De confrontatie tussen Pim Fortuyn en
Ad Melkert blijft een van de boeiendste partijpolitieke drama's van
Nederland van de jongste tijd, dat ook nog eens op TV te zien was.
Zelden zag je op TV zoveel echte politieke emotie als tijdens het
verkiezingsdebat van 6 maart 2002 waar de verliezende PvdA leider Ad
Melkert geconfronteerd wordt met overwinnaar Pim Fortuyn. Ik zag het
afgelopen maandag opnieuw in de documentaire “De dag dat Pim
Fortuyn won”. Het gaat dan om de uitslag van de
gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam. Leefbaar Rotterdam van
Fortuyn had in een keer meer dan 30% van de stemmen gehaald. Dat was
nog nooit vertoond in de Nederlandse verkiezingen en dan moest het
grote vuurwerk van de parlementsverkiezingen nog komen!
Pim Fortuyn was virtueel al premier van
Nederland. Maar zover zou het nooit komen want zoals bekend werd
Fortuyn door een gestoorde milieuactivist in koelen bloede
neergeschoten. Van de ene dag op de andere werd ons brave koninkrijk
als het ware de hedendaagse politiek in geschoten en dat allemaal
rond de twee politiek zeer hete thema's immigratie en milieu.
Maar zover was het natuurlijk nog niet toen de nationale lijsttrekkers rond rond de studio keukentafel zaten en onder leiding van Paul Witteman
zouden debatteren over de uitslag. Bij VVD lijsttrekker Hans
Dijkstal overheerste vooral onbegrip. Zijn politieke intellect kon
Pim Fortuyn niet vatten. Hetzelfde gold voor Ad Melkert maar die
reageerde vooral verbeten en verwend, als de kroonprins die op het
laatste moment zijn troon voorbij zag gaan. Melkert werd tot dan toe
binnen en buiten de PvdA als de onoverwinnelijke kroonprins van Wim
Kok, de premier van het eerste echte Paarse kabinet van Nederland,
beschouwd. Na decennia van CDA regeerde eindelijk het verstand, zo
vond men toen.
En dan ineens staat daar als politiek
overwinnaar en mogelijk premier van Nederland Pim Fortuyn. In de ogen
van zijn tegenstanders het symbool van het politieke onverstand, van
het politieke onfatsoen, van on-Nederlandse buitenissigheid en
overdreven charmante humor. Ze stonden letterlijk met hun mond vol
tanden. Hans Dijkstal was misschien nog het verstandigste. Hij kreeg
zijn gezicht niet meer in de plooi, beschikte niet over de
geestelijke veerkracht om zich te herstellen tot gewoon mens en
besloot daarop al handen schuddend voor de camera, ook nog nooit
vertoond op TV, te vertrekken.
Ondertussen kon je zien dat Fortuyn,
die eerst in bescheidenheid zijn overwinning had aanvaard als een
grote verantwoordelijkheid (hij zei dat zonder de bravoure van de
middelmatige politicus), er plezier in krijgt om zijn politieke
tegenstanders te zien lijden aan hun eigen opgeblazen zekerheden. Je
ziet hem denken eigen schuld dikke bult. Groen Links leider Paul
Rosenmöller bleef al die tijd maar lachen als een boer die kiespijn
heeft. Zijn politieke bravoure was als sneeuw voor de zon verdwenen.
Niks jong, fris en toekomst, maar oud en afgedaan zo leek het.
Maar Melkert was er het ergste aan toe.
Hij leek plotseling een heel oude man die al een beetje gebogen liep
onder de last van de zich aankondigende mislukking. Het lukte hem niet zijn verbetenheid
te bedwingen. Hij kon maar niet geloven dat zijn politieke intellect,
zijn slimheid, zijn jarenlange uitgewerkte bedachtzame tactieken door
– in zijn ogen - zoveel politiek onbenul en retoriek, op een enkele
avond werd uitgeblazen als een onbeduidende kaars. Jaren van
politieke voorbereiding werden op een enkele verkiezingsdag voor
notabene gemeenteraden teniet gedaan. Het zal je maar overkomen.
Melkert beschikte niet meer over de normale menselijke capaciteit zijn
verlies te verwerken, zijn gezicht in de plooi te brengen en zijn
eigen politieke onbeduidendheid onder ogen te zien. Van de weeromstuit werd Fortuyn als het ware met de minuut menselijker met zijn voor de verliezers zo pijnlijke lach.
De camera registreerde al deze emoties
die politici tot mensen maakt onbarmhartig. Misschien was dat wel het
ergste wat we toen op die TV avond zagen. Politici verloren onder
druk van omstandigheden hun politieke maskers en dat was onthutsend.
Dat is normaal niet bestemd voor ons gewone kiezers en kijkers
terwijl we daar toch altijd weer naar zoeken. Per slot van rekening
is voor de meeste mensen politiek een kwestie van vertrouwen en niet
van partijprogramma's ook al roepen de politici zelf dat nog zo hard.
Het is een van de grootste misverstanden onder Nederlandse politici
te denken dat ze gekozen worden vanwege hun programma. Melkert is zo
iemand en Dijkstal was ook zo. Wiegel niet en Balkenende ergens daar
tussenin. Balkenende was de enige van het hele gezelschap die Fortuyn
zonder complex feliciteerde met zijn overwinning. Beiden -Wiegel en
Balkenende – beseffen dat het vooral draait om vertrouwen winnen wat niet
wil zeggen dat ook zij, zoals elkeen die verleid wordt door macht of
geld, in de val kunnen lopen van de grote eigendunk, maar dat is weer
een ander verhaal.
In feite ging het toen best nog redelijk met Nederland en zeker het eerste Paarse kabinet was een verademing geweest. Na de moord op Fortuyn werd het nooit meer hetzelfde. En helaas niet ten goede.
BeantwoordenVerwijderenGezien het aantal stemmen op Fortuyn waren blijkbaar veel kiezers het niet met je eens. Heb je daar een verklaring voor?
Verwijderen