woensdag 14 juli 2021

10. HET KAN VRIEZEN, HET KAN DOOIEN. GOD DE ZON

 

Een Offer ceremonie in de Codice Tudela waarbij een god een menselijk hart verslind.


Dat de zon groot is, onvoorstelbaar groot hebben de mensen altijd wel geweten. Per slot van rekening kun je hem niet missen. Hij is elke dag aanwezig met zijn licht en warmte. Een aarde zonder zon is ondenkbaar. Vooral in oude beschavingen was men zich terdege bewust van de betekenis van de zon voor het leven op aarde. Voor hen waren Zon en God dezelfde. Een zo grote kracht als de zon moest wel goddelijk zijn, heer en meester van het heelal. 

Zulke meesters moest je het naar de zin maken met af en toe wat gedegen offers. Echte flinke offers waar je als God tevreden over bent en de volgende dag wel weer aan de horizon wil verschijnen om de aarde warmte en energie te geven. Bekend is dat de Azteken of Mexica mensenoffers brachten om hun Goddelijke Zon als heer en meester van het universum te vriend te houden.

“In de Mexica mythologie, vanaf de hervormingen van Tlacaélel, was het offer het menselijke middel om het universum van zijn ondergang te redden, de overleving van de zon te verzekeren en daarmee het leven zelf. Een cyclus van 18.980 dagen herhaalde zich elke 52 jaar, op het einde waarvan de <Vijfde Zon> (Nahui Ollin) het gevaar liep voor eeuwig te verdwijnen en de aarde gedomineerd zou worden door de wezens van de nacht. Een vijand moest dus geofferd worden op de berg Huixachtépetl om nieuw vuur op te wekken, waarna menselijk bloed en harten periodiek de god moeten voeden voor de komende 52 jaar. De praktijk was tevens een strategie van dominantie: het garanderen van de privileges van de heersende klasse.” (Wikipedia,  Sacrificios humanos en la América precolombina)


Mensenoffers zijn van allen tijden. Zie de oudtestamentische Abraham die van God te horen kreeg dat hij zijn zoon Isaac moest offeren.
 

“En zij kwamen ter plaatse, die hem God gezegd had; en Abraham bouwde aldaar een altaar, en hij schikte het hout, en bond zijn zoon Izak, en leide hem op het altaar boven op het hout. En Abraham strekte zijn hand uit, en nam het mes om zijn zoon te slachten. Maar de Engel des HEEREN riep tot hem van den hemel, en zeide: Abraham, Abraham! En hij zeide: Zie, hier ben ik! Toen zeide Hij: Strek uw hand niet uit aan den jongen, en doe hem niets! want nu weet Ik, dat gij God vrezende zijt, en uw zoon, uw enige, van Mij niet hebt onthouden. Toen hief Abraham zijn ogen op, en zag om, en ziet, achter was een ram in de verwarde struiken vast met zijn hoornen; en Abraham ging, en nam dien ram, en offerde hem ten brandoffer in zijns zoons plaats” (Oude Testament, Genesis 22, vers 9 t/m 13) 

Het Nieuwe testament vertelt het verhaal van Jezus Christus, de Zoon van God die de kruisdood sterft als boetedoening voor de door de mensen begane erfzonde. Dat is ook een mensenoffer maar dan van ene goddelijke zoon. Dat offer wordt tot op de dag van vandaag ritueel herdacht in de Roomse Heilige Mis met het offer van brood als het lichaam van Jezus C. en wijn als zijnde zijn bloed.

Voor Christenen was de door God geschapen aarde met daarop alle leven waaronder ook de mensen vanzelfsprekend het middelpunt van het universum ook al wezen astronomische waarnemingen uit dat niet de aarde maar de zon het middelpunt is van ons heelal. Galileo Galilei (1563-1642) kwam uiteindelijk met overtuigende bewijzen dat niet de aarde en de mens maar de zon het middelpunt is van ons zonnestelsel. 

Het idee dat de mensen niet het middelpunt van de schepping zijn, was voor de Paus en de gelovigen ondraaglijk en dus werd Galileo in de kerkelijke ban gedaan.

“Galilei wordt beschouwd als de vader van de moderne astronomie. Op grond van de waarnemingen van Jupiters manen en vooral Venus' fasen kwam Galilei tot de conclusie dat de Zon in het midden van het zonnestelsel staat. Eerder dacht iedereen, op grond van wat men zag en op grond van de geschriften van Plato, Aristoteles en later Ptolemaeus, dat de aarde in het middelpunt van het gehele universum stond, en dat de zon, de planeten en alle sterren om de aarde heen draaiden. Dit was ook de opvatting van de Kerk. Galileo's interpretatie van zijn eigen waarnemingen was in strijd met het toen gangbare geocentrische model van Ptolemaeus, terwijl ze de heliocentrische theorie van Nicolaas Copernicus ondersteunde. “ (Wikipedia: Galileo Galilei)

Intussen weten we dankzij wetenschappelijke waarnemingen in de voetsporen van Galilei dat de zon vergeleken met de aarde onmetelijk groot is, zo groot dat het haast niet te bevatten is.

“Ze heeft een massa van zo'n 1,989 × 1030 kg (1989 quadriljoen ton), gelijk aan 332.946 maal de massa van de aarde. De Zon bevat 99,86% van de massa van het volledige zonnestelsel. Deze massa bestaat voornamelijk uit waterstof, in de buitenste lagen zo'n 91 molprocent of 70 massaprocent. Het andere veelvoorkomende element is helium, zo'n 9 molprocent of 28 massaprocent. In het centrum van de Zon, waar door kernfusie waterstof wordt omgezet in helium, is het gehalte aan waterstof vermoedelijk lager (35 massaprocent) en dat aan helium hoger (63 massaprocent).” (Wikipedia: De Zon)



Dat zonder zon geen leven op aarde mogelijk is dat hebben de Azteken ons al geleerd maar wat hij precies betekent voor ons klimaat is, is nog niet zo duidelijk.


(wordt vervolgd)

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten