vrijdag 11 april 2025

34. MEXICAANSE VERTELLINGEN. DE MUUR

 

Een moeder met haar twee zonen zaait bonen in. (foto: petrus nelissen 1976)

Het zint de boeren van San Miguel helemaal niet dat de nieuwe eigenaren van de hacienda, die er een hotel voor toeristen uit de hoofdstad van hebben gemaakt, het meer met het omringende bos als hun eigendom beschouwen. Nu ze er een twee meter hoge en een halve meter dikke muur omheen hebben laten zetten, ergeren de dorpeling zich nog meer aan dit onrecht want dat is het. Ze spotten met de revolutie die zoveel mensenlevens heeft gekost. Al het land van de hacienda zou immers het dorp ten goede komen.


Er is al verschillende malen een delegatie van het dorp bij de burgemeester geweest, maar die zegt dat hij niks kan doen. Het zit er dik in dat hij zijn positie niet in de waagschaal wil stellen voor een paar boeren ergens achteraf.  


Daarop zijn ze naar de gouverneur in Pachuca getrokken. Ook dat haalt niks uit. Die verklaart zich om dezelfde reden als de burgemeester onbevoegd in de zaak. Ze moeten bij het ministerie van landbouw zijn.


Daar lukt het hen zowaar een afspraak te maken met de ambtenaar van dienst. Die haalt er dikke dossiers bij en belooft de zaak ten gronde te bestuderen. Zodra hij meer weet zal hij de boeren informeren. Tot nu toe hebben ze geen bericht ontvangen. De revolutie lijkt op dood spoor te zijn geraakt in de catacomben van de bureaucratie.


Het is het bekende verhaal. Politici komen naar hun dorp als ze hun stemmen nodig hebben. Dan krijgen ze pulque, tequila, kip en worst. Als de geachte afgevaardigde eenmaal gekozen is, dan zien ze hem nooit meer terug. Pas bij de volgende verkiezingen laat hij zich weer zien en dan begint het verhaal weer van voren af aan. Verkiezingen zijn een terugkerend ritueel waarbij altijd de gevestigde revolutionaire partij aan de macht komt. Dat is het lot van San Miguel en het vaderland.


Nu zijn boeren geduldig. Dat heeft de natuur ze geleerd. Regen en zonneschijn komen nu eenmaal niet op commando. Soms regent het weken lang niet, zo lang dat de beken uit de bergen onooglijke straaltjes water worden. Dan zit er niks anders op dan te wachten tot de weergoden of welke goden hen gunstig gezind zijn. 


Maar op een dag raakt hun geduld met de muur op. De muur is geen natuurverschijnsel. Die is met mensenhanden gemaakt en kan dus ook met mensenhanden worden afgebroken. Ze besluiten de muur te slopen ondanks hun huiver voor de autoriteiten. Ze rapen de moed die her en der verspreid in het dorp nog rest bijeen en maken een heimelijk sloopplan.


Op het afgesproken uur van de afgesproken nacht sluipen ze als een groep kwajongens naar het noordelijk deel van de muur, het deel dat het verste weg ligt van de gebouwen en beginnen met de sloop. Dat valt tegen. De sloop gaat moeizamer dan ze gedacht hadden. Met veel moeite en zonder onderbreking, niemand van het hotel laat zich zien, hebben ze tegen de ochtend een gat van ongeveer 80 meter lang gemaakt.


Bij het aanschouwen van de ruïnes in het zonlicht voelen ze zich  trots dat ze het gedurfd hebben. Tegelijk slaat de schrik hen om het hart. Ze moeten er niet aan denken dat ze opgepakt worden door politie of wie weet het leger. Wat zal er dan van hun terecht komen?


Hun trots wint het van de angst. Ze besluiten om de overwinning op de muur en hun angst te vieren met een feestmaal. Ze beginnen met pulque. Daarna wordt de traditionele barbecue met de intussen geslachte geit klaar gemaakt. 


Met pulque bij de hand is het wachten tot het vlees gaar gesmoord is in de verhitte grond. Naarmate ze meer pulque drinken stijgt de moed hun naar het hoofd. Ze voelen zich helden van de revolutie, kleine helden want bang voor de autoriteiten blijven ze. 


Het feestje van de dapperen groeit uit tot een klein dorpsfeest. Politie of andere overheidsdienaren zijn in geen velden of wegen te zien. De actie is voorlopig geslaagd maar of die ook wat oplevert is de vraag. 

1 opmerking:

  1. De muur helemaal uit de weg geruimd, zou pas echt een feest waard zijn geweest.

    BeantwoordenVerwijderen