vrijdag 3 juli 2020

67. MIJN SPROOKJESJAREN, GEESTELIJK VOEDSEL

De zolderkamer in de Jacobslaan

Dankzij jarenlange zondagse kerkgang ben ik een volbloed Roomse jongen. Ik heb het Evangelie eerbiedig staande aanhoort, ik heb naar de Epistels van de apostelen en de Heilige Paulus geluisterd en geprobeerd aandachtig de preken van de dienstdoende priesters te volgen. Dat was mijn wekelijks geestelijk voedsel totdat ik afscheid nam van de Roomse kerk.

Waar haal ik nu mijn geestelijk voedsel vandaan? Op de universiteit kun je van alles leren maar je haalt er geen levenshouding uit, een ethiek of visie op mens en maatschappij. Hier en daar moet ik mijn over het algemeen positieve mensbeeld bijstellen. Wetenschap laat vooral onprettige kanten van de mens zien. Voor de rest is het te fragmentarisch, te verbrokkeld en te weinig coherent wat je leert. Je hoort over van alles en nog wat maar wat je er nu mee aan moet is onduidelijk. Dus blijf ik roeien met de riemen van vroeger, hier en daar aangepast aan de tijdgeest. 


Misschien zijn de gesprekken met mijn huisgenoten en medestudenten geestelijk nog wel het meest voedzaam. Als Roomse jongens spreken we min of meer dezelfde taal, hebben dezelfde levenshouding en zijn we op zoek naar vervangend geestelijk voedsel. We hebben zelfs nog eens een gesprek gehad met een parochie priester maar dat liep dood. We zoeken op eigen houtje verder, zonder gids en zonder leidraad. 


Mijn voornaamste houvast in deze woelige tijd is Dora. Haar intiem ingerichte zolderkamertje is ook mijn thuis geworden. We vertellen elkaar over het leven buiten en wat we ervan vinden. Zij over haar werk en vriendinnen, ik over mijn vrienden en mijn studie. Plannen maken voor de toekomst doen we niet. Er zijn andere prioriteiten. Eerst maar eens kijken of het lukt om af te studeren waarna we met z’n tweeën aan een gezin kunnen beginnen want dat is altijd nog wat we willen. Daarover laten we ons niet van de wijs brengen.


Soms, niet elke dag, blijf ik bij haar slapen in onze twijfelaar, een royaal eenpersoonsbed, een te smal bed voor twee. Het komt uit de inboedel van een slager die met pensioen ging. De koop van het bed ging samen met een loei zware hakblok waar hij zijn beroepsleven lang vlees aan mootjes heeft gehakt. Het blok is een soort grote vierkante legpuzzel van allemaal aan elkaar gelijmde houten balkjes die opgeschuurd samen met hun kopse kant een mooi patroon van kleine vierkanten vormt. Bed, nachtkastje met marmeren blad en hakblok kostten 50 gulden.


verschijnt elke vrijdag 

1 opmerking:

  1. Wat moet een mens met een hakblok in de kamer? Daar krijg ik allerlei vreemde associaties bij.

    BeantwoordenVerwijderen