Sinds ik gewoond en gewerkt heb in Mexico voel ik mij sterk betrokken bij het land. In die tijd, ik heb het over de jaren zeventig van de vorige eeuw, was er nog hoop dat het goed zou komen met het land. Het land was rijk door olievondsten en toerisme, de media konden vrijelijk hun mening en kritiek uiten, de universiteiten bloeiden, er was werk en ze ontdekten zichzelf in de grote wereld.
Er waren natuurlijk ook grote zorgen. De steden groeiden spectaculair uit hun jas onder druk van de trek naar de stad met als gevolg uitgestrekte krottenwijken. Het te centralistische bestuur bleef in handen van een enkele partij die voornamelijk geleid werd door blanken in een land van mestiezen. De pest van de corruptie heerste van boven tot beneden en had alle staatsinstellingen van hoog tot laag aangetast.
Maar zoals gezegd het was te doen. Het land had een toekomst totdat de drugshandel het land veroverde en criminele benden het leven in de stad en op het platteland naar hun hand begon te zetten.
Geen kneuterbendes zoals bijvoorbeeld de bende van Oss in de jaren dertig van de vorige eeuw maar grootschalig bendegeweld met het nieuwste wapentuig te verkrijgen in de VS, ontvoering, onthoofding, massamoord enz. Er zijn geen morele grenzen voor deze bendes die zich laten leiden door geld en nog eens geld en valse sentimenten en romantiek.
In plaats dat het goed ging komen met Mexico stortte het land in een diepe crisis van geweld. Toen daagde er hoop met de komst van de als links geafficheerde Andrés Manuel Lopez Obrador (afgekort als AMLO) als presidentskandidaat. Hij beweerde tijdens zijn campagnetour door het land de noden van de gewone mensen, de arme mensen op het platteland te kennen en in de steden te kennen en ze te willen oplossen.
Zijn analyse was links, zijn oplossing ook links. Het bendegeweld dat ontaard is in een ware drugsoorlog die instellingen als politie, leger, politiek en rechtspraak nog verder ondermijnde dan al het geval was, is volgens AMLO het gevolg van armoede. Ergo pak de armoede aan en het geweld verdwijnt als sneeuw voor de zon.
Eenmaal tot president gekozen (2018) bedacht hij allerlei sociale plannen voor de arme bevolking waaronder ook een soort minimum oudedagsvoorziening maar het geweld bleef, het werd zelfs erger. Onder zijn bewind nam het drugsgeweld toe in bijna alle staten van Mexico. Nu na zijn zes jaar presidentschap, ziet het er naar uit dat onder druk van de gewapende drugsbendes de staatsinstellingen op instorten staan en het land gemilitariseerd wordt.
“Van alle tekortkomingen en mislukkingen die deze regering kende, is het falen op het gebied van veiligheid en gerechtigheid de duidelijkste erfenis. In deze termijn van zes jaar heeft het geweld een historisch niveau bereikt. De president vertelde het land een vals verhaal: dat armoede en corruptie de enige oorzaken van onveiligheid waren, en dat hun oplossing op magische wijze tot stand zou komen met sociale programma's en voluntarisme. De werkelijkheid was heel anders. 197.563 moorden, 49.830 vermisten en niet gelokaliseerd, meer dan 30.000 kinderen gerekruteerd door de georganiseerde misdaad, en minstens 398.000 ontheemden. Zijn regering stond de territoriale controle op de georganiseerde misdaad, die nu minstens 30% van het land domineert, niet alleen toe, maar verergerde deze ook.
In plaats van de misdaad aan te pakken, koos de president voor een strategie die meer op een pact leek: hij omarmde criminelen in plaats van ze te onderzoeken en te arresteren. Dit zorgde ervoor dat duizenden Mexicanen vandaag de dag moeten betalen om te kunnen werken, een huis te hebben of zelfs een boom te hebben die schaduw biedt. In deze logica van medeplichtigheid liet de president de bevolking aan haar lot over, terwijl het land in een golf van ongekend geweld terechtkwam.
Maar misschien wel het meest zorgwekkende is de afhankelijkheid van een alliantie met de strijdkrachten. De uitvoerende macht militariseerde niet alleen de openbare veiligheid, vernietigde de federale politie en verstikte de lokale politie, maar maakte van het leger ook belangrijke politieke en economische actoren. Het gaf hen controle over de lucht-, de zee- en het land en stelde hen in staat bedrijven zoals een luchtvaartmaatschappij en resorts te runnen. Militaire macht is nog nooit zo groot of zo gevaarlijk geweest voor de democratie in Mexico.
Elf dagen nadat hij de macht had verlaten, consolideerde hij zijn militaristische erfenis. Hij promootte een wet die garandeert dat de strijdkrachten boven de civiele macht staan, waardoor hun interventies op terreinen die niet met hen overeenkomen worden genormaliseerd. Deze wet, goedgekeurd met kunstmatige meerderheden in het parlement, formaliseert de militarisering van het land en laat Mexico in de handen van een apparaat dat niet bereid is de veiligheid van de burgers te garanderen.
Misschien niet vandaag omdat hij en zijn volgelingen aan de macht zijn, maar vroeg of laat zal Andrés Manuel López Obrador herinnerd worden als de president die rechten en vrijheden verpletterde en Mexico in een autocratische staat veranderde, waar het voluntarisme van enkelen de wet is. Hoewel hij de grote kans had om het land te transformeren, gaf hij er de voorkeur aan de controle over de misdaad en de militaire macht over het volk te consolideren. Zijn belofte van een rechtvaardiger land werd bedolven onder het gewicht van zijn onvermogen om echte problemen het hoofd te bieden en zijn oncontroleerbare verlangen om aan de macht te blijven, koste wat het kost, en zelfs om te proberen de volgende president van Mexico te onderwerpen.” (Brief van María Elena Morena in El Universal online, 21-9-2024)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten