dinsdag 16 april 2019

DE EENZAAMHEID VAN DE ONGELOVIGE 86

Het schilderij 'De Luitspeler' van Frans Hals dat boven het hoofdeinde van mijn bed hing. (het Louvre, Parijs ca. 1623)

Ik moet wennen aan het idee dat mijn toekomst dus toch bij Philips zal liggen. Ik ga bij mijn welwillende baas informeren wat voor soort toekomst dat zou kunnen zijn. Maar hij weet dat net zo min als ik. Misschien dat ze bij personeelszaken meer weten? Daar word ik ook niet wijzer. Ik vraag of ik in de toekomst niet uitgezonden kan worden naar een buitenlandse vestiging? Dat - zo zeggen ze - is een zaak waarover de hoofdindustriegroep beslist, in mijn geval de top van Radio, Grammofoon en Televisie.

Ik ga dat uitzoeken maar ik ben er niet gerust op. Ik kan me nog steeds niet voorstellen dat Philips mijn voorlopig eindstation zal zijn al ken ik natuurlijk nog lang niet alle mogelijkheden in het bedrijf. Maar mijn nieuwsgierigheid gaat vast verder dan Philips ook al heeft de multinational zijn tentakels over de hele wereld en weet het zowat alles op het gebied van elektronica. Daarmee zou een mensenleven en meer nog vervuld kunnen worden. Toch wil ik verder reiken dan Philips al zou ik niet kunnen zeggen waarheen precies.

Daarom blijf ik zoeken. Zoals Paulus al schreef in zijn eerste brief aan de Tessalonicenzen “onderzoek alles, behoud het goede”? ( vers 21). Maar wat is dan het goede in dit geval? Van jongs af aan ben ik nieuwsgierig naar de kunsten en dan vooral de schilderkunst. Indertijd nog bij de verkenners knipte ik plaatjes van kunstwerken uit de Katholieke Illustratie om ze in een boek te plakken. Wie weet zit er toch een kunstenaar in me?

Dat zou vreemd wijn want in mijn familie en omgeving komen geen kunstenaars voor tenzij levenskunstenaars of liever overlevingskunstenaars. Er wordt gewerkt op het land of in de fabriek. Dat mijn vader vakbondsbestuurder is geworden, is al heel wat. Als ik dus al zoiets zou willen als kunstenaar worden, lid van het schildersgilde dan moet ik het helemaal zelf uitzoeken. Ook dat is gebruikelijk in mijn familie.

Het idee dat ik naar een kunstacademie zou verhuizen, zou bij mij thuis op rotsgrond vallen. Hoe ik in ’s hemelsnaam denk met schilderen of iets dergelijks de kost te kunnen verdienen? Ik heb ook weinig rugdekking. Tot nu toe is nergens uit gebleken dat ik enig teken of schilder talent zou hebben, ook niet op de middelbare school. Maar zelf toch maar proberen kan natuurlijk geen kwaad. Met behulp van een cadeau gekregen kistje met schildergerei voor beginners ga ik een schilderij van Frans Hals dat boven mijn bed hangt naschilderen. Dan gebeurt waar ik al bang voor was. Het wordt niks. De verfkunsten lijken een doodlopende weg voor me. Wat nu?


(verschijnt elke dinsdag)

1 opmerking: