vrijdag 10 juni 2022

52. HET BELOOFDE LAND. DE OUDE INDIAANSE

 

Ontbijt aan de oever van de rio Magdalena met rechts Roberto, Dora in het midden en Cielo links.

De rest van de dag zonnen we wat op de rotsen aan de oevers van de rivier. Ik bewonder een aantal ‘rocas’, in rotsen door het water perfect rond uitgesleten kuilen, de een nog groter of dieper dan de ander. Ik heb geen idee hoe het precies in zijn werk gaat en hoe lang het duurt maar ze zijn volmaakt van vorm. 

s’Avonds komt de oude vrouw met twee zoons ons tijdens het koken bezoeken met nieuw handelswaar. Nu is het Dora en mijn beurt om “individuales” te kopen: vier stuks voor 15 peso per stuk. We krijgen er gratis maïskolven bij om te roosteren boven het vuur. Dat doen we zo onhandig dat de indiaanse het niet langer kan aanzien en de kolven uit onze handen neemt en ze zelf begint te roosteren. Het lijkt wel of ze vuurvaste vingers heeft zo gemakkelijk beweegt ze haar handen boven het vuur. 

Als ze ons bewonderend ziet kijken, zegt ze wijselijk “het stadsleven is het stadsleven, het plattelandsleven is het plattelandsleven”. En daar heeft ze gelijk in. Onze vaardigheden zijn niet geschikt om in de bijna nog ongerepte natuur te leven. Dat begint al aan de onderkant, bij de voeten. Zonder schoenen zouden we het nog geen honderd meter vol houden rond te lopen in de bergen. Zij daarentegen lopen op blote voeten alsof ze op een tapijt lopen en zo lichtvoetig dat je er jaloers op wordt. 

Door het vochtige hout is en blijft het moeizaam stoken om het vuurtje brandend te houden. Opeens staan zoons en moeder op en verdwijnen in het donker wordend struikgewas. Geloof het of niet maar in een mum van tijd ligt er naast ons vuur een flinke stapel droog stookhout. Waar ze het vandaan gehaald hebben mag joost weten. Wij konden het met geen mogelijkheid vinden.

We koken met water uit de Magdalena rijst en yuca. De oude indiaanse kan haar ogen niet van onze pannetjes afhouden. Zulke handige in elkaar passende  pannetjes heeft ze nog nooit gezien. Na veel schroom en bergen verlegenheid komt het eruit. Ze zou die pannetjes graag willen hebben, misschien ruilen? Dat gaat helaas niet want Oscar heeft ze geleend van een vriend. Bij de dansende vlammetjes van het vuur zie ik haar teleurstelling. Na verloop van tijd staat ze op en vertrekt tezamen met haar twee zoons. 

Nu zijn we helemaal alleen met het geruis van de rivier, de geheimzinnig geluiden uit het struikgewas, een prachtige sterrenhemel die ons als een koepel beschut tegen alles wat van buiten kan komen. De sterren schijnen helder. In de verste verte is er geen kwaad of onheil te bekennen. We voelen ons veilig in de natuur en gaan met een gerust hart slapen.

(wordt vervolgd)
 

1 opmerking:

  1. De vooruitgang heeft toch ook daadwerkelijk nuttige dingen voortgebracht. In elkaar passende pannetjes bijvoorbeeld.

    BeantwoordenVerwijderen