dinsdag 19 maart 2019

DE EENZAAMHEID VAN DE ONGELOVIGE 82

Een vakantiefoto zoals een vakantiefoto moet zijn. Isola Bella, Lago Maggiore.

Met hulp van zeematroos en advertenties in het Eindhovens Dagblad, vind ik een betaalbare slaapkamer tevens zitkamer op de bovenverdieping van een rijwoning gelegen op fietsafstand van mijn kantoor. De kamer is twee maal zo groot als mijn pijpenlaatje tevens kloostercel, een hele vooruitgang. Het is geen volpension zodat ik op mezelf kan eten of indien gewenst met collega’s in een van de goed verzorgde Philips kantine’s of af en toe met mijn vriendin in de stad. Doordeweeks ben ik voortaan stadsmens.

In de weekeinden ben ik dan weer een kleinsteedse mens met familie en mijn vriendin Krulkop. Uit verlangen naar de grote wereld, sommigen vinden dat de echte wereld, smeden we een vluchtplan, een vakantie in Italië. De droomreis naar de zon. In een overvolle Taunus 12M  met op het dak stevig gesjord een zware vier persoons tent en extra schokbrekers rijden we dwars door Duitsland en Zwitserland naar onze vakantiebestemming aan het Lago Maggiore.

We doen twee dagen over de reis. Over de Duitse Autobahnen schieten we zo goed op dat we een camping halen bij Freiburg, niet ver meer van de Zwitserse grens. In Zwitserland rijden we op bochtige tweebaanswegen de bergen in. Die werken op de zenuwen van mijn schoonvader. Van hem hoefde de hele reis toch al niet, zo ver van huis vindt hij maar niks. Tijdens de koffiepauze gaat hij er onverzettelijk bij zitten. Waarom zouden we nog verder rijden? Er is niks te zien en te beleven, als je een berg gezien hebt, heb je ze allemaal gezien. Helemaal ongelijk heeft hij niet. Wat zoeken we daarginds eigenlijk? Mijn schoonmoeder weet hem alsnog te overtuigen om verder te gaan.

Dan gebeurt er een klein wonder. Op de bochtige en steile Gotthardpas gaat hij eens goed achter het stuur zitten en rijdt vervolgens de Gotthardpas met grote behendigheid op en af. Alsof hij nooit anders heeft gedaan. Als een kleine held rijdt hij het dal in op weg naar de Zwitserse - Italiaanse grens. Het einddoel Cannobio is niet ver meer.

Samen met de rest van de familie en vooral mijn vriendin kijk ik mijn ogen uit. Hoe blauw kan een blauwe lucht zijn? Hoe blauw kan een blauw meer zijn? De bergen in de verte zijn gehuld in een teer blauwe waas. De oranje rode daken van de huizen tekenen zich af tussen de vele schakeringen groen. We rijden een ansichtkaart in kleur binnen. Het is allemaal echt en toch weer niet. 

Cannobio voldoet aan de verwachtingen. Het is een bescheiden maar romantisch dorp met rustieke pleintjes en steegjes, hier en daar armoedige huizen waar bovenuit hoge palmbomen torenen. Het leven van de Italianen tussen zoveel romantiek moet wel vrolijk zijn en licht. Hier geen gezeur over het weer, teveel of te weinig regen, zon of geen zon, te koud of te warm. Je kunt elke dag in je zwembroek rondlopen, in het meer zwemmen, onder de blauwe hemel aan het strand liggen en Italiaans ijs eten. Eindelijk zijn we in het paradijs aangekomen. We zijn gelukkige toeristen. Mijn schoonvader betaalt de bijkomende kosten.

(verschijnt elke dinsdag)

2 opmerkingen:

  1. Op vakantie met de schoonfamilie: nog geen privacy, momenten voor jezelf.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een knap staaltje van schoonpapa als je voor het eerst in de bergen rijdt is de Gotthard best een uitdaging. De oude weg over de pas is smal en steil. En de lange afdaling is ook niet mis.

    BeantwoordenVerwijderen