Affiche voor de gemeenteraadsverkiezingen in Oss in 1974 |
In 1973, vlak na de staking bij Bergoss, gebeurt het bijna ondenkbare. Het Centraal Komitee (het nationale bestuur) van de SP komt met de oekaze dat de afdelingen moeten meedoen met de komende gemeenteraadsverkiezingen.
“Daar begrijpen we in Oss helemaal niets van. Moeten ze mee gaan doen met het zo verfoeide parlementarisme? Terwijl de afgelopen maanden toch bewezen is dat de kracht van de beweging juist in buitenparlementaire acties ligt?! Hebben ze op de scholingscursus niet geleerd dat Lenin zélf de vloer heeft aangeveegd met de burgerlijke democratie, dat hij parlementaire instellingen afdeed als ‘kletscolleges’?” (Blz.133 in Het geheim van Oss)
Wat heeft een partij als de SP te zoeken bij verkiezingen als in het actieprogramma van de partij, geschreven door de journalist en politieke activist Koos van Zomeren, staat dat de heersende klasse slechts concessies heeft gedaan onder druk van buitenparlementaire tegenmacht?
De Osse afdeling van de SP voelt er dan ook niks voor. Volgens hen kennen de gemeenteraadsleden niet het soort wijken waar de partij actief is met de Bond voor Huurders en Woningzoekenden (BHW). De arbeiders verwachten er ook niets van. Volgens de afdeling kun je met een of twee zetels in de raad niks bereiken.
Maar op de vergadering van het Centraal Komitee in Nijmegen staan de Osse afgevaardigden Toon Voets en Jan Marijnissen alleen. Jan en Toon laten zich overtuigen.
“Dat wij eerst tegen waren , had ook te maken met de reacties van de mensen in de buurt. Die dachten dat we dezelfde weg als de PvdA zouden opgaan. Maar ik had begrip voor het argument van de waarachtigheid dat het Centraal Komitee daar tegenoverstelde. Als je ergens waarachtig aanwezig bent, hoef je niet bang te zijn dat je je gaat aanpassen,’ aldus Jan Marijnissen.” (Blz.135 in Het geheim van Oss).
Dankzij het harde werk van de afdeling haalt de SP bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1974 heel verdienstelijk drie van de 29 zetels binnen. Het CDA verliest de absolute meerderheid maar behaalt nog altijd 40% van de stemmen. Het CDA vormt samen met de PvdA, die net geen 20% van de stemmen heeft behaald, het college van Burgemeester en Wethouders.
Twee jaar na de verkiezingen stapt SP fractielid Mari Auwens uit de gemeenteraad. Ideologisch ging het Rode Boekje van Mao hem te ver en de partijdiscipline was doodvermoeiend. Hij wordt opgevolgd door Jan Marijnissen. Die wordt daarmee met zijn 24 jaar het jongste raadslid van Nederland. Met Jan Marijnissen komt in Nederland een nieuwe generatie in de linkse politiek, deze keer niet uit de randstad maar uit de provincie.
De eerste tijd laat de SP fractie het in de gemeenteraad afweten. Meestal is maar een van de drie fractieleden aanwezig tijdens raadsvergaderingen. Ze geven niet eens bericht van verhindering wat volgens burgemeester Burgemeester Jansen onfatsoenlijk is. Hij ergert er zich zodanig aan dat hij tijdens de begrotingsbehandeling in de gemeenteraad de SP fractie er op aanspreekt.
De burgemeester spuit zijn ergernis in een interview in het Brabants Dagblad niet beseffend dat de SP fractie op een heel andere golflengte zit dan hij tezamen met de rest van de fractie. De SP beschouwt de gemeenteraad als een van de platforms waar je actie voert tegen de burgerlijke maatschappij ter voorbereiding van de komst van het socialisme.
Volgens de burgemeester hebben discussies met de SP fractie bovendien geen zin. Fractielid Ed Verhammen bevestigt dat met zoveel woorden. Ze bereiden liever de komst van het socialisme voor dan tijd en energie te steken in de gemeenteraad.
Toch is de burgermeester niet de eerste beste KVP'er. Tijdens de oorlog zit hij in het verzet. Na de oorlog wordt hij burgemeester van Cuijk. In 1960 wordt hij burgermeester van Oss. Beide steden heeft hij in tijdens zijn burgermeesterschap opgestoten in de vaart der volkeren door de steden open te leggen voor industrialisering en modernisering.
Over Oss kan nog gezegd worden dat onder zijn burgermeesterschap eindelijk het kanaal tot stand komt dat Oss verbindt met de Maas, belangrijk voor de industriële ontsluiting van de stad. Een ontsluiting die in de negentiende eeuw niet tot stand kwam waarna een industriële neergang volgde door het vertrek van de boterfabrieken van van den Bergh en Jurgens naar notabene de Maasstad Rotterdam. .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten