Het drieluik "De verzoeking van de Heilige Antonius" van Jheronimus Bosch is te zien in het Museu Nacional de Arte Antigua in Lissabon. Met een beetje geluk kun je het schilderij in alle rust zo lang bekijken als je zelf wilt. Je mag er zelfs zoveel foto's van maken als je wilt.*
Nee, beste lezertjes Bommelskont heeft niks te maken met
Heer Olivier B. Bommel. Ik ken het woord van mijn moeder. “Loop naar
Bommelskonten “ zei ze als je wat vroeg wat haar niet zinde of “die is naar
Bommelskonten” als ze niet wist waar hij of zij heen was.
Dat Bommelskonten niet echt bestond, was duidelijk. Waar de
fictieve plaatsnaam vandaan kwam, wist mijn moeder niet en ik dus ook niet totdat ik een artikel van Ewoud Sanders in NRC Handelsblad van 17 maart 2003 las. Ik citeer: “De
spreekwoordenverzamelaar P.J. Harrebomée bracht de naam (Bommelskonten) halverwege de 19de eeuw
in verband met het woord bommer dat 'bluffer, opschepper' betekent. De
letterkundigen De Beer en Laurillard dachten met een verbasterde vorm van een
bestaande plaatsnaam van doen te hebben, namelijk Bommelskous of Den Bommel,
beide in Zuid-Holland. ,,Met Hel'', schreven zij in 1899 over de toevoeging
drie uur boven de hel, ,,zal wel Hellevoet(sluis) bedoeld zijn.'' Een paar jaar
later bracht het Woordenboek der Nederlandsche Taal uitkomst. Waarschijnlijk
betekent het precies wat er staat, schreef dit woordenboek, namelijk 'kont van
de bommel', waarbij bommel moet worden opgevat als een van de talloze
volksnamen voor 'drommel' of 'duivel'. Bommelskont is dus 'duivelsgat' of
'duivelsaars'. Het gaat, met andere woorden, om ,,de ingang der onderwereld,
later in 't algemeen: eene plaats waar 't niet pluis is, en waarheen men iemand
verwenscht''. En zo is het. Wie iemand naar Bommelskont verwenst, dirigeert hem
eigenlijk naar de aars van de duivel, waar het - naar verluidt - slecht toeven
is.”
Onlangs kwam ik een nieuwe én dezelfde betekenis van
Bommelskont tegen in het boek “De
‘geheimtaal’ van Jheronimus Bosch, een interpretatie van zijn werk” van
Jeanne van Waadenoijen (Hilversum 2007). Bij een bespreking van het schilderij
“ Het Antonius Drieluik” schrijft ze het volgende over Bommelskont: “Kennis
van het Middelnederlands blijkt ook goede diensten te kunnen bewijzen bij het
intrepreteren van de scène van de reus die met zijn blote achterwerk in het
volle zicht is afgebeeld. Het lijf van de reus is namelijk niet alleen een bordeel
maar ook een bolronde heuvel, in het Middelnederlands, bommel genoemd.
‘Bommelskont’ betekende het achterwerk van de duivel. Iemand zijn blote
achterwerk toekeren was een beledigend gebaar, maar de weinig bevallige houding
van de reus is hier ongetwijfeld vooral bedoeld om hem belachelijk te maken,
want niets werd in de Middeleeuwen zo komisch gevonden als een onbedoeld bloot
achterwerk”. (Blz.81/82). Volgens mij is
dat overigens nog altijd zo. Ik herinner
me een hilarische scène met de acteur Jack Nicholson die in een van zijn latere films (welke ben ik vergeten) onbedoeld zijn
kont laat zien als hij zich in zijn ziekenhuiskleed omdraait.
Het drieluik in volle glorie. Het pronkstuk van het museum waar je zo maar voor kunt gaan staan. Nauwelijks publiek, geen veiligheidsglas en vrij om te fotograferen. Hoe lang nog?
Dat met Bommelskont het gat van de duivel of een duivels gat
wordt bedoeld, lijkt duidelijk. Hoe anders had zo’n woord zoveel eeuwen kunnen
overleven in de volkstaal? Maar of de heuvel op het schilderij ook zelf een
duivel is, waag ik toch te betwijfelen. Een duivel met een pijl in zijn
voorhoofd en het gezicht en achterwerk van een dwaas, vind ik gek. De duivel
was zeker in de tijd van Bosch de verpersoonlijking van het kwaad en dus niet
zo maar iemand om als een dwaas en slachtoffer af te beelden. Op het schilderij
zien we echter een onnozele en in zekere zin hulpeloze reus. Eerder een
slachtoffer van iemand of iets dan een duivel die het kwaad zelve is.
Wat wel klopt is dat het er niet pluis is. Aan een been zit
een kous. Een vrouwenkous? Her en der zitten aan de benen dorre takken. En wat
staat er op de vlag of het uithangbord aan een van die takken? Waarom zit er
een valhek onder zijn kont? Wat betekenen de ton met de kan naast de
speer of lans links naast de ingang onder heuvelreus? Wat doet die vrouw daar in het raampje? Is het
een bordeelhoudster?
Alles bij elkaar vraag ik me af of Bosch hier niet een
‘duivels gat’ in plaats van een 'gat van de duivel' heeft afgebeeld? Een subtiel maar belangrijk verschil. Zo’n duivels gat zou namelijk wel eens een verwijzing
kunnen zijn naar homofiele praktijken in de tijd van Bosch. Homofilie is immers
van alle tijden maar in de tijd van Bosch, toen heteroseksuele seks ook al verdacht
was, moet het een vreselijke zonde geweest zijn die hoewel algemeen bekend toch
ook voor velen geheimzinnig was en iets duivels had. Homofielen moesten zich bijgevolg of gedeisd
houden of in het grootste geheim hun seksualiteit beleven.
Onder priesters en monniken moet in die tijd
homoseksualiteit ook veel zijn voorgekomen. We zien dan ook dat een
groepje op weg is naar ‘ het duivelse gat’ bestaande uit zo te zien een valse
bisschop, een monnik met de bek van een lepelaar en een aangekleed hert.
Misleidende kerkelijke figuren die niet deugen, op weg naar een van de grootste
ondeugden zo lijkt de scène ons te tonen.
Dit groepje sluit overigens naadloos aan bij de hele voorstelling op alle drie de panelen van Bosch. Het Drieluik ademt namelijk een algehele sfeer van misleiding en verleiding uit, zelfs zonder dat je op de hoogte bent van de betekenis van de afbeeldingen. Je voelt intuïtief aan dat niets is wat het lijkt te zijn of zou moeten zijn. Vissen vliegen, dieren zijn halve mensen, priesters zijn duivels. Dat
is natuurlijk ook wat verzoeking of verleiding in wezen is en waaraan
dus ook de Heilige Antonius aan wordt onderworpen door de duivel. Je
denkt dat je het geluk vindt in het genot van seks, in drank en eten maar het tegendeel is het geval, het wordt je ondergang. Dit spel van Bosch dat wat je niet weet wat je echt ziet, maakt de drie panelen zo fascinerend. Je kunt er uren naar blijven kijken en je telkens weer opnieuw afvragen wat je nu eigenlijk ziet.
Eigenaardig schilderij ...
BeantwoordenVerwijderen@Johan
BeantwoordenVerwijderenFascinerend te zien waar onze voorouders mee bezig waren.
Intrigerend verhaal rond een intrigerend schilderij. Is er veel veranderd?
BeantwoordenVerwijderenWie schildert dat nog?
Ecce homo.
BeantwoordenVerwijderenIntrigerend en leuk die koppeling aan een oud spreekwoord van je moeder.
Groet
Laila
Voor wie Lissabon even te veraf is: in Den Bosch hangt een heel aardige grote replica in het Jeroen Bosch Centrum.
BeantwoordenVerwijderenAlles in zijn schilderijen heeft betekenis. Veel is ontrafeld en beschreven. Daarover geeft het Centrum met een audiotour veel informatie.
Ik denk ook dat die figuur in de heuvel niet de duivel zelf is, maar een duivelse verleiding, een hoerenkast van de ergste soort. Dus voor homoseksuelen, net wat jij ook dacht. Dan is de dame in het raampje de madam, en die vlag het uithangbord waarop ongetwijfeld een symbool van vuiligheid. En waarom dat valhek onder zijn kont? Dat begrijpt elke man met castratieangst...
Het groepje op weg naar het bordeel zijn een als bisschop verklede aap, en een hert in een rode mantel die misschien de hertog uit de stadsnaam symboliseert. De derde figuur is duidelijk een lepelaar met een kaproen. De lepelaar geldt als een 'onrein' dier in de Bijbel, en in de middeleeuwse symboliek stond hij, vanwege zijn lange snavel die in de modder wroet, voor ontucht en drankzucht, en lasterpraat.
@aadverbaast
BeantwoordenVerwijderenBij mijn weten worden dergelijke schlderijen niet meer gemaakt.
@Laila
Ook groet
@seimasalo
Dank voor de uitgebreide informatie en toelichting.