Het is altijd boeiend een hypothetische analyse te lezen over
iemands werk. Ik bedoel het boek ‘ Jezus Maria! Van het Reve, van het Violet en
de Dood’ van Wim Wennekes (1996). WW vertelt daarin over zijn zoektocht naar
het antwoord op de vraag waarom Gerard Reve zich tot het Rooms Katholieke
geloof bekeerde. Een vraag die velen zich hebben gesteld. Nederlandse
intellectuelen kunnen zich niet voorstellen dat mensen met een normaal
verstand, gelovig kunnen zijn.
Het vermoeden is vaak geuit, o.a. door collega schrijver
W.F. Hermans, dat de bekering van Reve een marketingtruc was ter verhoging van
de verkoopcijfers van zijn boeken. Dat was zeker zo toen een klacht over godslastering
leidde tot het zogenaamde Ezelsproces. Reve zat toen gebeiteld in de
publiciteit maar of hij daarom RK gelovige werd is toch wel eng gezien.
De psycholoog Wennekes kijkt er in ieder geval anders
tegenaan. Hij verklaart diens bekering als het gevolg van zijn overgevoelige
aard. Reve is immers een zenuwlijder vol muizenissen, die van een mug een
olifant maakt. Soms tot ergernis van een lezer zoals ik. Door toeval geholpen
ontdekt Wennekes een verband tussen Reve’s overgevoeligheid zoals die in ‘De
Avonden’ tot uiting komt en het boekje ‘De kleine neurasthenicus; beknopte
handleiding tot een ordentelijk leven’ van dr. Herman Gerard de Cock (1922).
In ‘De Avonden’ citeert Reve uit dat boekje en noemt ook de
methode Coué, geschreven als Koewee. Deze selfmade zenuwarts stond in de jaren twintig
van de vorige eeuw bekend om zijn methodische aanpak van de zenuwzieke met o.a.
de spreuk “iedere dag, in alle opzichten, gaat het mij beter en beter.” Als zenuwlijders deze meditatieve zin maar vaak
genoeg herhalen worden ze vanzelf beter.
Een andere figuur uit de Cock’s boekje die Reve aanhaalt, is
de gediplomeerde Franse zenuwarts Janet. Wennekes schrijft daarover op blz.41
het volgende: “Reden om in dit boek
over de geestelijke ontwikkeling van G.K. van het Reve aan het bestaan
van Pierre Janet te herinneren is niet zozeer dat diens naam in De Avonden
enkele malen en in De kleine neurathenicus vele malen wordt genoemd, maar
vooral de kijk die Janet op zenuwlijders ontwikkelde en die als een handschoen
past op de geaardheid van G.K. van het Reve en diens late bekering tot het
katholicisme.”
Wat bij de methode Janet opvalt is de plaats die hij religie
toekent als middel om de zenuwlijder los te maken uit zijn oude milieu en zijn
eigen leven in te richten: “De godsdienst lijkt te zijn uitgevonden door een
geniaal psychiater die geobsedeerden wilde behandelen.” (Wennekes blz.44).
Nu zijn we aangekomen op het punt waar het bij Wennekes om
draait. Reve zou de godsdienst ontdekt hebben als een methode om zijn eigen
onrust, onzekerheid en roerige zieleleven aan te pakken. Een mooie gedachte en
wie weet, zit er een kern van waarheid in. Maar toen hij De Avonden schreef, had hij nog geen afstand genomen van het
Communistische geloof dat hij van thuis uit had meegekregen. Dat kwam pas veel
later.
Uit de reacties op vragen van Wennekes blijkt dat Reve zelf
het verband tussen De Avonden en zijn
bekering maar smalletjes vindt. Godsdienst en geloof zijn bij Reve meer dan een
methode om zichzelf als zenuwlijder te genezen. Maar het is natuurlijk wel een
geruststellende gedachte voor de wetenschap: godsdienst als een
wetenschappelijke methode ter genezing van zenuwlijders. Je moet er maar op
komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten