maandag 29 maart 2021

IN MEMORIAM MUCHTAR PAKPAHAN

 


Ik heb de altijd minzaam lachende Pakpahan in de tijd ontmoet toen hij als oprichter van de oppositie vakbond SBSI al tot voorzitter was verkozen (1994-1998). Hij was de man van wat in Indonesië werd genoemd de Reformasi, wat het beste vertaald kan worden als democratisering. De SBSI was een dissidente vakbeweging zoals Solidarnosc in Polen. Pakpahan had hetzelfde charisma als Lech Walesa, de moed en de durf om de confrontatie aan te gaan met dictator Soeharto.

Pakpahan valt in de categorie van de man met de ijzeren hand in een fluwelen handschoen. Want hoe minzaam en bescheiden hij ook was, hij wist wat hij wilde. Toen Soeharto hem in de gevangenis zette, kwamen er internationale campagnes voor zijn vrijlating op gang onder andere bij CNV en het Wereld Verbond van de Arbeid waarbij het CNV internationaal was aangesloten. Hij werd een internationale beroemdheid.

In de internationale vakbondswereld dongen de twee toenmalige democratische wereldvakcentrales IVVV en WVA om de hand van Pakpahan en zijn SBSI zoals indertijd ook het geval was met Solidarnosc. Solidarnosc loste het probleem van de rivaliteit tussen de twee wereldvakcentrales op door lid te worden van beide. De SBSI koos voor het WVA dankzij de inzet van het CNV en met name diens toenmalige voorzitter Anton Westerlaken tevens vice-voorzitter van het WVA, dit tot woede van de FNV bij monde van dienst internationale man Tom Etty.

Na zijn vrijlating won de SBSI onder leiding van Pakpahan met gemak de strijd met de regeringsgezinde vakbonden. Dat op zijn beurt versterkte de ambities van Pakpahan om te proberen door middel van  de intussen door hem opgerichte sociaal democratische arbeiders partij president te worden van Indonesië. Als lid van een protestants christelijke minderheid maakte hij echter weinig kans tegen het nog altijd sterke traditionele politieke netwerk.

In de dagen dat hij besliste om definitief zijn voorzitterschap van de SBSI op te geven om zich te wijden aan de strijd om zijn presidentschap vroeg hij mij wat ik van dat idee vond. Ik heb het hem afgeraden. Als voorzitter van de SBSI zou hij veel meer troeven voor langere tijd in handen hebben. Helaas besloot hij toch voor het presidentschap te gaan dat hij verloor. Daarna botste hij enkele malen met de SBSI en raakte uiteindelijk in vergetelheid. Hij ruste in vrede.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten