Het is vrijdagochtend, de dag voordat de tentoonstelling "Puppet Masters" klaar moet zijn, dat ik mij meld bij het Jan Cunen museum. Ik ben uitgenodigd voor een gesprek over de nieuwe expositie met curator Merel en daarna een rondleiding door voorlichter en communicator Annemarie.
Annemarie vertelt me dat Merel helaas geen tijd heeft. Ze lopen achter in de opbouw en de lokale TV komt straks. Of ik genoeg heb aan een rondleiding door haar? Dat heb ik, samen lopen we langs kisten, kratten, ladders, snoeren en ander materiaal, naar de expositie. Het is te hopen dat het op tijd klaar komt. Annemarie twijfelt er niet aan.
Het verhaal over de expositie begint met de poppen van Marag, een samentrekking van Margriet en Agnes, de bedenkers en makers van een poppenspel met poppen als Rimpel, Troetel en co. Hun Marag poppen theater was jarenlang populair bij kinderen in Oss.
Het was een tijd lang gehuisd in Villa Constance, een erfenis van de boterbaronnen Jurgens en van den Bergh, dat later stadhuis is geworden en vervolgens museum Jan Cunen. Het museum erfde de poppen. Die erfenis is de basis van de tentoonstelling “Puppet Masters”, vrij vertaald als "de wereld een poppenkast."
Terwijl ik in stevige pas door de zalen van het museum loop, denk ik aan de poppenkast in mijn jeugd. Toen bestond theater Marag nog niet. Ik keek met leeftijdgenootjes op de Heuvel in het centrum van Oss naar de poppenkast van Jan Klaassen. Een minimalistisch poppenspel met hoofdrolspeler en held Jan Klaassen, zijn vrouw Katrijn, de politieagent, vertegenwoordiger van maatschappelijke orde, en angst aanjagende Pietje de Dood, een wit laken met een doodskop.
De laatste is een verrassend personage. Blijkbaar dacht men toen dat zo'n figuur niet schadelijk was voor een kinderziel. Misschien dat de geruststellende voornaam Pietje daar mee van doen had? Hoe het ook zij, hij werd steevast met een stok door held Jan zijn eigen doodskist in geslagen.
![]() |
Caren van Herwaarden, "Lompenman is alleen", oude lakens en stijfsel. |
Ik zie in de trouwzaal een pop aan de muur hangen gemaakt door Caren van Herwaarden. Ze maakt beelden van oude lakens en stijfsel. Het beeld dat eenzaam aan de muur hangt, heeft de titel “Lompenman is alleen”. Dat beeld staat op de affiche en folders van het museum. De manier waarop het hangt doet me denken aan de kruisbeelden die vroeger elk Rooms gezin in huis had, alleen is dit treuriger. Lompenmannen verrijzen immers niet.
![]() |
Mercedes Azpilicueta, "Bestiarium van Tongen" |
Pietje de Dood in wit laken met een doodskop kom ik niet tegen op mijn rondgang. Ik zie wel een hoek vol met raadselachtige lappen en doeken. De titel “Bestiarium van tongen” geeft me weinig houvast. De uitleg aan de muur is dat kunstenaar Mercedes Azpilicueta met haar lappen en stoffen de onderhuidse spanning bloot legt tussen wat zichtbaar is en wat zich onder de huid afspeelt.
Mercedes is Argentijnse die op 30 jarige leeftijd naar Nederland verhuist waar ze enkele aanvullende kunstopleidingen volgt. Haar werk wordt op haar website geduid.
“Haar artistieke praktijk brengt diverse personages uit het verleden en het heden samen die het kwetsbare of collectieve lichaam benaderen vanuit een dekoloniaal feministisch perspectief. In vloeiende, associatieve verbanden weerlegt ze rigide historische verhalen in een poging deze te ontmantelen en ruimte te maken voor de emotionele en dissidente stemmen. Haar werk manifesteert zich dan ook in performatieve en sculpturale installaties, geïnspireerd door speculatieve en fictieve Latijns-Amerikaanse literatuur, neobarokke kunstgeschiedenis, hedendaagse populaire cultuur en de theorie van het nieuwe materialisme.” (Mercedes Azpilicueta)
![]() |
Marionetten van Erik Mattijssen |
Ik word opgevrolijkt door de marionetten of zijn het trekpoppen van Erik Mattijssen. Het zijn bekende en daardoor herkenbare figuren uit het theater met als laatste pop het geraamte van een vrouw met een jurk aan. Is dit de vrouwelijke variant van Pietje de Dood?
Veel Amerikaanse kunstenaars hebben op de een of andere manier kritisch werk gemaakt over de Amerikaanse suburbs, de buitenwijken waar de brave kleinburger kan genieten van zijn aandeel in de kapitalistische consumptie maatschappij.
De mooiste kritiek daarop komt van Steven Spielberg in de film “Indiana Jones in the Kingdom of the Crystal Skull”. De held Indy, gespeeld door Harrison Ford, komt na keiharde actie tegen een paranormaal gelovige Russische, terecht in een woestijn waar net een atoombom wordt getest op zo’n voorstad. Indiana weet zich ironisch genoeg te redden door in een reuzenformaat koelkast te kruipen. De voorstad verdwijnt in de atomaire paddestoelwolk. Einde consumptiemaatschappij?
![]() |
Nathaniel Mellors, De Depressieve Voorstad, videoinstallatie |
De Amerikaanse kunstenaar Nathaniel Mellors heeft een andere vorm gekozen voor zijn kritiek op de buitenwijk. Hij heeft een installatie gemaakt van een pop met een kop die afkomstig lijkt uit een Amerikaanse animatiefilm en waarop een TV staat. Daarmee alleen al neemt hij de Amerikaanse (en ook onze) beeldcultuur op de hak.
In een bijgaande video zien we een tot mislukken gedoemd muziekfestival dat zich in die wijk afspeelt. De acteurs hebben kartonnen dozen over hun hoofd, wat natuurlijk al veel zegt over het geestelijk niveau van de wijkbewoners. Enfin, je moet het zelf maar eens gaan bekijken.
Na afloop van mijn rondleiding is het wel zeker. Het Jan Cunen museum heeft een expositie samengesteld die nieuwsgierig maakt en aan het denken zet. Voer voor oog en geest, beter kun je het als museum niet doen. Nog te zien t/m 25 januari volgend jaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten