vrijdag 10 januari 2025

MEXICAANSE VERTELLINGEN 21. HET VERRAAD

In 1915 vindt in het residentieel paleis in Mexico-stad de historische ontmoeting plaats tussen de Noordelijke revolutionaire leider Pancho Villa, links gezeten op de presidentiële troon, en de Zuidelijke revolutionaire leider Emiliano Zapata, rechts van Villa met de typische Mexicaanse sombrero op zijn knie. beiden waren op het toppunt van hun macht en hadden toen elk voor zich het presidentschap op kunnen eisen. Wat ze niet deden en niet wilden.


Terwijl Diego zich met de fotografie bezig houdt en David zijn schilderwerk nieuw leven inblaast, strandt de revolutie in  samenzwering en bloed. Wanneer hij hoort van de moordaanslag op zijn vroegere generaal Pancho Villa, vraagt Diego zich af of Villa rekening heeft gehouden met zo een dood?


Emiliano Zapata is al eerder vermoord. Er is altijd wel iemand die een rekening heeft te vereffenen, is het niet van hemzelf dan wel voor een ander. Dat zelfs generaals met hun voormalige tegenstander met moord afrekenen is een smet op de getekende vrede, op het gegeven woord. Als presidenten en generaal geen eergevoel hebben en ontrouw zijn aan hun woord, hoe moet de gewone Mexicaan dan trouw blijven aan de goede zaak? Zoveel vergoten bloed door verraad legt een zware hypotheek op de toekomst van het land.


Diego beseft dat hij het avontuur van de revolutie is ingestapt om vrij te zijn, om aan het lot in zijn dorp te ontsnappen en zijn eigen lot in handen te nemen. Met de dood hield hij toen geen rekening. Natuurlijk, hij kon sneuvelen maar dat risico was ondergeschikt aan de winst van de vrijheid. Bovendien vrijheid en dood liggen nu eenmaal dicht bij elkaar, zo weet hij als ervaren jager.


Wie vrij wil zijn moet de dood durven trotseren. Omgekeerd, wie bang is voor de dood zal niet vrij zijn, hij zal als slaaf sterven, slaaf van de dood. Wie kiest voor de vrijheid, zal als vrij man sterven.


Zapata en Villa zijn strijders die vrij wilden zijn maar geldt dat ook voor de andere revolutionaire politici en generaals? Was hun verlangen naar macht niet groter dan naar vrijheid? Of verwarden zij vrijheid met macht en vonden ze dat vrijheid zonder macht niet mogelijk is?


Zapata was het niet te doen om macht. Hij wilde geen president van Mexico worden, zelfs niet toen hij de kans had. Toen Pancho Villa hem in het presidentieel paleis uitdaagde op de presidentszetel te gaan zitten, Villa zelf zat er pontificaal op, wees hij dat af. Zapata vond dat macht corrumpeert. Villa blijkbaar ook want ze verlieten beiden het paleis zonder enige aanwijzing te geven dat ze op presidentiële macht uit waren.


Diego beseft nu pas dat Zapata en Villa net als hij dorpelingen waren die door omstandigheden verzeild waren geraakt in een revolutie. De een om de rechten van de boeren op hun grond te herstellen, het dorp zijn waardigheid terug te geven, de ander voor de waardigheid van zijn zuster en hemzelf tegenover de grootgrondbezitter die haar verkracht had.


Was hijzelf ook niet dorpeling gebleven, ondanks zijn kort avontuur in de revolutie? De revolutie heeft hem uit het dorp gehaald en tot op zekere hoogte vrijheid gegeven. Vrij man in Mexico-stad maar wat is dat? Is een stad niet ook een groot dorp, misschien wel een te groot dorp waar je in verloren raakt? 

1 opmerking: