Doña Isabelle in het appartement van Frans Rosier dat grenst aan het Nationaal Park |
Frans Rosier, kloosternaam Ireneus, heeft als karmeliet gekozen voor leven in armoede of misschien meer toepasselijk soberheid.
“Onze officiële benaming is Orde van de Broeders en de Zusters van Onze Lieve Vrouw van de Berg Karmel. Wij zijn een religieuze orde van broeders, zusters en leken, die is ontstaan in het begin van de dertiende eeuw op de berg Karmel in het heilig land. Net zoals andere orden die in die tijd zijn ontstaan, zijn wij een bedelorde. We leiden een vita mixta, dat wil zeggen dat ons leven bestaat uit een contemplatieve en een actieve component. In het charisma van de orde wordt een belangrijk accent gelegd op de relatie met God. Die wordt zichtbaar in gebed, in onderlinge zuster- en broederschap en in openheid naar de samenleving.” ( www.karmel.nl)
Je relatie met God zichtbaar maken in je leven, zo heb ik Frans nooit over God horen praten. Tijdens onze schaarse gesprekken over God, we hebben veel andere zaken aan ons hoofd, verwijst hij naar de Natuur en Medemens met een hoofdletter. Voor hem openbaart God zich in de schoonheid van de natuur en de liefde voor de medemens. Voor het overige vindt hij dat we er niet al te gewichtig over moeten doen. Je zou wel eens kunnen bezwijken onder zoveel gewicht en daar zit je dan.
Tijdens die gesprekken raadt hij me onder verwijzing naar zichzelf dringend aan, niet al te serieus en ingewikkeld te doen in mijn scriptie. “Toen ik nog studeerde wilde ik vooral gewichtig doen met citaten van allerlei belangrijke geleerden en wetenschappers”, zo zei hij me herhaaldelijk. Waarschijnlijk omdat hij mijn neiging ziet om het mezelf, zoals gebruikelijk in academische kringen, moeilijk te maken, wil hij me gerust stellen met door te benadrukken dat ik mezelf moet blijven en niet te vervallen in dikdoenerij.
Frans woont en leeft sober. Als professor met een Nederlands salaris in Colombia (suppletie deskundige) kan hij zich het een en ander veroorloven, maar zijn appartement is bescheiden en sober ingericht met versleten meubelen, een oude radio, een oude platenspeler met een kleine collectie langspeelplaten. Aan de muren hangen goedkope reproducties van onder andere Picasso en een indiaanse pijl en boog, zodat ook de pre-Colombiaanse bevolking aanwezig is.
Het appartement ligt aan het Nationaal Park, aan de voet van de bergen die Bogotá omringen. De eenvoudige, niet inwonende huishoudster op leeftijd, Doña Isabelle zorgt voor de schoonmaak en het eten. Ze komt ’s morgens vroeg en vertrekt rond het schemeruur van zes. Met een onregelmatige en slordige eter als Rosier beleeft ze weinig plezier aan haar eenvoudige kookkunst.
Door de voorzichtige bemoeienis van Dora met het koken en samenstellen van het menu voelt Doña Inez zich aangemoedigd om wat meer aandacht te geven aan het koken. Ze wordt er zelfs verlegen van. Dat wordt ze altijd als je haar aanspreekt. Voor haar komen wij net als Frans van een andere planeet. Ze kan zich geen idee vormen wat Dora en ik in Colombia komen doen. Uit gesprekken maak ik op dat ze nauwelijks weet heeft van de geschiedenis en geografie van haar land. Ze heeft nog nooit gehoord dat Colombia grenst aan twee oceanen. Het is kennis waar ze in haar dagelijkse bestaan niks aan heeft.
Rosier trekt zich weinig aan van haar gemopper op zijn slechte eetgewoonten. Hij beseft dat hij onregelmatig en ongezond eet met te weinig groenten maar eten is voor hem een onbelangrijke levenskunst. Groenten vindt hij zelfs verspilde kookkunst al zal hij dat nooit zeggen. Hij leeft op een goed stukje vlees, een glas wijn en minstens een pakje sigaretten per dag. Als je Frans ziet, zie je een sigaret. Pas na verloop van tijd zie ik aan zijn gulzige manier van roken dat hij een zenuwlijder is, ondanks de rust die hij ogenschijnlijk uitstraalt.
(wordt vervolgd)
Waarschijnlijk is hij niet heel oud geworden ...
BeantwoordenVerwijderen