vrijdag 22 maart 2024

34. AMERICA LATINA. MILAAN

Groepsfoto gemaakt tijdens het seminar in Milaan. Er waren drie bestuursleden van  "CLAT Caracas". Tweede van links benedenrij buitenland secretaris Henry Molina van de Dominicaanse Republiek. Ook op de benedenrij  5e van links de Mexicaan José Merced Gonzalez, voor CLAT Verbondssecretaris van het Wereld Verbond van Arbeid te Brussel. Op de 4e plaats achterste rij staat de Panamese Vakbondsbestuurder lid van het CLAT bestuur. Uit Nederland zijn aanwezig secretaris Gerrit Pruim, 2e van rechts beneden. Zesde van rechts staand Kees van Kortenhof coördinator van de CLAT werkgroep in Amsterdam. 


Mijn dagelijkse werk aan de Nieuwe Gracht is minder dichterlijk en meer prozaïsch. Op initiatief van ‘Caracas’, waar we de leiding van CLAT in de hoofdstad van Venezuela mee bedoelen, gaan we naar het buitenland om soortgelijke solidariteitsgroepen als de onze op te zetten. 

Het meest voor de hand liggende land is natuurlijk België of liever gezegd Vlaanderen. Een enkele Vlaming, waaronder de ex-priester Erik, brengt een bezoek aan ons kantoor. Hij organiseert vervolgens een bijeenkomst in Turnhout alwaar Gerrit en ik ons best doen om uit te leggen wat er komt kijken om een CLAT Vlaanderen te organiseren.

Het resultaat is de oprichting van een CLAT Vlaanderen. Op 20 april wordt in Turnhout een landelijke bijeenkomst gehouden waarop de statuten besproken worden, de verspreiding van informatie, de organisatie en het verwerven van bekendheid. 

Gerrit en ik zijn ook op een bijeenkomst in Duitsland. Ook daar wordt besloten een solidariteitsgroep met CLAT op te richten. Vanwege de Duitse grondigheid heeft de onderlinge discussie over het hoe en wat nogal wat voeten in de aarde. Praktisch ingesteld als we zijn, doen we de suggestie te beginnen met de oprichting en daarna stap voor stap bezien hoe het verder kan.

De ambities van Caracas reiken nog verder. Er wordt in de zomer van 1974 een seminar georganiseerd in Milaan dat samenvalt met het wereldkampioenschap voetballen in Duitsland. 

Secretaris Gerrit en onze Amsterdamse coördinator Kees en ik worden uitgenodigd om aan een groep Europeanen met in meerderheid Italianen te vertellen hoe onze vereniging is opgezet en georganiseerd. Het belangrijkste daarbij zijn de motivatie en de kunst om aan geld te komen.

Van CLAT zijn drie bestuurders aanwezig. Uiteraard buitenland secretaris Henry Molina uit de Dominicaanse Republiek. De Mexicaan José Merced Gonzalez, namens CLAT is hij Verbondssecretaris van het Wereld Verbond van de Arbeid in Brussel en de voorzitter van een bij CLAT aangesloten Panamese vakcentrale.

Tussen de bedrijven door volgen we het Nederlands elftal tijdens het  wereldkampioenschap. Ik ben geen oranjefan en ook geen echte voetballiefhebber maar het is onmogelijk om te ontsnappen aan het fascinerende totaalvoetbal dat het elftal onder leiding van Johan Cruijff speelt. 

Het is op 3 juli in het jaar 1973 dat we onder het avondeten in het restaurant van het hotel, naar de wedstrijd Brazilië- Nederland kijken. De wedstrijd voldoet aan onze hoogste verwachtingen. Nederland wint met 2 doelpunten, een van Johan Neeskens en een van Johan Cruijf van het onverslaanbaar geachte Brazilië.

Ik laat me zo meeslepen dat ik bij het eerste doelpunt vol enthousiasme opspring zonder op mijn omgeving te letten. Het gevolg is dat mijn tafeltje valt tegen dat van mijn Italiaanse voorbuurman die daardoor een bord spaghetti met ketchup over zijn jas en broek krijgt.

Geschrokken begin ik me te verontschuldigen. Maar dat vindt hij niet nodig. Hij heeft alle begrip voor mijn enthousiasme en zegt lachend dat hij als groot liefhebber van voetbal heel goed snapt hoe belangrijk het is dat Nederland zijn eerste doelpunt tegen Brazilië scoort. Bij het tweede doelpunt ben ik voorzichtiger met mijn enthousiasme.

Vanwege de aanwezigheid van enkele Fransen moet er vertaald worden van Spaans naar Frans en omgekeerd. Ondanks mijn niet zo goede beheersing van het Frans word ik geacht te vertalen. Een van de Spaans sprekende Italianen vertaalt het voor de aanwezige Italianen in het Italiaans. Omgekeerd vertaalt hij vragen en opmerkingen uit het Italiaans naar het Spaans waarna ik het op zijn beurt vertaal naar het Frans.

Het is een tot en met improviseren maar iedereen wil er het beste van maken. Het taalprobleem is voor geen van de deelnemers een reden om af te haken. Voor mij is het soms zo vermoeiend dat ik van de weeromstuit verward raak in de vertalingen zodat ik Frans spreek waar het Spaans moet zijn of Nederlands waar het Frans moet zijn. Internationaal werk is je behelpen en improviseren.

 

1 opmerking: