In de Nijmeegse brieven komt de vraag naar een bruikbare socialistische moraal in een kapitalistische maatschappij enkele malen terug. Dat er sober en met overtuiging geleefd moet worden staat wel vast tenminste als je arbeiders wil overtuigen mee te doen in het verzet tegen het kapitalisme. Lux leven leidt trouwens tot verburgerlijking en als iets de vijand is van vooruitgang, vrijheid en klassenstrijd is het wel de verburgerlijking. Verburgerlijking tast de strijdbaarheid aan en die heb je wel nodig als je wat wil veranderen.
Ondertussen is het niet gemakkelijk om niet aan de verleidingen van het kapitalisme toe te geven ook al ben je een student in nog behoeftige omstandigheden. Zo vragen we ons bij een gezellig bakje koffie af of het wel verantwoord is een auto te kopen, weliswaar een tweedehandse 'Lelijke Eend' van een paar honderd gulden maar toch een auto waarmee je de snelweg op mag. De meningen zijn lichtelijk verdeeld niettemin kopen na verloop van tijd enkele studenten een Lelijke Eend. Het wordt dus voortaan “socialisme met een auto”.
Een andere dringende kwestie die niet zozeer met het socialisme te maken heeft als wel met de Koude Oorlog en zijn dreiging van een alles vernietigende atoomoorlog, is of je wel kinderen moet willen. We maken ons ook meteen bezorgd over de overbevolking. Kan de aarde straks zijn kinderen nog voeden? En last but not least, een gezin met kinderen betekent het einde van het vrije leven, vrijblijvendheid en het begin van de verburgerlijking. Eigenlijk zouden we dus geen kinderen moeten willen maar ook deze keer is na verloop van tijd het leven sterker dan de leer. Sommige getrouwde studenten krijgen een kind.
In Colombia komen we al deze Nijmeegse bedenkingen niet tegen. Overbevolking is geen thema net zo min als verburgerlijking. In Colombia is land en ruimte genoeg, alleen het is slecht verdeeld. Weinigen hebben veel grond, velen hebben weinig of niks. Verburgerlijking is ook geen thema. Integendeel veel Colombianen dromen van een burgerlijk leven met minimale zekerheden als gezondheidszorg, een fatsoenlijke woning en een vaste baan. Je zou denken dat armoede en gebrek een goede reden zou zijn om geen kinderen te krijgen maar dat is nu net niet het geval. Het stikt zogezegd van de kinderen. Colombia heeft een veel jongere bevolking dan Nederland.
Overal in het land kom je kinderen tegen, het krioelt van de kinderen op straat, in de parken, in de autobussen en op armzalige voetbalveldjes in de krottenwijken. Tijdens een bezoek aan een zo een wijk, eigenlijk een hele stad zo groot is de wijk, stelde mijn Colombiaanse vriend Alvaro, die er een tijd gewoond heeft voor zijn onderzoek in samenwerking met Frans Rosier, mij voor aan zo een voetbalclubje. Toen ze hoorden dat ik uit Nederland kwam, wilden ze weten of ik soms net zo goed kan voetballen als Johan Cruijf.
Voordat ik kan reageren, presenteert Alvaro me als een neef van Cruijf. Nu zijn ze helemaal niet meer te houden. Ik zal en moet mijn voetbalkunsten aan ze vertonen en dat terwijl ik helemaal niet kan voetballen. Ik zit er mooi verlegen mee maar er zit niks anders op dan mee naar buiten te gaan en een potje met ze te voetballen. Ik slaag erin om hier en daar verdienstelijk tegen de bal te trappen. Ze geloven in me en dus valt het ze niet op dat ik er weinig van bak.
Gelukkig maakt Alvaro een einde aan de voetballerij. Bij ons vertrek word ik als een voetbalheld uitgezwaaid. Hun dag kan niet meer stuk, ze hebben gevoetbald met een achterneef of zoiets van Johan Cruijf. Dichterbij roem zullen we waarschijnlijk nooit komen. Achteraf gezien was het een goede zet van Alvaro om mij als neef van Cruijf te presenteren. Het was een leugentje voor bestwil bedoeld als troost voor een armoedig bestaan. Alvaro kent zijn pappenheimers.
(wordt vervolgd)
Socialisme en vooruitgang gaan toch prima samen. Was het immers niet al Karl Marx die de arbeidersklasse wilde opstuwen in de vaart der volkeren, weg uit hun armoedig bestaan?
BeantwoordenVerwijderen