vrijdag 22 december 2017

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 18

Monument van twee helden van de Guldensporenslag:Jan Breydel (een Brugse slager) 
en Pieter de Koninck (een Brugse wever) op de markt in Brugge.
De inhuldiging van dit monument is een illustratie van de taalstrijd die toen in volle gang was.

"Het standbeeld werd opgericht in 1887, de periode van het historisch romantisme. 
Door de wrijvingen tussen het Vlaamsgezind Breydelcomité 
en het Franstalige stadsbestuur is het monument twee keer ingehuldigd geweest:
op 11 juli 1887 (de dag dat de slag plaatsvond) en tussen 14 en 22 augustus 1887."
(Wikipedia:Jan Breydel)

De Guldensporenslag (1302) zou je met enige verbeeldingskracht een vroege voorloper van de Franse revolutie kunnen noemen (1789-1799). Zoals de Franse revolutie een opstand was van burgers tegen de Franse aristocratie met aan het hoofd daarvan de Franse koning Lodewijk XV, zo was de Guldensporenslag een opstand van Vlaamse stedelijke burgerij tegen de Franse Koning en zijn ridders. 

In tegenstelling tot de Franse revolutie was de Guldensporen slag geen nationale maar een regionale opstand en bracht de opstand ook geen afwisseling van de wacht tussen burgers en aristocraten. De opstandige steden bleven behoren tot het graafschap Vlaanderen, een leengoed van de Franse koning. Dat de Guldensporenslag veel later alsnog verheven wordt tot de eerste slag om de Vlaamse natie, kwam door de roman “De Leeuw van Vlaanderen” van Hendrik Conscience (1853). 

Met dit boek legde Conscience ruim 500 jaar later alsnog de basis voor een geromantiseerde nationale mythe over het ontstaan van de Vlaamse natie, een mythe die Vlaanderen nodig had om de strijd te kunnen aangaan tegen de Franstalige bevoogding. De nieuwe mythe voorziet de Vlaamse beweging van de vlag “de Vlaamse leeuw”, van nationale helden, van een rechtvaardiging van de strijd om zelfbestuur, van de strijd recht en vrijheid waaronder het gebruik van de eigen Vlaamse taal als landstaal. 

Nochtans was dit niet meteen de bedoeling van Conscience. Met zijn roman “De Vlaamse Leeuw” wilde hij na de afscheiding van Nederland (1830) in de eerste plaats het Belgisch patriotisme, d.w.z. de nieuwe Belgische natie, een steun in de rug geven. Niettemin vroeg Conscience al in zijn voorwoord van het boek  om“respect voor de Nederlandse taal en voor de Vlamingen binnen de Belgische staat ‘die men niet tot Walen mag maken’. Hoewel Conscience zelf had meegestreden voor de onafhankelijkheid van België, nam hij dus geen blad voor de mond om de achterstelling van de Vlamingen aan te klagen.” (Wikipedia: Guldensporenslag). 


Zo werd de roman “De Vlaamse Leeuw”  misschien wel tot verrassing van de schrijver zelf, niet een steun in de rug van het Belgische maar van het Vlaamse patriotisme of liever de Vlaamse ontvoogding en het Vlaamse zelfbewustzijn. Dat dit Vlaams zelfbewustzijn op zijn beurt de basis werd voor een Vlaams nationalisme dat bij tijd en wijle de bijl aan de wortel van heel België dreigt te leggen, mag historisch niet voorzien zijn, het is achteraf bezien wel een logisch vervolg van het voorgaande. De 11e juli, de dag van de Guldensporenslag, is sinds 1973 een nationale feestdag in Vlaanderen dat intussen deel uitmaakt van een federaal België.


(verschijnt elke vrijdag)

1 opmerking:

  1. Een Vlaams nationalisme dat zich in WO II van zijn minder fraaie kant liet zien. Collaboratie met de Duitse bezetter. Nog steeds een gebeurtenis waar de Walen graag mee aan komen zetten.

    BeantwoordenVerwijderen