Het was alweer een
tijdje geleden dat ik een continentale vlucht had gemaakt. Deze keer
ging het van Schiphol via Parijs naar Antananarivo, de hoofdstad van
Madagaskar. De trend zet door. Crisis of niet, de luchthavens blijven
barstens druk en de vliegtuigen zitten vol. Er wordt wat afgereisd.
Je vraagt je af waar dat allemaal naar toe moet. Ontspannen
rondlopen, een koffietje drinken en op het gemak naar de gate lopen
is er niet meer bij. In de snackbars, in de winkels met hun
internationale chique en in de boekshop zijn de reizigers druk met
geld uitgeven.
Tussen Schiphol en
Parijs zat ik ingeklemd tussen het raampje en een man van naar
schatting 200 kilo. Ik kon amper de krant lezen. Uit het raampje
kijken was de beste optie. Naar de WC gaan was een ingewikkelde
manoeuvre. Gelukkig bood hij aan om naar het raam op te schuiven
zodat ik bij terugkeer niet meer langs hem hoefde. Je zou meer dan 10
uur zo moeten reizen. Dat is pas afzien.
Een andere trend is dat
steeds meer gezinnen met steeds jongere kinderen op stap gaan, ook op
lange afstandsvluchten. Baby's zijn geen probleem, die eten en slapen
voor de rest hoor je ze niet. Maar oververmoeide kleutertjes is
andere koek. Die worden huilerig bij de minste of gereingste
tegenspraak van hun ouders. Beginne te zeuren, te gillen of langdurig
te huilen om hun zin te krijgen. Leuk is anders. De ouders doen hun
best om de overlast tot een minimum te beperken maar dat is niet
gemakkelijk. De enige remedie is je koptelefoon opzetten en proberen
naar een film te kijken of muziek te luisteren. Misschien zouden de
luchtvaartmaatschappijen moeten beginnen met aparte afdelingen voor
jonge gezinnen en senioren?
Mijn opklaptafeltje met tablet etenswaren wordt allengs een puinhoop. De kwaliteit van het eten was niet slecht als je in aanmerking neemt dat het uit een soort Air France gaarkeuken komt. |
Als vakbondsman reis je
uiteraard economy. Dat heb ik nooit erg gevonden. Maar de stoelen
zijn wel heel erg smal geworden. Je kunt je niet meer met goed
fatsoen bewegen. Benen of armen strekken kan niet meer. Het
uitgeklapte tafeltje met het tabletje vol eten en drinken is een hel
voor een normaal mens. Op een vlucht van 1 of 2 uur is het nog uit te
houden maar in lange vluchten weet je op den duur niet meer waar je
het moet zoeken. Het volgepropte tablet dat je charmant krijgt
aangereikt van de stewardess kan amper op je opklaptafeltjes staan
(het wordt nog ergers als de passagier voor je, zijn stoel in
uiterste ruststand heeft staan) en dus een ongelukje is gauw gebeurd.
Mijn buurvrouw stootte eerst het plastic glas met water per ongeluk
om, toen viel haar kussentje en vervolgens donderde mijn koffie over
mijn nog schone broek. Lekker zitten in zo'n natte pantalon.
Tegen half elf 's
avonds stonden we dan eindelijk met zo'n 400 passagiers voor de
migratie ambtenaren van Madagascar. Ook dat ken ik al jaren. We
verspreiden ons over 3 rijen: een voor de residents, een voor degenen
die en visa hebben en een voor de reizigers die nog geen visa hebben.
De paspoortcontrole gaat tergend langzaam. Ik schat ongeveer 2
minuten per passagier. De 100ste in de rij moet dus al gauw 3 uur
wachten. Het ergste is nog het tussendoor gedoe. Mannen met het woord
'protocol' op de rug, komen met een handjevol paspoorten aanzetten om
afgestempeld te worden. De zogenaamde VIP behandeling die je
natuurlijk met wat pasmunt kunt regelen als je de benodigde kennissen
of vrienden hebt.
Ik kreeg medelijden met
de vakantiegangers in de rij van mensen zonder visa. Die moesten nog
wel even op hun tanden bijten voordat ze zouden kunnen genieten van
de overdaad aan armoede en ellende in dit eiland met zijn prachtige
natuur. Wat bezielt mensen uit bijvoorbeeld Nederland om op vakantie
te gaan naar een eiland als Madagaskar? Een soort avontuur, risico's
nemen die je thuis verafschuwt, iets bijzonders doen om indruk te
maken op familie en vrienden of is het een vorm van
ontwikkelingshulp?
Dat er veel corruptie
in het land is, weet je meteen als de dienstdoende ambtenaar je
slinks om een 'cadeau' vraagt. Gelukkig had ik mijn paspoort al in
mijn hand met de bijbehorende stempel. Wegwezen dus. Het is de
kleine corruptie dat je in zowat elk land buiten Europa aantreft
behalve in de VS, Canada en Australië en nog een enkel zeldzaam land
hier of daar. Gelukkig hoefde ik niet ook nog eens mijn koffer te
gaan zoeken in de grote hoop naast de veel te kleine band. Ik had
voor de paar dagen dat ik in Madagaskar zou zijn genoeg aan
handbagage.
Eenmaal in de auto op
weg naar het hotel dat door de plaatselijk vakbond voor me is
geregeld, vraag ik me af hoe dat gaat als de reuzen
Airbus straks maar liefst 800 passagiers uitspuwt over die 3
ambtenaren. Dat wordt één grote ellende. Nog eerder naar het
vliegveld om door alle controles te komen, nog langere rijen en nog
meer vervelende ambtenaren. Het vliegen zal er wel weer goedkoper
door worden, maar of het leuker zal worden? Ik vrees van niet.
PR lui en enthousiaste
techneuten zullen antwoorden dat de techniek straks alles nog beter
en vlugger zal laten verlopen. Nou daar geloof ik dus niks van. Ik
heb het al vaker meegemaakt in Derde Wereld landen. Die mooie slimme
electronische machines laten het nogal eens afweten, zeker nu er elk
jaar weer een nieuw model dat nog beter en sneller is dan het
voorgaande wordt geïntroduceerd. De apparaten voor de ticketcontrole
in Madagaskar werkten niet en het lokale personeel heeft geen idee
hoe dat op te lossen. Vanwege de onbetrouwbare controles op lokaal
niveau heeft Air France voor de vliegtuigtrap ook nog eens zijn eigen
veiligheidscontrole geïnstalleerd. Gelukkig was ik op weg naar huis
en dat scheelt.
Ja, vliegen, is een ramp. Ik heb er ook een uitgebreide paragraaf over opgenomen in mijn boek.
BeantwoordenVerwijderen