Spontaan afscheidsconcert in Kenitra op de avond voor vertrek naar huis. |
Een noodgedwongen rantsoen van thee en droog brood ter bestrijding van diarree heeft tot voordeel dat het goedkoop is maar het begint je na een paar dagen wel de keel uit te hangen. Ergens in de Pyreneeën aan de Franse kant, komen we langs een uitspanning met reclame voor friet en andere lekkernijen. De lucht van frietvet komt ons tegemoet gewaaid. Door het noodrantsoen zijn we er extra gevoelig voor. De prikkeling is ondraaglijk.
We besluiten spontaan dat het genoeg is geweest en bedwingen ons verlangen naar de gefrituurde aardappel niet langer. Het moet toch onderhand kunnen. Ons offer voor herstel van de darmbalans is groot genoeg geweest. Niet dus. Ons lichaam volgt zijn eigen wetten en het gaat dus weer fout. Gelukkig zijn poepdoos en wasgelegenheid op de Franse campings beter dan waar we aan gewend zijn geraakt, maar het blijft behelpen. Zo trekken we hortend en stotend verder naar het noorden. Gelukkig houdt ons autootje zich in het land van zijn geboorte koest. Geen zand in de carburateur, geen lekke band of andere ongemakken zodat we op koers blijven richting België.
Wat maar niet wil meewerken is het weer. In België komen we terecht in intense regenbuien. Het land blinkt normaal al niet uit in een overzichtelijk wegennet, de bewegwijzering is allerbelabberdst, maar met regen wordt het twee keer zo moeilijk je weg te vinden, zeker als er hier en daar ook nog omleggingen zijn. Het gordijn van regen dat ons omsluit maakt ons hulpeloos. Op zoek naar een camping verdwalen we hopeloos in de binnenlanden. Om het nog moeilijker te maken, begint het donker te worden. Moe van de ruitenwissers, het geruis van de regen op het linnen dak en het zoeken naar de weg, besluiten we op het eerste en beste fatsoenlijke grasveld dat we tegenkomen onze tenten op te slaan. Morgen zien we wel weer verder.
We worden wakker van stemgeluiden boven onze tenten. Het is nog vroeg. Alles is nog vochtig van de regen. Door de tentopening kijk ik recht in de nieuwsgierige gezichten van een groepje jongens en meisjes. Schooljeugd zo te zien. We staan op een sportveld bij een school en de scholieren willen wel eens weten wie we zijn en wat we daar doen. Niks natuurlijk, wanhoop van gisterenavond heeft ons hier gebracht maar leg dat maar eens uit. Ze vergapen zich aan ons, aan ons autootje en onze tenten. Ons besluit is kort en krachtig. Wegwezen hier, voordat er vervelende dingen gebeuren met de schoolleiding of zo. We gooien de boel nat en wel achter in de kofferbak en maken dat we weg komen. Thuis zien we wel verder.
Dit was onze laatste belevenis over de grens. We rijden aan een stuk door naar Dora’s ouders, onze eerste stop op weg naar Nijmegen. We worden lichtelijk verbaasd en ingetogen ontvangen. Tot mijn verbazing is alles nog hetzelfde. Voor mijn gevoel zijn we lang van huis geweest maar dat is bedrog. Al met al zijn we vier weken weg geweest maar het lijkt wel een jaar, zoveel indrukken heb ik opgedaan.
Ongerust zijn ze thuis niet geweest maar evenmin op hun gemak. Al die tijd hebben ze niks van ons gehoord en natuurlijk, geen bericht is goed bericht maar je weet natuurlijk nooit. Dat hun dochter op stap was met haar vrijer en nog twee studenten was tot daar aan toe maar wat kan er onderweg allemaal niet gebeuren? Bij de ANWB weten ze daar alles van. Dora’s vader is en blijft een man van weinig woorden. Hij vraagt of de auto het goed gehouden heeft? Voor een oud tweedehands autootje mogen we niet klagen. Het was al met al een leerzame reis.
(slot)
Het was leuk om deze serie te lezen!
BeantwoordenVerwijderen