Met dank aan de Simpsons. |
Het gaat niet goed met de Klimaathulp aldus de Algemene Rekenkamer in een bericht van 2019.
“In internationaal verband heeft Nederland met 17 andere landen op de klimaattop in Parijs toegezegd om ontwikkelingslanden te steunen bij het nemen van maatregelen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Met dat doel wordt vanaf 2020 een fonds gevormd van $ 100 miljard. Een deel van dat geld zal van private partijen komen.Voor de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) is dit één van de hoofdpunten van beleid. In 2018 heeft de minister voor BHOS € 578 miljoen besteed aan internationale klimaatfinanciering, goed voor 16% van alle uitgaven van de minister voor BHOS. De minister geeft echter beperkt inzicht in de beleidsdoelen waaraan het geld is besteed. Ook rapporteert de minister niet veel en niet actueel over de resultaten van dit klimaatbeleid aan de Kamer. Wel komt er volgens de minister online een vernieuwde resultatenrapportage beschikbaar in mei 2019.
Omdat de minister summier informatie aanreikt, kan de Tweede Kamer maar weinig sturen op internationale klimaatuitgaven en ook haar budgetrecht maar beperkt uitoefenen. Om meer inzicht te krijgen in de besteding van de gelden, heeft de Algemene Rekenkamer in het verantwoordingsonderzoek de uitgaven op een rij gezet.” (Zie bericht Algemene Rekenkamer mei 2019)
Het voornoemde bedrag van bijna 600 miljoen dat Nederland aan klimaat heeft uitgegeven komt aardig overeen met het aandeel van 0, 4 % van Nederland in de totale wereldwijde uitstoot van CO2. Dat aandeel van Nederland aan de wereldwijde CO2 uitstoot zou een zinnige richtlijn (fair share) kunnen zijn voor de Nederlandse bijdrage aan het wereldwijde fonds van 100 miljard.
Merkwaardig genoeg gaat de Algemene Rekenkamer uit van een veel hoger ‘fair share’ voor Nederland van 1, 25 miljard. Volgens de Algemene Rekenkamer bedroeg in 2019 “de totale klimaat-financiering ruim € 1,4 miljard wat dus nog hoger is dan genoemde ‘fair share'. Nederland betaalt dus meer dan wat als 'fair share' wordt beschouwd.
Nederland is daarmee een royale donateur aan de Derde Wereld ter ondersteuning van hun energietransitie. Helaas gaat Nederland, inzonderheid het BHOS, nog steeds niet zorgvuldig genoeg om met deze gelden aldus de Rekenkamer.
“Sinds 2016 constateren wij een onvolkomenheid bij de uitvoering van de interne beheers-maatregelen van de overdrachtsuitgaven (subsidies, bijdragen, leningen en garanties). De onvolkomenheid bestaat uit 3 onderdelen: reviewbeleid, staatssteun en risicoanalyse. De eerste 2 onderdelen waren in 2018 al op orde en dat blijft in 2019 ongewijzigd. De risicoparagraaf was in 2018 in opzet goed, maar de risicoanalyse was van onvoldoende kwaliteit. In 2019 zien we dat nog geen significante verbetering van de vastlegging van de risicoanalyse en de maatregelen om deze risico’s te beperken heeft plaatsgevonden. Wij handhaven daarom de onvolkomenheid.”
Er mogen dan “onvolkomenheden” zijn bij de besteding van Klimaathulp, Nederland geeft met zijn vrijgevigheid een goed voorbeeld aan de wereld. Het heet dat goed voorbeeld doet volgen. Helaas is dat tot nu toe niet het geval. Het 100 miljard fonds is naar het schijnt voor driekwart toegezegd in Glasgow. Hoe definitief dat is, is nog niet duidelijk.
Naar het zich laat aanzien gaat het met Klimaathulp dezelfde kant op als Ontwikkelingshulp waar ook regelmatig op internationale conferenties beloften werden gedaan en de VN zelfs een vaste norm had vastgesteld om 1,5 % van het BNP voor Ontwikkelingssamenwerking te reserveren. Nederland was een van de weinige landen dat zich daaraan hield. Intussen is ook die norm verwaterd of vervuild met wat genoemd wordt “oneigenlijke uitgaven”.
De andere kant van het verhaal is dat men in de armste Ontwikkelingslanden een beperkte capaciteit heeft om hulpgelden op verantwoorde en efficiënte wijze te besteden. Het zou mij niet verbazen dat zulks ook geldt voor Klimaathulp. Achter het bureau van goedwillende idealisten lijkt het eenvoudig maar in de dagelijkse werkelijkheid is het vaak vele malen moeilijker om goede ontwikkelingsprojecten op gang te brengen. Arme landen zijn bovendien politiek instabiel, hebben geen betrouwbaar en goed opgeleid ambtenarencorps en er is veel corruptie, een manier om op individueel niveau je armoede te bestrijden.
Een land is arm omdat het vanwege vele factoren, waarvan klimaat er maar een is, niet is staat is de interne omstandigheden te verbeteren. Waar dit wel het geval is zoals in China en India zien we spectaculaire economische ontwikkelingen waardoor miljoenen mensen uit extreme armoede geraken.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten