Als bewonderaar van Putjniski draagt Victor Orbán ook rode laarsjes. |
Eerste Minister Victor Orbán pleegt verraad aan Hongarije of in ieder geval aan de Hongaarse opstand van 1956 tegen de Sovjet Unie en dus Rusland. Hongarije was het eerste land in het Oostblok dat in opstand kwam tegen de dictatuur van het communisme die het land na de Tweede Wereldoorlog kreeg opgelegd door de Russische Communistische partij.
De opstandelingen slaagden erin de communistische regering te verdrijven.
“De opstand leek eind oktober, begin november zelfs te slagen: de nieuwe regering trad uit het Warschaupact en kondigde een neutrale status aan om de Sovjet-Unie geen gezichtsverlies te bezorgen en niet het gevoel te geven dat ze bedreigd zou worden. … Van 28 oktober tot 4 november werd er ook niet gevochten.” (Wikipedia: Hongaarse Opstand)
Helaas duurde de bevrijding niet lang. Russische troepen vielen op verzoek van de verdreven regering en onder het mom van het Warschaupact het land binnen en omsingelden Boedapest.
“Als eerste maatregel werd op 3 november een Hongaarse delegatie onder leiding van minister van Defensie Pál Maléter, die kwam onderhandelen, gearresteerd. Een dag later, op 4 november 1956, vielen troepen van het Warschaupact het land binnen, en sloegen de opstand, die 13 dagen geduurd had, neer. De licht bewapende opstandelingen konden niet op tegen de Sovjets die zeventien zwaarbewapende divisies inzetten. Boedapest werd omsingeld en de tanks reden de straten binnen….Bij de gevechten kwamen naar schatting vijfentwintighonderd Hongaarse burgers om het leven. Het aantal doden aan de zijde van de Sovjet-Unie wordt geschat op bijna achthonderd.“ (Wikipedia: Hongaarse Opstand)
Onderhandelen met Russen is er dus niet bij. Meer dan 200.000 Hongaren ontvluchtten hun land. Een deel van hen kwam terecht in Nederland. Als kind heb ik zwart wit beelden gezien van wanhopige gezinnen die met de trein in Amsterdam of elders aankwamen.
In 1991 bood de Sovjet Unie officieel excuses aan voor de inval. Eind 1992 herhaalde de Russische president Boris Jeltsin die excuses voor het Hongaarse parlement.
Je zou denken dat met zo’n geschiedenis Orbán en zijn kiezers hun lering zouden trekken en de parallellen met Oekraïne zouden zien. Blijkbaar is dat niet het geval. Orbán en zijn aanhangers denken dat je redelijk zaken kunt doen met Putjinski. Dat hij de belangen van Hongarije zal respecteren.
Ik heb na de val van de muur de Hongaars vakbonden leren kennen als gematigd, tolerant en democratisch gezind. Men was blij aansluiting bij West Europa te hebben. Gezien de wijze waarop de Hongaarse vakbonden te werk gingen, had ik er alle vertrouwen in dat democratie en economische ontwikkeling veilig gesteld waren.
Helaas, oude politieke krachten hebben de autoritaire Orbán op het schild gehesen. Bijna schaamteloos heult hij met Putjinski, hij is al net zo machtsgeil als de Wit Russische president Loekasjenko, alleen is die nog een graad erger. Macht maakt blind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten