woensdag 25 februari 2015

HET DICHTERLIJKE COMMUNISME VAN PABLO NERUDA (deel 2)

In hetzelfde jaar 1951 dat hij verliefde dagen met Matilde Urrutia op het Italiaanse eiland Capri doorbracht (zie deel 1), bezocht hij samen met zijn tweede vrouw Delia de Carril (1884 - 1989) de Oost Duitse communistische dictator Erich Honecker en zijn  vrouw (beiden links). (foto uit het Duitse Bundes archief). De romance tussen Neruda en Carril begon in 1934 en duurde 20 jaar. Hij was toen nog niet gescheiden van zijn eerste vrouw de Nederlandse 'Maruca' Hagenaar. Uiteindelijk liet hij die met zijn dochter Mana achter in Monaco.

Neruda was daarentegen druk met door de Sovjet Unie opgezette vredesprijzen. “Ik bezocht China 2 keer na de revolutie. De eerste keer was in 1951, het jaar waarin het mijn beurt was om aan de missie deel te nemen om de Lenin Prijs voor de Vrede (toen nog 'Stalin Prijs voor de Vrede' geheten) te brengen naar mevrouw Sung Sin Ling, de weduwe van Sun Yat Sen. Zij kreeg die gouden medaille op voorstel van Kuo Mo Jo, vice-president van China en schrijver. Kuo Mo Jo was bovendien samen met Aragon ook vice-president van het comité voor de prijs. Van de jury waren ook lid Ana Seghers, de cineast Alexandrov, nog een paar die ik me niet herinner, Ehrenburg (kreeg de prijs in 1951) en ik (Neruda kreeg de prijs in 1953). Er bestond een geheime alliantie tussen Aragon, Ehrenburg en mijzelf waardoor we het klaar speelden dat de premie in andere jaren werd uitgereikt aan Picasso (1962), Bertolt Brecht (1954) en Rafael Albert (1964).” (blz. 281)

Toen Neruda de prijs kreeg, heette die nog de Stalin Prijs voor de Vrede. De prijs was bedoeld als Communistisch alternatief voor de Nobelprijs voor de vrede. In tegenstelling tot de Nobelprijs konden meerdere personen per jaar de Prijs ontvangen. Na het beruchte 20ste Congres waarop Stalin beschuldigd werd van het organiseren van de showprocessen en de moord op miljoenen gevangenen in concentratiekampen, werd de naam veranderd in Lenin Prijs voor de Vrede. Neruda schrijft daar niks over. Hij schaamt zich er in zijn boek nooit voor dat hij altijd de vriend is geweest van de officieel erkende schrijvers in Rusland, China en later ook Cuba. Zijn beste vriend onder de Sovjet schrijvers is Ilya Ehrenburg (1891-1967). Hoewel deze Bolsjewist af en toe twijfelde aan de Russische revolutie bleef hij de Sovjet Unie trouw dienen. In zijn latere leven werd hij zelfs afgevaardigde in de Opperste Sovjet.

Tijdens zijn ballingschap in Parijs in de periode van 1908 tot aan de Revolutie in 1917 raakte Ilya Ehrenburg bevriend met Pablo Picasso, de Mexicaanse schilder Diego Rivera en Amadeo Modigliana. Vermoedelijk heeft hij in die jaren de basis gelegd voor de latere internationale communistische artistieke kring die vanwege hun afkeer van het (Spaanse) Fascisme de kant van de communisten kozen en dan vooral de Sovjet Unie.  Daartoe behoorde dus Neruda, Picasso (die zijn leven lang lid bleef van de Franse Communistische Partij) de Mexicaanse schilders Siquieros en diens vriend Diego Rivera (blz. 213) en anderen. Siquieros
 zou als belijdend Stalinist betrokken zijn geweest bij een (mislukte) moordpoging op Trotski.

Er moet in die tijd in de Mexicaanse kunstenaarswereld een broeierige sfeer gehangen hebben. Zo was Frieda Kahlo - de minnares van Diego Rivera - ook een tijdje de minnares van de bij Stalin in ongenade gevallen Trotski in Mexico-stad. Het paar Rivera/Kahlo bekeerde zich echter na verloop van tijd van Trotskisten tot Stalinisten. Daarom werd het door de Mexicaanse politie er van verdacht betrokken te zijn geweest bij de moord op Trotski die uiteindelijk uitgevoerd werd door een agent van Stalin. (1940).

Pablo Neruda (links) met de Mexicaanse schilders Diego Rivera (naast Neruda) en Alfaro Siquieros tijdens de onderkenning van het boek dat in 1950 in Mexico werd gepubliceerd.

Neruda maakte kennis met deze Mexicaanse schilders kennis in het jaar 1940 van de moord op Trotski als hij als diplomaat van de Chileense regering naar Mexico wordt gestuurd. Rivera noemt hij terloops een “prachtige charlatan”.(blz. 212) Hij bezoekt Siquieros die in de gevangenis zit omdat zoals Neruda bagatelliserend schrijft “iemand hem had beschuldigd van een gewapende inval in het huis van Trotski.” Neruda spant zich als Chileens diplomaat in om Siquieros een vrijgeleide naar Chili te bezorgen. Hij is er trots op dat hij het visum zelf in het paspoort van Siquieros en diens vrouw heeft gezet. Over de moord op Trotski en Stalin schrijft hij niets.

In zijn poëtische verslag van zijn reis naar China in 1957 ontdekt hij echter iets wat hem bij Stalin duur te staan is gekomen, namelijk de persoonsverheerlijking van Mao. “Met de zaak Stalin heb ik mijn dosis persoonscultus gehad. Maar in die tijd was Stalin voor ons de overweldigende overwinnaar van Hitler's legers, als de redder van de menselijkheid in de wereld. De degeneratie van zijn persoonlijkheid was een mysterieus proces, tot op vandaag een raadsel voor velen van ons.” (blz.325) Hoezo merkwaardig of mysterieus? Stalin ensceneerde al in de jaren dertig showprocessen, vervolgde kritische kunstenaars en liet Trotski ondanks diens verbanning naar het buitenland alsnog vermoorden. Bovendien had Lenin zijn partijbroeders al gewaarschuwd voor de onbetrouwbare kameraad Stalin.

Maar Neruda had geen oog voor deze en andere feiten. Als romanticus bleef hij geloven (of was het zich vastklampen? ) aan het communisme als de juiste politieke leer die uiteindelijk zou overwinnen. Daarom had hij alleen oog voor de strijd van Stalin tegen Hitler. Het niet aanvalsverdrag dat Stalin eerder met Hitler sloot in het beruchte 'Molotov – VonRibbentroppact' (1939), dat leidde tot de opdeling van Polen tussen Rusland en Duitsland, was voor Neruda geen enkele reden tot twijfel. 

Neruda geloofde in de romantiek van het communisme dat het goede in de mens zal overwinnen en eeuwige broederschap onder de mensheid zal brengen. Waarom dan de praktijk van Stalin en het Sovjet Communisme daar helemaal niets van terecht brengen, anlyseert hij in zijn dichterlijke autobiografische boek nergens. Het is een geloof, een overtuiging die los staat van de werkelijkheid en de feiten. Stalin en het Stalinisme beschouwt hij als een vervelende onderbreking van zijn droom. Vraag is, hoe lang kan men zijn ogen sluiten voor de gruwelijke feiten uit naam van een ideologie? Zijn dichterlijke communisme maakte hem tot een opportunist die zich liet fêteren door de Communistische autoriteiten en de Partij. Daarom ook liet hij zich niets gelegen liggen aan zijn vervolgde Russische dissidente collega schrijvers.

Trouwfoto van de Chileense consul Pablo Neruda met de Nederlandse Maria  Antonia Hagenaar Vogelenzang. Zij trouwden in 1930 in Batavia, de hoofdstad van wat toen nog Nederlands Indië heette.

Een apart verhaal is zijn eerste huwelijk. Ook daarin laat hij zich meeslepen door zijn dichterlijke vrijheid. Dat zijn liefde voor zijn eerste vrouw snel uitdoofde kan gebeuren maar dat je in je autobiografie niet eens de moeite neemt om meer over haar de schrijven dan een paar spaarzame regels en voor de rest het woord te geven aan je biografe, lijkt op verraad. Hij heeft nadat hij haar in Monaco had achtergelaten met hun ziekelijke dochter Malva Marina, nooit meer contact met ze opgenomen.

Mijn eenzaamheid werd twee keer zo erg. Ik dacht erover om te trouwen. Ik had een creoolse leren kennen, ik moet zeggen een Nederlandse met enkele druppels Maleis bloed, die ik leuk vond. Het was een grote, zachte vrouw, volkomen onbekend met de wereld van de kunsten en de letteren. ( Jaren later, mijn biografe en vriendin Margarita Aguirre schreef over dit mijn huwelijk het volgende: “Neruda ging in 1932 terug naar Chili. Twee jaar daarvoor was hij getrouwd in Batavia met Mana Antonieta Agenaar (haar volledige naam was Maria Antonieta Hagenaar Vogelzang), een jonge Nederlandse die op Java woonde. Zij is er erg trots op de vrouw te zijn van een consul en heeft van Amerika nogal exotische idee. Ze spreekt geen Spaans en begint het te leren. Maar er is geen twijfel mogelijk dat ze niet alleen de taal is die ze niet leert. Ondanks alles is haar sentimentele band met Neruda erg sterk en je ziet ze altijd samen. Maruca, zo noemt Pablo haar, is erg groot, langzaam , gehecht aan hiërarchie.”). (blz.148-149)

De Nederlandse schrijfster Pauline Slot heeft zich met een boek over het leven van Maria Hagenaar, getiteld 'En het vergeten zo lang' (2010) over deze vergeten liefde van Neruda ontfermd. De onderstaande passage komt uit een VPRO bespreking van dat boek door Katje de Bruin, getiteld 'Een klein vergeten leven' . “Ooit heette ze Maria Antonia Hagenaar. Familie noemde haar Non. Maar vanaf het moment dat ze haar jawoord gaf aan Neftalí Ricardo Eliecer Reyes Basoalto (Pablo Neruda) heette ze Maruca Reyes. Zo zou ze zichzelf haar leven lang blijven noemen, ook nadat haar echtgenoot zijn naam al lang in Pablo Neruda had veranderd en niets meer van haar wilde weten. Maruca ontmoette de dichter in Batavia, waar zij was opgegroeid en waar hij een diplomatieke post bekleedde. Al gauw verlieten ze Java, om te beginnen aan een roerig huwelijksleven dat bestond uit een eindeloze reeks verhuizingen. Ze woonden in Santiago, in Buenos Aires, in Madrid, in Barcelona en waren een paar keer samen in Den Haag. Gedurende de jaren die volgden moest Maruca afscheid nemen van alles wat haar dierbaar was: Indië, haar moeder, haar man, haar kind en haar status.“


De dichterlijke vrijheid ging bij Neruda zover dat hij zelfs zijn verantwoordelijkheden tegenover zijn eerste vrouw maar vooral hun kind gewoonweg veronachtzaamde. Het in het communisme zo beleden beginsel van solidariteit kon hij niet voor zijn eerste vrouw en hun kind opbrengen. Terwijl zijn eerste vrouw en kind in armoede leefden in Nederland, werd hij als dichter alsmaar rijker en beroemder. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten