Laatst een uitgebreide, bedachtzame en toch snel gemonteerde tweedelige documentaire gezien over Tamar ofwel de schrijfster/columniste Renate Rubinstein (Berlijn 1920 - Amsterdam 1990). De medewerking van historicus Hans Goedkoop heeft daar zeker aan bijgedragen. Als haar toekomstig biograaf heeft hij vast goed de weg geweten in het archief van Rubinstein.
Als voormalig Vrij Nederland lezer las ik haar wekelijkse column het eerst van al de rest in het weekblad. Ik bewonderde haar moed en durf om tegen linkse vanzelfsprekendheden in te gaan. Die verrieden een onafhankelijke, eerlijke, tegendraadse en strijdvaardige geest. Dat bleek te kloppen met het in de documentaire geschetste beeld van haar met als titel “ Tamar, de waarheden van Renate Rubinstein”, een documentaire in twee delen van David de Jongh.
Als opgroeiend meisje verloor ze al vroeg haar moedertaal Duits tezamen met haar geboortestad stad Berlijn toen het gezin vluchtend voor de Nazi's in Nederland terecht kwam. Nog maar net aangekomen in Amsterdam verloor ze ook nog eens haar geliefde vader aan de Nazi's. Tot aan het einde van de oorlog hoopte ze hem terug te krijgen. Ze is door die ervaringen een overlever geworden, iemand die in moeilijke omstandigheden overeind weet te blijven door op zichzelf te vertrouwen.
Dat verklaart ook haar zoektocht naar liefde, naar een warm en veilig nest, een veilig thuis. Als aantrekkelijke, knappe en intelligente vrouw had ze geen moeite om mannen te krijgen, maar helaas tot haar grote verdriet waren het geen blijvers. Daar zal haar eigenwijze karakter ook tussen hebben gezeten. Haar laatste ongewilde scheiding leidde tot het leesbare boek over die verscheurende scheiding met de veelzeggende titel ‘Niets te verliezen en toch bang’. Zonder melig of pathetisch te worden, schrijft ze vanuit haar kwetsbaarheid als verlaten vrouw over het verlies.
Ik bewonderde haar niet alleen om haar standpunten maar ook om haar schrijfstijl. Ze schreef precies zoals ik dacht dat je moet schrijven, alsof het spreektaal is, authentiek zonder fratsen, uit het hart en direct. Hoewel het een gemakkelijke schrijfstijl lijkt, had ze er veel werk aan. Ze moest veel en vaak aan de tekst schaven, talent of niet, zo schreef ze.
Ze was geen feministe, in die tijd een modieuze opdringerige trend waar je op straffe van uitsluiting geen vraagtekens bij mocht zetten. Toch deed ze dat, net als bij de kruisraketten-kwestie. Bijna heel links Nederland (behalve de PvdA intellectueel Bart Tromp) vond dat die dingen weg moesten uit Nederland en zelfs uit de wereld. Tamar niet, met haar gezonde wantrouwen vertrouwde ze meer op wederzijdse afschrikking.
Ze haalde in haar columns met vlijmscherpe argumenten, feiten en haar scherpe schrijfstijl de wijd verspreide linkse Mao-cultus onderuit (bron van inspiratie voor de SP en de KEN), niet door ingewikkelde studies met voetnoten maar door haar gezond verstand te gebruiken gekoppeld aan een feilloze intuïtie voor autoriteit en menselijk gedrag. Wat dat betreft is ze actueel gebleven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten