vrijdag 19 april 2019

MAKE LOVE NOT WAR (WERKTITEL): 8. TRUI ARTIESTEN

Links de pijp rokende Sartre op een terras in Parijs. Rechts Toon Hermans tijdens een optreden van zijn One Man Show in 1967 met de sketch "Seks in Lapland".

Het vooruitzicht op een tentamen statistieken maakt sommige van mijn studievrienden bijna wanhopig. Maar het moet want zonder kansberekening blijft van de sociologie weinig aan wetenschap over, niet veel meer dan een hogere vorm van natte vinger werk. Er zit dus niks anders op dan statistieken te studeren tot je er bij wijze van spreken bij neervalt. Een troost is dat het met twee tentamens gedaan is. Sommigen beseffen dat en bijten door, anderen haken af en gaan wat anders zoeken. Dat zijn de vroege afvallers. Sociologie is een hard vak.

Alleen met hulp van statistieken kun je het menselijk gedrag enigszins benaderen, maar ook niet meer dan dat. Ze zeggen niet voor niks dat het bij mensen alle kanten kan opgaan maar nooit de goeie kant. Het kan vriezen en het kan dooien. De ene keer zeggen ze dit, de andere keer doen ze dat. Mensen zijn wetenschappelijk gesproken hoogst onbetrouwbaar, veel onbetrouwbaarder dan het universum waar de aarde altijd dezelfde rondjes om de zon draait en appels altijd naar beneden vallen, niet links of rechts maar naar beneden. Kom daar maar eens om bij de mensen. 


Na dagenlang in afzondering gestudeerd te hebben in een oud huis, op een naargeestige zolderkamer met een dakraam waaruit je al een even naargeestig uitzicht hebt over Nijmeegse daken, halen we
dankzij oeverloze overhoringen en veel oefeningen met statistieken, het kostbare tentamen. De eerste en volgens ervaringsdeskundigen grootste hobbel van ons eerste jaar hebben we genomen. We zijn toe aan een pauze. 

We maken het plan om met vieren te gaan liften naar Parijs. Waarom Parijs weet ik niet. Ik vermoed vanwege ons verlangen naar avontuur en welke stad binnen handbereik is avontuurlijker dan Parijs? Is Parijs niet de stad van de pijp rokende, huiselijke commissaris Maigret uit de boeken van Georges Simenon, die met een paar getrouwen van zijn bureau aan de Quia des Orfèvres en gesteund door zijn vrouw probeert het burgerfatsoen hoog te houden in een stad vol misdaad en ellende? Is Parijs niet ook de stad van de schone kunsten en de mooie vrouwen?

Is Parijs ook niet de stad van de eveneens pijp rokende, scheel kijkende Sartre, de mysterieuze filosoof van het zijn en niet zijn, van de twijfel aan het ik en de ander, van de onmogelijke liefde, van de mens als de hel voor de ander maar ook van de mens die zelf zin moet geven aan zijn leven? Is dat niet ook de geest van onze tijd, zelf uitmaken wat je wilt? De oude goden en tempels hebben immers afgedaan en er zijn nog geen nieuwe goden en tempels. Er zit voor ons niks anders op dan zelf uit te zoeken hoe het zit met het leven.

Is Parijs ook niet de stad van de door Toon Hermans bezongen trui artiest die staart in een nacht zonder sterren en zonder maan? Misschien ben ik wel zo een trui artiest maar dan een die met hoop dat het goed zal komen met de wereld en mij, dat ik die lieve dingen waar Toon over zingt alsnog zal vinden.


Er zijn van die trui-artiesten


Die hebben hun baard opgespaard

Ze zingen maar la chanson trieste

En heel onze wereld is noir

Ze zingen van zuipen en spelen

Ze zingen van kroegen en dood

Ze zingen van grauwe bordelen

En het laatste refrein is de goot

Pourqoi, pourqoi

Als er nog zulke lieve dingen zijn
 

(uit het lied “Als ’n ballonnetje’ van Toon Hermans (1916-2000)

(verschijnt elke vrijdag)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten