vrijdag 8 april 2022

43. HET BELOOFDE LAND. VREEMDE NACHT

 

Links Roberto (el flaco) en rechts Humberto (el gordo)

Met Els en haar moeder spreken we af dat we morgen meegaan naar Villa De Leyva, een voor toerisme opgeknapt koloniaal stadje. Fernando belooft dan weer dat hij vanavond zijn Beatrice zal meebrengen naar de bijeenkomst ofwel reunion. Ze is net terug uit Neiva waar zij als ook Fernando wonen. Na zijn vertrek oordeelt de moeder van Els dat ze  Fernando een heel mooie, nette jongen, vindt.

Het gezelschap van de avond - de reunion - vult het hele appartement: Oscar met Cielo, Oscar’s vriend Roberto, bijgenaamd El Flaco, Humberto, bijgenaamd El Gordo, dan een mij onbekende vriend van Oscar,  Fernando met zijn Beatrice en Efraïn zonder Gloria. We vermaken ons zelf met kaart trucjes, praten, veel praten, aguardiente, het plaatselijke vuurwater en gezang waarbij we begeleid worden door gitaarspel van Oscar en Efraïn. 

Beatrice moet voor twaalf uur thuis zijn van haar ouders, die toevallig ook in Bogotá zijn. Humberto zal haar met de auto van Oscar wegbrengen. Na aandringen van ons allemaal gaat Fernando alsnog mee naar beneden om afscheid te nemen van zijn vriendin. Dat gaat niet goed. Buiten gaan ze verder met ruzie maken. Niemand weet waarover het gaat, we zijn nieuwsgierig maar ook discreet en laten het stel zijn gang gaan.

De twee bewakers van het appartement, politie agenten met een extra baantje, denken daar heel anders over. Zij beginnen zich er mee te bemoeien met als gevolg een partijtje bekvechten met Fernando als middelpunt. Van boven uit het raam kan ik niet goed zien wat er precies gebeurt maar ineens rennen Fernando en Beatrice samen weg, zo te zien terug naar binnen. Humberto gaat er achteraan. Ik hoor aan de klap van de deur dat ze alle drie binnen zijn.

Wat hebben we gemist dat ze zo ineens weer naar binnen rennen? Ik en de rest met mij wil weten wat er loos is. Fernando zegt geschrokken te zijn van de bewakers die op het moment dat een politie auto - een radiopatrouille - arriveerde agressief werden. Een combinatie die geen goeds voorspelde. De schrik zit er bij Beatrice goed in. Cielo ontfermt zich over haar. 

Iedereen is het er over eens dat de komst van de politie alles erger heeft gemaakt. Voordat je het weet, nemen ze je mee en dan raak je het zicht kwijt op wat er allemaal kan gebeuren. Gewoonlijk word je meegenomen en dan is het afwachten wanneer en hoe je vrij komt. Betalen moet je sowieso maar de vraag is hoeveel?

Ik sta met mijn oren te klapperen. Als ik het goed begrijp is de Colombiaanse politie helemaal niet je beste vriend. Het tegendeel, het zijn boeven die een slaatje proberen te slaan uit hun werk. In plaats van beschermd te worden, word je gegijzeld totdat je betaalt. Veiligheid bestaat niet. Onveiligheid is normaal en om het niet erger te laten worden, moet je betalen. Voor mij staat de wereld op zijn kop, voor mijn vrienden is het de normaalste zaak van de wereld.

Niemand durft nu nog naar huis te gaan. Pas als de bewakers en hun trawanten weg zijn, is het veilig vertrekken. Dat wordt wachten tot ze afgelost worden en dat is pas morgenvroeg bij zonsopgang. Beatrice kan niet naar huis. Het wordt al met al een vreemde nacht in het appartement van Rosier. Sommigen vallen om een uur of drie om van de slaap, anderen kletsen maar door. Ik hoor dat Cielo in de keuken een betoog afsteekt tegen Beatrice over liefde, politiek en godsdienst. Ik kan er geen touw aan vast knopen maar dat ligt vast aan mij. Fernando verontschuldigt zich voortdurend bij mij. Ik haal mijn schouders op. Dit had mij net zo goed kunnen overkomen.

Ik stel Dora voor om een poging tot slapen te doen. Straks moeten we op stap met Els en haar Moeder. We trekken ons terug op onze slaapkamer maar van slapen komt niks meer. We zijn door de drukte over onze slaap heen. Voordat we er erg in hebben is het vijf uur, tijd om ons klaar te maken voor vertrek. De afspraak is half zes. Voordat we gaan, vraag ik aan iedereen straks het appartement min of meer schoon achter te laten en niet te vergeten de deur bij vertrek goed dicht te maken.

Opgetekend in Bogotá op 19 juli 1971

(wordt vervolgd)

1 opmerking: