maandag 2 maart 2015

MARK ROTHKO: KUNST ALS RELIGIE

Drukte in de zalen met de schilderijen van Rothko. Gemeentemuseum den Haag, 20 februari 2015

Ik ging met gemengde gevoelens naar de overzichtstentoonstelling van Rothko in het Haagse GemeentemuseumJaren geleden had ik al eens een een tentoonstelling van wat zijn klassiek werk is gaan heten, gezien in de Fondation Beyeler bij Basel, Zwitserland. Ik was toen enkele jaren aan het schilderen en wist niet goed wat ik met hem aan moest. Hoe ik ook keek, de schilderijen openden bij mij geen poort naar een transcendentale ervaring en ik ging er ook niet van mediteren. Volgens de tentoonstellingsmakers van de Fondation en nu ook van het Gemeentemuseum was dat toch wel de bedoeling van Rothko.

Voor de zekerheid heb ik nog eens nagekeken op de website van de Fondation Beyeler. “The calmed tension and quiet sublimity of these paintings is achieved by means of contrasting colours which, in combination with the simple forms, are intended to create a meditative experience. According to Rothko, the indeterminacy of the paintings’ inner structure erased memory and liberated recollection. Given Rothko’s Jewish background, mystical connotations can no more be ruled out than the conscious reference to the tradition of the sublime in European painting. Rothko regarded his paintings as living organisms: for him, colour was something deeply human and sensuous, but at the same time it served as the gateway to transcendental experience.”

Ik was dus benieuwd wat deze tentoonstelling bij me zou los maken zoals maar of het nu wel tot meditatie en transcendente ervaring zou komen, betwijfelde ik. Zeker toen ik de rij mensen voor de kassa zag en vervolgens de drukte in de zalen. Ik was zo te zien in een hoogmis van de schilderkunst terecht gekomen. De waarschuwende tekst aan de muur dat men in stilte het beste kon genieten van de tentoonstelling, bevestigde die indruk. Het publiek trok zich de woorden blijkbaar aan en schuifelde stilletjes of zacht fluisterend de zaal in. Het was alsof ze een kerk binnen gingen.

Mark Rothko, Rood Vlak, 1955. National Gallery of Art, Washington. Gift of the Mark Rothko Foundation inc. 
De zalen waren half donker. Ik las dat Rothko dat zelf ook altijd zo gewild had. Hij zou vanwege de onjuiste belichting van tentoonstellingen hebben afgezien. Het gevoel in een kerk beland te zijn, werd sterker. Niet dat iets tegen kerken heb, integendeel ik heb aan de kerkgang plezierige herinneringen over gehouden: rustgevend, vertrouwd, plechtig en vooral ook veel te zien en te horen. Misschien had ik daar wel leren kijken? Maar dit was de eerste keer dat ik kerkgang en museumbezoek met elkaar in verband bracht. Ik besefte als bij blikseminslag dat het spirituele (zwarte?) gat dat de secularisering in onze samenleving heeft geslagen, nu opgevuld wordt met kunst kijken en beleven. Alle secularisering te spijt blijven de mensen behoefte hebben aan religieuze/spirituele inspiratie.

Sommigen liepen eerbiedig rond alsof ze in een gewijde ruimte waren. Anderen stonden of zaten peinzend voor een schilderij of waren ze aan het mediteren?Dat viel natuurlijk niet mee in al die drukte. Toen ik zacht fluisterend wat zei tegen mijn vriendin, draaide een vrouw zich geërgerd om en siste sssst! Verdorie, ik was inderdaad in een dienst verzeild geraakt. Mijn vriendin vond het maar raar. Je mocht toch nog wel met elkaar praten?

Transcendentale ervaringen opdoen met hulp van een schilderij, vind ik moeilijk. Wat is een transcendentale ervaring eigenlijk? Buiten jezelf treden, in een hoger “iets” opgaan, het universele ervaren, je onsterfelijk voelen of een moment van inzicht? Dat laatste ken ik dan weer wel. Het is me wel eens overkomen dat ik plotseling, als bij donderslag begreep wat de schilder met zijn schilderij bedoeld heeft. Dat is ontroerend en verbazingwekkend. Je voelt je even heel gelukkig. Maar dat gebeurt zelden. Net zo zelden als dat ik helemaal over een schilderij dat ik aan het maken ben. Het is vaker niet helemaal dat wat je wilde scheppen dan dat het volmaakt in overeenstemming is met wat in je hoofd zit. Zoiets moet God ook overkomen zijn toen hij de wereld en de mensen schiep. Dat is dan weer een mooi inzicht ook al denk ik dat God niet bestaat.
Piet Mondriaan, Victory Boogie Boogie, New York 1942-1944, Gemeentemuseum den Haag.

Maar om dat nu een religieuze ervaring te noemen zoals Rothko volgens een tekst in het museum zou hebben gedaan, gaat me dan toch weer te ver. “De mensen die staan te huilen voor mijn schilderijen, hebben dezelfde religieuze ervaring als ik toen ik ze schilderde”. Huilen lijkt me ook wat ver gaan maar ja mensen kunnen soms héél gevoelig zijn. Mij is het nog nooit overkomen. Ik ben al lang blij als ik meen het werk een beetje aan te voelen.

Aan het einde van de tentoonstelling hangt een schilderij van Rothko naast niet zo maar een Mondriaan maar naast zijn schilderij der schilderijen: Victory Boogie Woogie. Het spijt me voor Rothko maar die confrontatie verliest hij. Mondriaan komt daar als een overwinnaar uit vanwege zijn lichtheid, zijn humor en zijn aardsheid als ik het zo mag uitdrukken. Rothko bewonderde Mondriaan en dat is goed voor hem maar hij mist helaas diens gevoel voor humor en ritme.


Het grappige is dat ook in het halfdonker Victory Boogie Woogie licht blijft uitstralen. Enkele schilderijen van Rothko doen dat ook maar de zwaarte van het bestaan overheerst in zijn schilderijen. Ze gaan als het ware ten onder aan hun eigen kleurgewicht. Dat is jammer. Was hij toch maar een colorist geworden, maar dat wilde hij niet ook al bewonderde hij Monet. Hij wilde meer zijn dan een colorist. Soms is hem dat enigszins gelukt.

1 opmerking: