woensdag 7 september 2022

69. HET KAN VRIEZEN. HET KAN DOOIEN. HITTEGOLVEN

 

Overgenomen van de website Climategate.nl

Er is een voor buitenstaanders merkwaardig debat aan de gang over hittegolven in Nederland. De vraag is hoeveel er geweest zijn sinds de metingen begonnen in 1901? Niet onaardig om te weten in een tijd waarin Nederland en de rest van Europa bijkans de hele zomer wordt lam gelegd wordt door de ene na de andere hittegolf.
Het debat is tussen het KNMI, een beslissende autoriteit in Nederland als het om weer en klimaat gaat, zoiets als de NASA op wereldschaal, en een aantal kritische rekenaars. De laatsten stellen (of is het verwijten?) dat het KNMI vroegere hittegolven heeft aangepast aan moderne criteria zodat er nu meer hittegolven lijken te zijn dan vroeger. Dat heet met een schone naam “homogenisatie”.

Het KNMI zegt daarover op haar website het volgende:

“Een temperatuurreeks noemen we homogeen wanneer de variaties daarin alleen het gevolg zijn van fluctuaties of veranderingen in weer en klimaat. In de praktijk hebben we te maken met veranderingen in de manier van meten of veranderde meetomstandigheden. Dit veroorzaakt kunstmatige breuken of trends (inhomogeniteiten) in een temperatuurreeks. Voorbeelden hiervan zijn: een verandering van thermometerhut, een verplaatsing van de metingen van een locatie in de stad naar een locatie buiten de stad of stedelijke bebouwing rondom een meetlocatie. Zonder correctie voor inhomogeniteiten laten de temperatuurreeksen mogelijk een onder- of overschatting zien van klimaatverandering. Daarom worden wereldwijd temperatuurreeksen gehomogeniseerd.” (website KNMI.nl)

Het doel van de homogenisatie is om een duidelijker beeld te krijgen van klimaatverandering. Daarmee raak je een gevoelig punt want er zijn wetenschappers die er aan gelegen is om kost wat kost te bewijzen dat het klimaat zo drastisch veranderd dat het een bedreiging wordt voor het voortbestaan van mens en wereld en er zijn wetenschappers die bezweren dat gezien de gegevens het allemaal wel meevalt.

Het KNMI is er alles aan gelegen om zo een homogenisatie zo zorgvuldig en transparant mogelijk door te voeren al is het maar om zijn wetenschappelijke status te bewijzen. Aangezien het maatwerk is op de vierkante millimeter en bovendien zeer gedetailleerd kunnen er altijd wetenschappelijke kanttekeningen bij geplaatst worden. En precies daar wringt de schoen. Is het wel zo zorgvuldig gedaan als het KNMI beweert temeer daar na de homogenisatie het aantal hittegolven voor 1950 aanzienlijk minder is geworden dan met de “oude” methode van metingen.

“De aanpassingen in de reeks van dagtemperaturen voor de KNMI-stations De Kooy (Den Helder), Eelde (Groningen), De Bilt, Vlissingen en Beek (Maastricht) heeft gevolgen voor het bepalen van de warmste en koudste dagen die er in Nederland zijn geweest. Hierdoor zijn de extremen soms aangepast. Voor het station De Bilt waren de benodigde temperatuurcorrecties op warme, zonnige zomerdagen het grootst. Dit heeft ertoe geleid dat een aantal hittegolven voor 1951 zijn komen te vervallen. Immers, juist tijdens hittegolven was de gemeten temperatuur in De Bilt aantoonbaar te hoog.” (website KNMI.nl)

Hebben de kritici gelijk dat het KNMI de hittegolven reeks vanaf 1901 tot 1950 onjuist heeft aangepast? Aan het eind van het kritische artikel “Reassessment of the homogenization of daily maximum temperatures in the Netherlands since 1901” van Frans Dijkstra, Rob de Vos, Jan Ruis & marcel Cork, gepubliceerd op de website Springer Link komen ze tot de conclusie dat de door het KNMI uitgevoerde homogenisatie opnieuw bekeken dient te worden. Helaas voor de critici weigert het KNMI in gesprek te gaan met zijn critici.

Dat is een zwaktebod van de zijde van het KNMI. Niet alleen omdat wetenschap betekent verantwoording afleggen maar ook omdat wetenschappelijke theorieën en modellen steeds meer politieke en maatschappelijke gevolgen hebben in de vorm van beleid en maatregelen. Daar is geld voor nodig en niet zo een beetje ook. Dat geld moet de belastingbetaler opbrengen. Dat betekent voor het KNMI een extra verantwoordelijkheid om wetenschappelijk zo verantwoord mogelijk te werk te gaan. 

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten