dinsdag 30 januari 2018

DE EENZAAMHEID VAN DE ONGELOVIGE 25


Misschien dat boeken mij op weg kunnen helpen? Per slot van rekening heb ik veel praktische dingen geleerd uit het boek “Verkennen voor jongens” van Baden Powell. Knopen leggen, sjorren ,vuur aanleggen, koken en pannen schuren, hoe en waar een tent opzetten, een dolk gebruiken, kaart lezen en nog veel meer handige dingen die je in het dagelijkse leven te pas kunnen komen. Thuis hebben we een kleine bibliotheek met boeken uitgegeven door het damesblad Margriet, het weekblad voor de huisvrouw. Mijn moeder heeft een abonnement op het blad. Toen ik nog klein was, las ze het wekelijkse verhaal voor kinderen voor. 

In de thuisbibliotheek staan boeken met titels als “Hart vol Verlangen”, “Verrassend Geheim” en “Lust en Liefde”. Aan de losse kaften om het boeken is te zien waar ze over gaan. Ik ontdek een nieuwe en spannende wereld. Zo een boek draait om twee mensen, een man en een vrouw die van alles doen om elkaar te krijgen. Vanwege verwarrende, ingewikkelde en tegenstrijdige gevoelens duurt dat elkaar krijgen het hele boek lang. 

Het begint allemaal met de vertwijfelde vraag of ze wel verliefd zijn en zo ja of hun liefde ooit enige kans maakt om beantwoord te worden. Er doen zich ondertussen allerlei banale situaties voor die tot in details worden uitgemolken: “heeft ze me wel of niet gezien”, “weet ze wat ik bedoel”, “zou ze met me willen praten”, “waarom kijkt ze nu niet” . Al die kwesties leiden bij de geliefden tot diepe wanhoop. Ze vragen zich af of het ooit goed zal komen. Alsof dat niet genoeg is, doen zich ook nog allerlei misverstanden voor en zijn er tegenwerkende vaders en moeders, ooms en tantes, rivaliserende vrienden en duistere vreemdelingen. Liefde is een voortdurend geestelijk afzien. Je snapt niet dat er nog mensen zijn die er aan beginnen.

Maar tegelijkertijd lees ik over de lichamelijke aantrekkingskracht die maakt dat haar blonde krullen dansen als zonlicht, dat haar ogen blauwer zijn dan de blauwste zee en dieper dan de grootste oceanen, dat ze een engelen gezicht heeft, dat haar stem klinkt als muziek en dat ze loopt als een hinde. Ik lees over felrode, volle en vochtige lippen, wiegende heupen, lange benen en uitdagende borsten. Liefde is een fysiek verlangen dat zo diep gaat dat het alle andere passies in het leven overtreft, zo wordt me verzekerd door de schrijver van de roman. En dan begrijp je weer waarom iedereen zo druk is met de liefde. 


Na al deze toestanden sluiten ze elkaar dan toch eindelijk in de armen, trouwen en vrijen dat de stukken er af vliegen. In de boeken thuis is dat de gebruikelijke volgorde. Het loopt allemaal net zo goed af als in sprookjes. Hoe wreed, groot of sluw de wolven, reuzen en heksen ook zijn, ze leggen het af tegen het onschuldige meisje met hulp van dappere mensen en een liefdevolle liefst prinselijke vrijer. Liefdesboeken zijn sprookjes voor volwassenen. De dagelijkse sleur, het brood op de plank, de hypotheeklasten, de lastige kinderen, de rimpels, de dovende passie, de onvermijdelijke griep en verkoudheid komen niet aan bod. Wat nu? Ben ik voor of tegen liefde?

(verschijnt elke dinsdag)

1 opmerking: