Waar komt die uitdrukking ‘Spruitjeslucht’ vandaan als
verwijzing naar een periode die men verafschuwt, de naoorlogse jaren vijftig?
Was het niet Gerard Reve die het voor het eerst heeft gebruikt in een verhaal?
Wordt hij niet nog moedelozer van de spruitjeslucht in een Amsterdamse portiek?
Het kan haast niet anders. Het heeft vast ook te maken met zijn debuutroman ‘De
Avonden’ waarin hij een naoorlogs gezin beschrijft dat in een beklemmende
nietszeggendheid leeft. Dat verhaal moet trouwens niet autobiografisch of
letterlijk worden opgevat. De non-belevenissen van dat gezin zijn een metafoor
voor de geestelijke leegte waarin de hoofdpersonen van het boek leven. Maar leg
dat de nuchtere Nederlander maar eens uit. Geestelijke verbeelding is niet zijn
sterkste kant om het voorzichtig te zeggen.
Spruitjeslucht is hoe dan ook een uitdrukking geworden
waarin de verveling, de benauwdheid, het conformisme, het gezin als gevangenis,
de kerkgang en armoedigheid van de naoorlogse jaren mee worden bedoeld en daar
wil natuurlijk niemand meer naar terug. De jaren zestig generatie maakte daar
een eind aan en sinds die tijd leven we in een opwindende tijd van vrijheid
blijheid met rock and roll, drugs, film, televisie, auto’s, verre
vakantiereizen, liefde en echtscheidingen, de bevrijde en werkende vrouw,
lesbische homo stellen, gay parades enz.
Allemaal winst zou je zeggen maar de geestelijke leegte is
niet verdwenen of misschien zelfs nog wel groter geworden. Moest je vroeger nog
naar de zondagsmis of dienst om een geestelijk bad te nemen, hoe benauwend soms
ook, nu neemt bijna niemand meer zo’n bad. Allemaal flauwekul vindt de
goegemeente. Raken we toch in de war en weten we ons geen raad met onze
gevoelens dan hebben we een waslijst van voorzieningen die op professionele
wijze je weer op de been brengen.
De rest kan doorgaan voor geestelijk gezond en dankzij de
welvaart zich met vakantiereizen, feesten, amoureuze avonturen, televisie,
festivals, films en nog allerlei ander vermaak door het leven sjouwen ter
verdringing van geestelijke leegte. We weten daarbij wel dat het zo maar ineen
afgelopen kan zijn maar doen er alles aan om dat te vergeten. Als we dan toch
dood moeten dan liefst ongemerkt, pats boem weg zodat je niet geplaagd kunt
wordt door angsten. Als het een slopende ouderdomsziekte wordt kiezen we voor
de dood uit vrije wil. Eind goed al goed. Hebben we dat ook weer gehad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten