Voor ons vertrek met de KNSM vrachtboot 'Trident Amsterdam' houden we nog een paar dagen vakantie aan zee in de havenstad Cartagena, alwaar de boot zal aanmeren. |
Enfin, ons gesprek met de oom van de geheime dienst die dus helemaal niet zo geheim is als je wel zou denken, verloopt in de allerbeste sfeer. Het is een soort theekransje met een kennismakingsrondje. De opzet van het charmante niet te korte rokje van Krullenbol werkt naar verwachting. Hij is helemaal weg van haar en haar Spaans.
Maar ja, op een gegeven moment moet er een einde komen aan de ontmoeting waarschijnlijk toch ook bedoeld om ons in te schatten zodat het verantwoord is om ons langs de weg van de speciale gasten de benodigde vertrekpapieren te verstrekken. Hij telefoneert kort en begeleid ons allervriendelijkst naar de veel lager gelegen administratieve afdeling.
Ik zou bijna zeggen de kelder maar zo diep was het ook weer niet. Daar zijn weer andere heren bezig die ons minzaam of is het behoedzaam ontvangen en begeleiden naar een kamer alwaar vingerafdrukken van ons worden genomen en een foto wordt gemaakt.
De gehele ceremonie verloopt vlot en zonder onderbreking. Er wordt ons niets gevraagd, er wordt nauwelijks gesproken behalve dan de instructies. Aan het einde van de rit krijgen we onze paspoorten terug die de oom allervriendelijkst boven op zijn kamer van ons had ingenomen.
Daarin staan nu de benodigde stempels van de DAS. We kunnen het land verlaten zonder bang te zijn voor problemen bij de grenspolitie van Cartagena. Mijn vraag of we nog enige leges of iets van dien aard moeten betalen, wordt vriendelijk weg gewuifd. We verlaten opgelucht, bijna vrolijk de Geheime Dienst Toren. Daar zijn we dankzij Fernando goed vanaf gekomen.
We beginnen vanaf dat moment het land anders te bekijken, met ogen die beseffen dat het afscheid nadert. We zuigen deze laatste dagen alles wat we zien, horen en ruiken extra op. Voor zover dat kan want ons hoofd zit al barstens vol indrukken. Het zal tijd kosten om dat allemaal te verwerken en te ordenen te beginnen in een scriptie politicologie.
Het land is vergeleken met Nederland nieuw en vooral jong. Het is een land van beloften vooral voor de jongeren die er de grote meerderheid vormen. Jongeren zijn uitgelaten, dynamisch en bereid van alles en nog wat te proberen. Er is nog geen levenservaring die hun waarschuwt te bezinnen alvorens te beginnen. De toekomst van Colombia ligt open, meer dan die van Nederland. Daar heeft zich in de loop der eeuwen een mal ontwikkeld van welbevinden en bezonnenheid. Het zou kunnen dat het er teveel geregeld wordt maar dat is wel comfortabel en wie wil dat niet?
Zullen we onze nieuwe Colombiaanse vrienden ooit weer zien? Zal ik Frans Rosier ooit weer spreken? Zullen we ooit weer de bus nemen in Bogotá, oplettend door de straten flaneren, de post gaan halen bij Avianca, een koffie drinken in een van de vele cafeetjes?
We denken van niet. De overtocht is duur dus zo maar even Colombia bezoeken voor een vakantie of zo zit er niet in. Maar zeker weten doen we het ook niet. We zijn in ieder geval vast van plan om als het even kan weer terug te komen. Is het niet naar Colombia dan toch een ander land in Zuid of Midden Amerika. Er valt nog zoveel te ontdekken.
We hebben land en volk kort maar intens leren kennen en dat kan niemand ons meer afnemen. We hebben nieuwe vrienden opgedaan die we -wie weet - in de toekomst weer zullen ontmoeten. Ik heb geleerd mijn opgedane boekenwijsheden nog meer dan vroeger te toetsen aan de werkelijkheid.
(einde van dit deel van mijn levensverhaal)
Benieuwd naar het volgende deel.
BeantwoordenVerwijderen