![]() |
Doña Maria staat elke morgen vroeg op om de enige koe die het gezin heeft, te melken. |
Maar nog voordat hij zijn geweer kan pakken, zegt een zachte stem, een vrouwenstem, dat hij niks te vrezen heeft. Hij herkent de stem van zijn zus. Haar gezicht doemt op uit de duisternis. Ze glimlacht verlegen naar hem. Hij staat op en begroet haar met een kus en een knuffel. Ze drukt zich heel even tegen hem aan alsof ze bescherming zoekt maar dan is ze weer op zichzelf. Hij vraagt of ze bij hem komt zitten zodat ze zich kan warmen aan het vuur.
Ze heeft een poncho tegen de nachtelijke kou. Hij kijkt haar aan en vraagt of ze in orde is. Ze knikt zwijgend met een mengeling van verdriet en geluk op haar gezicht. Of is dat de speling van het schijnsel van het vuur dat alles nog dramatischer maakt dan het al is?
Zeg moeder dat alles in orde is en dat ze zich geen zorgen maakt. Ik zal proberen af en toe langs te komen zodat ze met eigen ogen kan zien dat het goed met mij gaat. Diego vraagt indringend of ze er zeker van is bij Efraim in de bergen te blijven. Ik heb beloofd met hem mee te gaan en daar hou ik me aan. Wat de toekomst brengt? Dat weet ik niet. Voorlopig zijn we bij elkaar en dat is het belangrijkste.
Rosa lacht voorzichtig naar hem, staat op en kust hem vluchtig op zijn wang. Diego beseft dat haar besluit vast staat. Hoewel ze eigenlijk nog een kind is, een meisje van vijftien, is ze ook al vrouw, een vrouw die haar eigen lot bepaalt. Daar wil hij geen afbreuk aan doen.
Hij verzekert haar dat ze altijd terug naar huis kan als ze dat wil. Moeder Maria heeft dat zo tegen hem gezegd. Er zullen geen verwijten gemaakt worden. Ook Efraim is welkom. Er is altijd wel een plaatsje voor hen beiden te vinden. Ziet hij nu een zekere ontroering op het gezicht van Rosa? Heeft ze diep in haar hart dan toch spijt of is er meer aan de hand? Hij kijkt haar vragend aan. Ze draait zich bruusk om en zonder verder afscheid te nemen verdwijnt ze in de donkerte van de struiken.
Even aarzelt Diego maar dan laat hij haar gaan. Hij kan niet anders. Als ze de weg maar terug vindt in het donker. Staat Efraïm een eind verder haar op te wachten? Hij hoopt het maar. Dat ze zo helemaal alleen door het bos moet lopen, wie weet hoe ver, vindt hij maar niks.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten