vrijdag 28 januari 2022

33. HET BELOOFDE LAND. ROSIER EN DE KUNST VAN HET WAARNEMEN

 

Een woning in een armoedewijk in Mexico-stad betekent met z'n allen wonen en slapen in een kamer.(1979)

Mensen leren hoogachten en liefhebben is nu niet bepaald wat je noemt een wetenschappelijk verantwoord resultaat maar wel humaan en wat mij betreft zinvoller. Zoals trouwe lezers weten, was mijn oorspronkelijke plan in Colombia  het voorbeeld te volgen van Rosier en voor een aantal maanden mijn leven te delen met bewoners van een armoedewijk. Niet om ze te leren hoogachten en liefhebben al hoort er dat wel bij maar om hun sociaal politieke denken en doen in kaart te brengen. 

Niet door ze als knuffels te beschouwen, tot onderwerp van vaderlijke zorg (paternalisme) te maken of om te zien of ze geschikte objecten voor een sociale revolutie zijn maar om zoveel mogelijk hun gelijke te zijn. Dat is sowieso moeilijk maar in dit geval extra moeilijk. Als bleekgezicht onder Colombianen is het moeilijk of zo goed als onmogelijk zodanig het vertrouwen te winnen van de bewoners van een armenwijk dat ze mij min of meer als een gelijke beschouwen. Uit correspondentie met Fernando was al gebleken dat wantrouwen meer voor de hand zou liggen. 

Niettemin is in de culturele antropologie deze methode aanvaard als een manier om meer te weten te komen over een vreemde, niet - westerse cultuur. Sociologen gebruiken de methode ook wel eens maar in de Nijmeegse politicologie en elders ben ik die niet tegengekomen. Over het algemeen wordt de methode van participerende observatie als onvoldoende objectief beschouwd. 

Het streven in de sociale wetenschappen is om zo objectief mogelijk waar te nemen, zo dicht mogelijk de natuurwetenschappen te benaderen. Maar totale objectiviteit zoals in de natuurwetenschap is in de menswetenschappen onmogelijk. Je kunt mensen nu eenmaal niet tussen  een glaasje ingeklemd onder een microscoop leggen om te weten wat ze denken en voelen. Daarvoor is een gesprek nodig in een gemeenschappelijke taal, een zekere mate van onderling begrip, verstandhouding en liefst ook vertrouwen.  

Je moet oppassen dat je als onderzoeker door je opstelling om maximaal objectief te willen zijn, mensen niet tot een zodanig studieobject maakt dat ze “ontmenselijkt” worden. De bedoelingen kunnen nog zo goed zijn, objectivering kan een proces van ontmenselijking in gang zetten waarbij misverstanden kunnen optreden of nog erger. De onderzoeker moet capabel zijn om en betrokken te zijn en afstand kunnen houden. 

Dat vereist een zekere balans in de omgang met de mensen waar je onderzoek zich op richt. Rosier verstaat die kunst. Hij is sociaal gevoelig en heeft inzicht in de psyche van de mensen. Hij bekijkt ze vanaf een zekere afstand zonder ze op afstand te zetten. Hij is tot op zekere hoogte betrokken zonder blind te worden voor valkuilen als misleiding, misbruik, eigendunk en teveel aan zelfvertrouwen. Zelfkennis is net zo belangrijk als kennis nemen van de ander. 

Rosier verstaat ook de kunst om hetgeen hij heeft meegemaakt te verwoorden en op te schrijven. Zijn beide boeken laten zich lezen als een soort realistische romans. Zonder een uitgesponnen plot blijf je nieuwsgierig naar zijn bevindingen. Hij beschikt eveneens over de kwaliteit van het woord. Hij verstaat de kunst om zijn avonturen onder de mensen helder te verwoorden waarbij hij nooit de nuances uit het oog verliest.

(wordt vervolgd)
 

1 opmerking: