donderdag 3 augustus 2023

ARMANDO


 

Ik heb het boek “ Ik bel je wel als ik dood ben” gesprekken met Armando door zijn goede vriend Cherry Duyns gelezen (Atlas Contact, Amsterdam  Antwerpen 2023.) De gesprekken bestrijken de periode 2011 tot 2017.  Armando stierf een jaar later.

Duins en Armando waren dikke vrienden al vanaf de tijd dat ze in hun jonge jaren bij de Haagse Post werkten. Het zijn hechte vrienden waardoor de gesprekken ook ergens over gaan al vallen ze soms in herhaling. Dat krijg je als je een lange geschiedenis deelt. Zo halen ze geregeld herinneringen op over hun gezamenlijke TV programma’s en theatershows “Herenleed, een programma van weemoed en verlangen” die ze samen met de rockdichter Johnny van Doorn hebben gemaakt.

Weemoed en verlangen komen ook steeds terug in de gesprekken en is ook de kern van het schilderwerk van Armando. Het werk waar hij vooral in Duitsland beroemd en bekend is geworden. Het is geen weemoed en verlangen naar vroeger, maar naar de onschuld, de onschuld die verloren is gegaan en de basis is van de tragiek van het menselijk bestaan. Armando zegt herhaaldelijk in de gesprekken dat hij de tragiek van de mens schildert of wat beter bij hem past in verf uitdrukt.

Om de tragiek van het mens maximaal te kunnen uit te drukken verft Armando ruw en bijna vormloos. Hij geeft slechts een ruwe aanduiding, onscherpe contouren van zijn onderwerp die tegelijk de essentie aangeven. Geen gelijkenissen en zeker ook geen details. Die leiden af.

Wat hem ook niet interesseert is de schoonheid der dingen. Schoonheid past niet bij schuld en tragiek. Ook niet uitgesproken lelijkheid al zullen veel mensen die denken dat schilderen tot doel heeft de schoonheid van de wereld uit te beelden, zijn werk lelijk of zelfs onooglijk vinden.

Daar zit Armando niet mee. Zijn inspiratie tot scheppingen dringen zich naar eigen zeggen aan hem op. De beelden moeten er uit, uit zijn hoofd. Ondanks de spontane inspiratie, bereid hij elk schilderstuk voor met een of meer tekeningen. Soms leidt een schilderij tot een sculptuur.

Het beste is de werkwijze van Armando te zien aan bijvoorbeeld zijn werk “Die Fahne” Simpeler maar meteen ook indrukwekkender kun je een vlag niet schilderen. Een vlag zonder kleuren maar wel een vlag. De essentie van de vlag, van alle vlaggen.

De menselijke tragiek van de schuld heeft Armando ervaren toen hij als puber nieuwsgierig was naar wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog in en om het Duitse concentratiekamp Amersfoort afspeelde. Dat heeft zijn verdere leven getekend samen met een overweldigende ervaring met een Duitse soldaat die hij aantrof in de bossen rond het Kamp Amersfoort.

Veel wil hij over die ervaring in de gesprekken niet kwijt. Het meest veelzeggend zijn z’n woorden “het was hij of ik” wat er op kan wijzen dat hij de soldaat heeft gedood. Maar daarover weigert hij iets te zeggen. Hij beschouwt het incident als gesloten. Hij wil ook niet praten over schuld, schaamte of boetedoening. Het is wat het is. Het is gebeurd zoals het gebeurd is.

Dat zijn schilderijen met dit thema vooral in Duitsland weerklank hebben gevonden is begrijpelijk. Na de Tweede Wereldoorlog is Duitsland een land geworden van schuld en daarmee ook van de tragiek van het mens zijn, in dit geval Duitser zijn. De Duitsers voelen zijn schilderijen uit eigen ervaring aan.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten