WAT WIL DE STADSMENS?

Digitaal bewerkte foto, © petrus nelissen

Stadsmensen zijn vreemde wezens. Ze wonen in almaar grotere steden, metropolen geheten,  tussen stenen of beton, op de grond of in de lucht. De flats en woontorens zijn voorbij elke menselijke maat gegroeid net als de steden zelf. Te voet kun je zo goed als nergens komen, hooguit in je wijk een rondje lopen waar de winkeltjes zijn verdwenen, opgeslokt door supermarkten en ketens. Zonder vervoer kom je nergens. De stad ligt vol met autowegen, parkeerplaatsen, fietspaden, tramrails, buslijnen en grotendeels ondergrondse metro. Het is geen natuurlijke leefomgeving en men beweegt er zich niet natuurlijk voort.

Het eten en drinken is ook al lang niet meer natuurlijk. Het wordt met reusachtige vrachtwagens afgeleverd bij de supermarkten die alles keurig gerangschikt en verpakt uitstallen. Wie heeft nog een eigen groenten tuin, zijn eigen kippen of andere dieren? De meeste siertuinen bij begane grond huizen zijn zoveel mogelijk versteend om geen last te hebben van onkruid en het onderhoud te minimaliseren. Als er onderhoud moet worden gepleegd aan bomen of struiken worden daarvoor bedrijven in tuinonderhoud voor ingehuurd. Er is niks natuurlijks aan tuinen, drinken en eten in de stad.

Het klimaat in supermarkten, winkelketens, overdekte winkelgalerijen wordt kunstmatig beheerst zodat de stadsmensen bij hun inkopen geen last hebben van regen, hoge of lage temperaturen of teveel wind. Alles is afgesteld op comfort behalve de muziek. Dat is meestal oncomfortabele herrie vooral bedoeld om de verveling bij het winkelpersoneel te verdrijven. Tegenwoordig hoef je trouwens niet meer zelf naar de winkel voor je inkopen. Je kunt alles thuis laten bezorgen zodat door de steden steeds meer busjes rond razen om spullen af te leveren bij de consument. Niks is natuurlijk.

Als je geen zin hebt om zelf boterhammen te smeren, thee of koffie te zetten, groenten klaar te maken en aardappels te koken kun je buitenshuis eten. Een steeds meer geliefde sport zodat er gelukkig nog wat leven is in de stad naast de rondrazende busjes. Als je wilt bewegen ga je niet fietsen, wandelen of een stukje lopen maar naar een fitness centrum waar je bij een kunstmatig klimaat kunt bewegen op speciaal gemaakte toestellen. Daar is niks natuurlijks aan.

Maar als stadsmensen zich buiten de stad wagen, het platteland opgaan met fiets of auto dan moet er natuur zijn: schoon water, vriendelijk vrolijke vlinders, fluitende vogels, bloeiende bloemen in de weiden, gezellige en lieve koeien, varkens en paarden, bossen, bloemen en struiken kortom mooie NATUUR met hoofdletters.

Maar die is er niet meer. Wie zijn schuld is dat? De BOER natuurlijk want die woont en werkt daar. Die verpest met zijn stallen met dieren en mest, met zijn grootschalige aanplant de natuur. En de STADSMENS dan? Die weet van niks. Hij wil natuur consumeren, dat is zijn recht als stadsmens. Daarom wil de stadsmens het platteland koloniseren voor zijn eigen natuurbeleving. En de boer dan? Die moet gewoon verdwijnen, we kopen onze kaas en melk wel ergens anders bijvoorbeeld in China.