een kunstenaar kan zijn en een verachtelijke
smeerlap? Volgens hem kan dat maar niet ongestraft. ”Kunst kan niet
omgekocht worden en is onverbiddelijk: de zwakheden, smetten en
gebreken die de werken van Diego en Frida vertonen zijn moreel van
oorsprong. Beiden hebben hun grote talenten verraden en dit is
zichtbaar in hun schilderkunst. Een kunstenaar kan politieke fouten
maken en zelfs regelrechte misdaden begaan, maar de werkelijk grote
kunstenaars -Villon of Proust, Carvaggio of Goya – boeten voor hun
vergissingen en redden daarmee hun kunst en eer.” (blz 95-96)
Ik zet daar vraagtekens bij. Hoe zit
dat dan met de wereld beroemde Nederlandse filmmaker Joris Ivens
(1898 – 1981)? Die vertrok in 1931 naar de Sovjet-Unie
om voor het bewind van Stalin
de propagandafilm Het lied van de helden te maken, over de bouw van
de nieuwe stad Magnitogorsk
in de Oeral. Deze stad werd voor een belangrijk deel gebouwd door
Goelag dwangarbeiders,
veelal slachtoffers van Stalins collectivisering van de landbouw (die
gericht was tegen de koelakken
en hun invloed). Ivens richtte zijn camera liever selectief op de
duizenden Komsomol-vrijwilligers
en partijleden die eveneens in Magnitogorsk werkten. De
dwangarbeiders zou hij later vergelijken met 'onkruid'. Ook het
Maoïstische China
heeft Ivens gediend; in 1976 voltooide hij Hoe
Yukong de bergen verzette, een film waarin Mao's Culturele
Revolutie wordt verheerlijkt. In hoeverre is de filmkunst van
Ivens 'besmet' met zijn politieke verleden? (Wikipedia)
En wat te denken van Harry Mulisch
(1927 – 2010) die ooit het regime van Fidel Castro op Cuba
bejubelde en dat nooit heeft willen intrekken ondanks de grove
schending van mensenrechten waaronder die van vrijheid van
meningsuiting, toch van levensbelang van een schrijver. Waar is die
'politieke besmetting' van Mulisch terug te vinden in zijn
schrijfkunst? Ik vrees dat de stelligheid van Paz hierovder
romantisch is. Hij zou graag willen dat politieke fouten en misdaden
van kunstenaars alsnog te zien zijn als zwakheden in hun nagelaten
kunstwerken, maar in de praktijk is dat niet het geval, zo vrees ik.
Geldt niet altijd over de doden niets dan goeds? Kan me herinneren dat Joris Ivens in Nederland altijd een omstreden figuur is gebleven, juist vanwege zijn communistische sympathieën.
BeantwoordenVerwijderenmet interesse gelezen
BeantwoordenVerwijderenMooi en informatief blog
BeantwoordenVerwijderenRobert Kruzdlo
Uitstekend blog weer Petrus.
BeantwoordenVerwijderenOverigens vond ik de film 'Frida', één van de beste films die ik ooit heb gezien. Een film waarin passie beter/oprechter? wordt uitgebeeld dan ik in decennia had gezien.