vrijdag 15 december 2017

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 17

Meer dan in Nederlandse steden zijn in de Vlaamse binnensteden
de rijk versierde gildenhuizen als bewijs van hun macht en status bewaard gebleven.
Op de foto een rij gildehuizen aan de Antwerpse markt.
Op de voorgrond het standbeeld van de "Hand Werper",
waarvan de naam Antwerpen zou zijn afgeleid.

(foto: december 2014)

De Vlamingen zijn er over het algemeen goed van doordrongen dat je zonder een moedertaal in de grote wereld verloren bent. Ze hebben daar de nodige ervaring mee opgedaan. Hun moedertaal was een tweederangstaal in het Graafschap Vlaanderen, een leengebied van de Franse Koning. De taal van de eerste rang was uiteraard het Frans van de aristocratie en de elite. Het Nederlands was de taal van de burger, de ambachtsman en de handelaar. De taal groeide mee met de welvaart in steden als Ieper, Gent en Brugge.

Die welvaart was o.a. te danken aan de wolhandel met Engeland. In een conflict tussen Engeland en Frankrijk koos het Graafschap Vlaanderen, ondanks dat het een leengebied van Frankrijk is, de zijde van de Engelsen. Om orde op zaken te stellen en de belasting inning aan zijn wensen aan te passen stuurde de Franse koning in 1302 een ridderleger naar Vlaanderen. Op 11 juli kwam het bij Kortrijk tot een veldslag tussen het Franse en het Vlaamse leger voornamelijk opgebouwd uit burgers en ambachtslieden uit Brugge, Ieper en Gent. Je zou het een burgerleger of stadsleger kunnen noemen. 

De slag ging de geschiedenis in als De Guldensporenslag. Het Vlaamse stadsleger behaalde geheel onverwacht de overwinning op het Franse ridderleger. Het was voor het eerst in de geschiedenis dat een ridderleger in de pan werd gehakt door een burgerleger van piekeniers (lansdragers) en boogschutters. De overwinning van het Vlaamse stadsleger (milities volgens Wikipedia) bezegelde de groeiende macht van de burgerij, d.w.z. de gilden van de ambachtslieden en de handelaren. 

Het gevolg was dat de gilden bestuurlijke macht begonnen op te eisen waarmee de steden voortaan geduchte concurrenten werden van de bestuurlijke en militaire aristocratie. Iets soortgelijks gebeurde bivoorbeeld ook in Utrecht in 1304. In die tijd was er veel contact tussen Vlaanderen en Utrecht.

In Friesland werd 50 jaar later een soortgelijke veldslag geleverd als de Guldensporenslag. Bij Stavoren werd in 1345 de Hollandse Graaf Willem IV met zijn Hollandse - Henegouwse ridderleger waarmee hij Friesland wilde bezetten, verslagen door Friese boeren. 

Graaf Willem wilde net als de Franse Koning in Vlaanderen orde op zaken stellen bij o.a. de belastinginning en de rechtspraak. Terwijl de Friezen na hun overwinning 150 jaar lang hun onafhankelijk wisten te bewaren, moesten de Vlaamse opstandelingen na een paar jaar alsnog het hoofd buigen voor de Franse koning. Niettemin was hun stedelijke macht gevestigd en zou voortaan de rest van de geschiedenis mee gaan bepalen. De opkomst van de macht van de gilden is in veel Vlaamse steden nog te zien aan de gildehuizen rond het marktplein in Vlaamse steden als Antwerpen, Brugge, Gent, Leuven, Ieper, Dendermonde, Aalst, Sint Niklaas en ook Brussel.


(verschijnt elke vrijdag)


1 opmerking:

  1. En de Guldensporenslag wordt nog ieder jaar herdacht met de Vlaamse feestdag op dezelfde 11 juli.

    BeantwoordenVerwijderen