Om de tijd te doden tussen de schilderseances met David, wandelt Diego door de straten van zijn nieuwe woonplaats, de immens grote hoofdstad van zijn land. Hij staat er zelf van te kijken hoe gemakkelijk hij gewend is geraakt aan het stadsleven. Nog maar een goed jaar geleden was hij een dorpeling, een jongen van het platteland die de stad alleen maar kende van horen zeggen. Was er wel ooit iemand uit zijn dorp in Mexico-stad geweest, vraagt hij zich af.
Hij mist nog wel het ritme van het dorpsleven, het leven dat het tempo en de grillen van de natuur volgt. In het dorp sta je met de zon op en ga je niet lang na zonsondergang naar bed. Er is geen nachtleven zoals in de stad. Je werkt op het land wanneer het kan en nodig is. De koeien moeten gemolken worden of het nu regent of niet. De geiten moeten buiten gelaten geworden, de wei in. De kippen gevoerd net als de honden.
In het dorp word je wakker met dierengeluiden. Dat begint meestal met de haan die zich meldt, gevolgd door het schuchter geblaf van honden en de geiten die mekkeren dat ze naar buiten willen. In de verte loeit een koe die gemolken wil worden. Soms hoort hij twee of meer dorpelingen voorbij komen op het pad niet ver van huis. Een man en een vrouw, soms een man te paard.
De meesten die zo vroeg langs komen zijn op weg naar het dorp met een emmer vol mais dat vermalen wordt tot meel voor tortilla's, het dagelijkse voedsel voor alle dorpelingen, groot of klein, arm of rijk. De geur van brandend hout vermengd zich met de koele ochtendlucht die snel wordt opgewarmd door de zon. Kort daarna komt de geur van tortilla's uit de keuken. Het ontbijt van tortilla's met bonen en gebakken eieren is in de maak.
De tijd dat je met emmers water bij de beek of uit het meer moest halen, is voorbij. Sinds een paar jaar hebben de meeste huizen een eigen kraan dankzij de leidingen die het water van boven uit de bergen naar beneden brengen. Dat maakt het leven een stuk comfortabeler.
Maar elektrisch licht is nog niet doorgedrongen in het dorp. Mexico-stad wel. Er is zelfs elektrische straatverlichting en sinds kort wo is hem verteld, een elektrische tram. Dat geeft overdag drukte in de stad maar ook 's nachts. Als soldaat heeft hij er kennis mee gemaakt. Sommige mensen komen met het vallen van de duisternis naar buiten. Mensen met geld gaan naar chique restaurants en balzalen in grote hotels. De soldaten eten, drinken en dansen in volkscafé's en andere goedkope gelegenheden.
In de stad is de mens de baas over het ritme van zijn leven. Daar maakt regen of zonneschijn, dag of nacht weinig uit. Je hoeft geen rekening te houden met het weer en de dieren. Je koopt je eten in een winkel of je gaat ergens eten. Het enige waar je wel voor moet zorgen, is dat je er geld voor hebt. In de stad ben je met geld bezig, in het dorp met de natuur.
Het zal niet lang meer hebben geduurd of ook in het dorp zou geld het leven gaan bepalen.
BeantwoordenVerwijderen