vrijdag 30 november 2018

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 66

De twee partijleiders Bart de Wever van N-VA (links) en Yves Leterme van CD&V in goede tijden.


Het Vlaams Kartel CD&V/N-VA herhaalt het verkiezingssucces van 2004 op Vlaams niveau in 2007 op federaal niveau. Het kartel behaalt bijna 30% van de stemmen voor het parlement en meer dan 30% voor de senaat. Het kartel van CD&V/N-VA wordt daarmee de grootste politieke formatie van federaal België. (Wikipedia: Belgische federale verkiezingen 2007). Het Vlaams nationalisme hangt na deze verkiezingsuitslag als een zwaard van Damocles boven het federale België, maar niet voor lang. Na het succes slaat de onenigheid toe over hoe het nu verder moet met België en Vlaanderen. Men kan het niet eens worden over de aanpak van nieuwe staatshervormingen.

“Op 21 september 2008 zei een massaal bijgewoond N-VA-ledencongres (1700 deelnemers) in het Gentse ICC het vertrouwen in de federale regering Leterme I op. De N-VA weigerde deel te nemen aan de nieuwe communautaire dialoog die Kris Peeters vanuit de Vlaamse regering Peeters I wilde opstarten, omdat de Vlaams-nationale partij daarin geen garanties zag op een doorbraak in de staatshervorming en, gezien de houding van de Franstalige partijen sinds juni 2007, geen enkel vertrouwen had in het welslagen van zo'n dialoog. De daaropvolgende maandag 22 september stapte minister Geert Bourgeois uit de Vlaamse regering. .. . Op 23 september bevestigde voorzitster Marianne Thyssen van CD&V na een algemene vergadering van haar partij in Zellik dat er wat CD&V betrof een kartelbreuk was op nationaal en Vlaams niveau, niet op lokaal en provinciaal niveau.” (Wikipedia Nieuw-Vlaamse Alliantie)

Over het waarom van de opzegging van de N-VA citeert de Vlaamse krant ‘De Standaard’ voorzitter Bart de Wever. Volgens hem “toont de realiteit van deze regering aan dat de hervormingen echt nodig zijn. Hij verwees onder meer naar de tegenstellingen tussen Vlamingen en Franstaligen binnen de meerderheid rond het migrantenstemrecht, het arbeidsmarktbeleid of de problemen aan de politietop. 'Alle problemen zijn onoplosbaar zonder het verleggen van het zwaartepunt naar Vlaanderen en Wallonië', zei hij.” (http://www.standaard.be/cnt/dmf21092008_006)

De intussen tot nationaal figuur uitgegroeide partijleider Bart de Wever roept het CD&V op om Belgisch staatsmanschap in te ruilen voor Vlaamse belangen en verwijt Open VLD Vlaanderen in de steek te laten.

‘Dit is geen beslissing over onze deelname aan de Vlaamse regering of over het kartel', zei voorzitter Bart De Wever. Dat lot ligt in handen van de andere partijen en in de eerste plaats van kartelpartner CD&V.  Als die partij beslist om toch de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap aan te gaan, dan staat de N-VA geïsoleerd, verlaat N-VA-minister Geert Bourgeois de Vlaamse regering én ligt het kartel wellicht in duigen. De Wever riep de andere Vlaamse partijen op 'om één keer te ambitie te hebben om door te zetten' en aan het 'Belgisch staatsmanschap te verzaken'. 'In dit land word je staatsman als je je overtuiging in de frigo stopt zolang je carrière het vereist'. Dat Open VLD de N-VA nu uit de Vlaamse regering wil, toont volgens De Wever aan dat 'Open VLD blaakt van ambitie om Vlaanderen in de steek te laten'. (De Standaard in hetzelfde artikel als hierboven)

Het verschil in visie tussen het CD&V en N-VA over de toekomst van Vlaanderen in België is het Vlaams kartel dan toch opgebroken. Terwijl de N-VA voor Vlaanderen de grootst mogelijk autonomie nastreeft, zo ongeveer tot aan de rand van zelfstandigheid binnen België wil gaan, wil de CD&V de Belgische federatie behouden met hier en daar wat aanpassingen van de bevoegdheden voor de gemeenschappen.
België dreigt te verzanden in wat men oneerbiedig een houtjes touwtjes zou kunnen noemen, een democratie die al improviserend van de ene naar de andere crisis wankelt. Niet voor niks heeft bijvoorbeeld de christendemocratische premier Jean Luc Dehaene (1992-1999) de bijnaam ‘loodgieter’.
  
Het CD&V behoudt een centralistische visie op België waarin het politieke gewicht van de federatie groter blijft dan dat van de samenstellende gewesten. Het N-VA heeft daarentegen een decentrale visie op België waarin het politieke zwaartepunt komt te liggen bij de gewesten als autonome samenstellende delen van België. Je zou dit vanuit historisch perspectief een Republikeinse visie kunnen noemen met verwijzing naar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden die bestond vanaf het begin van de Tachtigjarige oorlog tot aan het einde van de 18e eeuw en waarin het centraal gezag bestond uit vertegenwoordigers van de zeven provinciën in plaats van een toen gebruikelijk soevereine vorst.

 
(verschijnt elke vrijdag )

1 opmerking: