maandag 20 juni 2016

VENEZUELA

Een briefkaart uit 1988 waarop Caracas wordt gepresenteerd als een 
hypermoderne stad, wat het in zekere zin ook was. 
In tegenstelling tot andere Latijns Amerikaanse hoofdsteden 
heeft Caracas nauwelijks een historische binnenstad. 
Ik heb het altijd een stad zonder identiteit gevonden, 
zielloos modernisme, het moderne om het moderne.

Venezuela was het eerste Latijns Amerikaanse land dat ik leerde kennen in 1971 toen we met het vrachtschip “Rotterdam” van de KNSM de haven van La Guaira bij Caracas aandeden. Het schip bleef daar een paar dagen  liggen zodat we in een dag op en neer konden naar Caracas. Met een taxi reden we in een uurtje van de haven over de gloednieuwe vierbaans autoweg met tunnels en al tot in het centrum van Caracas.

Ik vond het nogal indrukwekkend. In Nederland hadden we zulke wegen nog maar nauwelijks. Al voor aankomst zag je vanaf de weg de wolkenkrabbers in het centrum. Ook heel indrukwekkend. Dat kenden we toen in Nederland nog niet. Caracas als het New York van Latijns Amerika. New York zelf had ik toen nog niet gezien, net zo min als de andere Latijns Amerikaanse supersteden Mexico-stad, Bogota, Buenos Aires, Sao Paulo en Rio de Janeiro.  

De stad ligt in een kom tussen de bergen. het eerste wat je opviel waren de volgebouwde berghellingen. Schots en scheef door elkaar staande huizen. Soms tegen zo’n steile hellingen aan gebouwd, dat je je afvraagt hoe men daar kan thuiskomen.  Jaren later zou ik enkele krottenwijken bezoeken. Het is weefsel van smalle straatjes. Niks is er gepland. de ordening is spontaan, organisch alsof het een levend wezen is dat langzaam over de helling groeit.

Caracas bewees de opvatting van de Karmeliet Frans Rosier dat Latijns Amerika het continent van de toekomst was. Europa zou geestelijk en materieel dicht geslibd zijn. Het verleden een ballast die het heden in de weg stond. In Latijns Amerika lag de toekomst open. Vanuit Cuba waaide nog altijd een revolutionaire geest van verandering en vernieuwing. De Latijns Amerikanen waren bezig met de ontdekking van de nieuwe mens en de nieuwe maatschappij. Hippiedom, Woodstock en de protesten tegen de Vietnamoorlog en de atoombom waren daarmee vergeleken oprispingen van jeugdige opstandigheid.

Zoals je op deze ansichtkaart uit Venezuela kunt zien, 
is het een land van enorme tegenstellingen.
Indianenstammen die nog leven zoals in de tijd 

van de Spaanse verovering in de zestiende eeuw  
naast de bewoners van een ultramoderne stad als Caracas. 
Dit Guaita gezin is gefotografeerd in Alto Orinoco, 
een gedeelte van Venezuela dat nog met oerwoud is bedekt.

Nu ruim veertig jaar later is er van de toekomst van Latijns Amerika niks meer over en van Venezuela nog minder. De Cubaanse revolutie is dood. Het wachten is op de begrafenis.Venezuela is een ramp geworden, een voorbeeld van hoe een land volledig ontwricht en in verval kan raken als gevolg van onervaren en dol gedraaide machthebbers die met hun land en volk experimenteren als in ene laboratorium.

Venezuela is het nieuwste bewijs dat de bouwstenen van het socialisme niet deugen. Het lijkt zo mooi, alle mensen gelijk en eerlijk delen. In het olierijke Venezuela moest dat toch kunnen. Maar als geld door de ramen binnen vliegt, vliegt het er door de deur weer uit. Je moet wel blijven investeren en produceren, je onderwijs bijhouden, je staatsapparaat effectief laten functioneren en alle bewoners van het land de kans geven mee te doen.

Hoe is het zo ver kunnen komen? Tijdens mijn eerste bezoek in 1971 was Venezuela nog een voorbeeld van politieke stabiliteit en economische groei. Christen democraten en Sociaal democraten wisselden elkaar af. Het land functioneerde op basis van democratische beginselen en kapitalisme. De twee partijen deden als volkspartijen hun best de nieuwe rijkdom van olie en bauxiet eerlijker te verdelen. 

Wat ging er dan mis? Ik vermoed dat in de loop der jaren als gevolg van de gemakkelijk verworven rijkdom, de corruptie in het politieke systeem geslopen is met als gevolg totale verrotting. Toen de militair Chavez hier uit naam van het volk tegen opstond was een klein duwtje genoeg om het geheel te doen instorten. Tijd voor iets nieuws leek het. Chavez introduceerde het socialisme van de 21ste eeuw en diepte uit de vergeten de anti-koloniale held en bevrijder Simon Bolivar op als het nieuwe voorbeeld, net zoals Castro op Cuba had gedaan met Marti.


Cuba werd voor Chavez het grote voorbeeld. Kon of wilde Chavez niet zien dat Cuba na bijna 50 jaar socialisme ook totaal verrot was? Durfde of kende hij geen andere meer begaanbare weg om de ongelijkheid in zijn land te bestrijden en tegelijk de economie draaiende te houden? Nu is het land totaal verarmd en politiek gedesoriënteerd. Niemand weet een uitweg, ook de oppositie niet. De democratische instellingen zijn uitgehold,  er is een geen democratisch politiek leiderschap. De economie ligt in puin. Zelfs de oliewinning werkt niet meer.

1 opmerking: