woensdag 17 maart 2021

DE MOORD OP VIER NEDERLANDSE JOURNALISTEN

 

Ereplaats in Amsterdam met vijf kruizen, vier voor de omgekomen Nederlandse journalisten en een voor de 40.000 vermoorde Salvadorianen (overgenomen van Wikipedia, Koos Koster)

Vandaag is het 39 jaar geleden dat vier IKON (Interkerkelijke Omroep Nederland) journalisten door een patrouille van het leger van El Salvador in de heuvels van Chalatenango ver buiten de hoofdstad werden doodgeschoten. De moord veroorzaakte internationale opschudding en verontwaardiging in Nederland en de rest van de wereld. Aan het hoofd van de IKON ploeg stond de befaamde links geëngageerde journalist Koos Koster. De drie anderen waren Hans ter Laag, Joop Willemsen en Jan Kuiper.

Zoals gewoonlijk in een oorlogssituatie is deze zaak nooit helemaal opgehelderd ook al zijn er van vele kanten inspanningen verricht om duidelijk te krijgen of hier sprake was van een koelbloedige moord, bedacht en voorbereid in hogere regionen van het leger, of van brute pech voor vier journalisten die op een legerpatrouille stuitten die het vuur openden omdat ze dachten met guerrilla strijders te maken hadden.

In El Salvador was al jaren een oorlog aan de gang tussen de linkse guerrilla en het leger. Hoe goed de bedoelingen van de guerrilla ook geweest mogen zijn, in die jaren hing er een waas van romantiek over de linkse revolutie, een oorlog wordt hoe dan ook altijd smerig. Er bestaan geen schone bevrijdingsoorlogen. De voorbeelden daarvan liggen in de wereld tot op de dag van vandaag voor het oprapen.

Uiteraard heeft Nederland geprobeerd de toedracht van de moord op te helderen, met name door de rol van het leger te onderzoeken. Dat was een heikele zaak, niet alleen omdat legers hun eigen code hebben en een min of meer van de buitenwereld afgezonderde groep vormen maar ook omdat de Amerikanen een grote vinger in de pap hadden bij het leger. El Salvador mocht geen tweede Nicaragua of Cuba worden. Het leger werd dan ook bewapend, getraind en geadviseerd door de Amerikanen. Dat maakte het voor Nederland nog moeilijker om te achterhalen hoe de vork in de steel zat.

De Amerikanen deden net als het Salvadoriaanse leger de dodelijke schietpartij op de IKON journalisten af als een incident dat nu eenmaal kan gebeuren in de chaos van een gewapend conflict. Een te gemakkelijke verklaring. De IKON journalisten waren ongewapend. Als het al een incident zou zijn geweest dan nog lag de verantwoordelijkheid voor de dood van de ongewapende journalisten bij het leger en zou dus grondig uitgezocht moeten worden. Het probleem was dat in de chaos van het land  niemand de macht had om het leger daartoe te verplichten. 

Anderzijds werd vastgesteld dat Koos Koster als een kenner van het land de situatie volledig had onderschat door met zijn ploeg het binnenland in te trekken om contact te leggen met de guerrilla, terwijl hij al in aanvaring was gekomen met de autoriteiten en bekend stond als een vriend van de opstandelingen. Op 7 maart interviewde Koos Koster gevangengenomen guerrilleros.  Op 11 maart werd hij ondervraagd door agenten in burger, nadat een briefje met zijn naam en het adres was gevonden op het lichaam van een gedode guerrillastrijder. Een dag later werd het team in de Salvadoraanse pers beschuldigd van steun aan de guerrilla. 

“Desondanks verliet het team het land niet, maar ze reisden op 17 maart naar Chalatenango waar ze door mensen van de FMLN zouden worden opgehaald. Na anderhalf uur rijden trokken de journalisten te voet het land in. Al na enkele meters werden allen gedood door militairen van het Salvadoraanse regeringsleger die kennelijk wisten van hun komst.” (Wikipedia, Koos Koster)

Het is bijzonder tragisch wat daar in de heuvels van Chalatenango is gebeurd maar net zo tragisch was het lot van de boerenbevolking op het platteland die in een gewapend conflict werden betrokken zonder dat ze zich daar over hadden kunnen uitspreken. Honderdduizenden zagen zich genoodzaakt het geweld te ontvluchten door naar de dichts bijzijnde stad te trekken waar overigens ook moordcommando’s van politie en leger actief waren.

Pas in 1984 slaagden de Amerikanen erin om met enkele vooraanstaande Salvadoriaanse politici het Salvadoraanse leger te overtuigen verkiezingen te aanvaarden die de bevolking een stem zouden kunnen geven in het conflict. De guerrilla sloot zich daar schoorvoetend bij aan door de verkiezingen niet met geweld te boycotten. Om de druk op de twee partijen te verhogen en het vertrouwen in het Amerikaanse beleid te herstellen, werden internationale waarnemers uitgenodigd om de verkiezingen te volgen. Dat was voor het eerst in de geschiedenis.

Toenmalig Minister van Buitenlandse Zaken Minister van den Broek besloot daarop twee waarnemers sturen, Thom Kerstiëns (CDA) en de schrijver van deze blog (PvdA). In de PvdA ontstond onder leiding van partijvoorzitter Max van den Berg en fractielid Eveline Herfkens, tevens voorzitter van de Evert Vermeer Stichting, flinke heibel over mijn deelname. De meer gematigde fractieleden waaronder buitenland woordvoerder Relus ter Beek begrepen daarentegen dat de verkiezingen een kans waren om een einde te maken aan de dodelijke geweldsspiraal.

De opkomst tijdens de verkiezingen was massaal. Een signaal van de bevolking dat ze het geweld meer dan zat was. De voormalige burgemeester van de hoofdstad en christendemocraat Duarte werd tot president van het land gekozen. Het duurde daarna nog jaren voordat het land enigszins hersteld was van de schade als gevolg van het oorlogsgeweld.

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten