Minister van Buitenlandse Zaken Casper Veldkamp verklaarde voor de TV dat hij van zijn collega-kabinetsleden niet genoeg ruimte kreeg om de houding van Nederland tegenover Israel aan te scherpen, vanwege de mensenrechten schendingen tijdens de oorlog in Gaza.
Het is heel goed mogelijk dat dit het geval was, De vraag is dan of zijn opstappen als minister als gevolg van dit gebrek aan ruimte, opweegt tegen het landsbelang dat hij als minister behoort te dienen. Blijkbaar oordeelde hijzelf van wel. Daar kun je begrip voor hebben al blijft het een moeilijke kwestie.
Zeker als je achteraf hoort dat, hoewel het gesprek al lang had geduurd, nog niet alle deuren dicht waren. Maar, en dat is ook de conclusie van bijvoorbeeld vice-minister Mona Keijzer, hij had genoeg van het gebakkelei en gedram binnen en buiten het kabinet.
De minister is om zijn Israel beleid ongenadig hard en zelfs persoonlijk aangepakt door lobbyclubs als NOVIB/Oxfam, de media en de publieke opinie. Ook zijn eigen ambtenaren ondermijnden zijn gezag en zijn beleid door voor de deur van het ministerie van Buitenlandse Zaken te posten.
De linkse oppositie haakte hier graag op in. Er was opnieuw een zwakke plek gevonden in het rechtse kabinet en dus ging links er volop in waarbij alle registers van de morele verontwaardiging werden opengetrokken.
En dat, terwijl Veldkamp zich heeft ingespannen, eerste via stille diplomatie daarna door openlijk optreden tot op het niveau van de Europese Unie en rechtstreekse Nederlandse maatregelen, om de kritiek op de oorlogsvoering in de Gazastrook aan Israel duidelijk te maken. In de EU werd zijn voorstel aanvaard om te onderzoeken in hoeverre de schending van de mensenrechten in Gaza in strijd zijn met het samenwerkingsverdrag van de EU met Israel.
In plaats van dat de oppositie zijn waardering hierover uitsprak, bleef zij de minister met alle mogelijk verontwaardiging bestrijden, wetende dat Nederland feitelijk geen machtsmiddelen heeft om Israel hoe dan ook tot de orde te roepen.
Het gaat hun om symbool politiek die dient tot opluchting van het eigen gemoed, de echo te zijn van de straat en het maskeren van de machteloosheid van ons land. Niet de effectiviteit van beleid staat voorop maar de goede bedoelingen en het is bekend dat de weg naar de hel geplaveid is met goede bedoelingen.
Als de oppositie werkelijk zou willen dat de oorlog in Gaza stopt dan zou ze haar pijlen op Washington moeten richten om de Amerikaanse president Trump op andere gedachten te brengen over de oorlog. Zonder de steun van Amerika kan Israel immers nooit lang die oorlog voeren.
Zo een stap zou echter de onmacht van Nederland bloot leggen en de vraag oproepen of het in het belang van Nederland is om met president Trump een debat aan te gaan over Gaza. President Trump beschikt immers wel over de machtsmiddelen die Nederland niet heeft. Hij kan onze export naar zijn land bedreigen en daarmee het welzijn en de welvaart van Nederland. Ik vrees dat de oppositie het risico op een dergelijk offer van de Nederlandse bevolking niet wil nemen.
Het opstappen van Veldkamp is een vervolg op de kloof in Nederland tussen hoge morele standaarden van internationaal recht met de daarbij behorende verplichtingen en het gebrek aan machtsmiddelen. De val van Srebrenica zou op dit punt een les moeten zijn voor de Nederlandse politiek. Toen is gebleken dat het verlangen naar internationale moraliteit onze politieke machtsmiddelen overschrijdt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten