vrijdag 9 oktober 2020

81. MIJN SPROOKJESJAREN ZESTIG: DE KUNST VAN HET IJS VENTEN

 

De gemotoriseerde ijskar

Eenmaal aangekomen bij een van de Maasdorpen tingel ik er flink op los met mijn ijskar bel. Kinderen en ouders lijken me te verwachten. Ze rennen op mijn kar af zodra ik stil sta. De kinderen volgen oplettend alles wat ik doe. Nog voor ik klaar ben met hun ijsje, strekken ze hun handen al uit naar het hoorntje met een bolletje ijs van 15 cent. Het geld valt rinkelend in mijn blikken koekdoosje dat ik in de gauwigheid op de kar heb gezet. Ondertussen wordt om me heen druk gekletst. Mijn ijskar is net een dorpspleintje.


Ik ben ondertussen een ijsjes smerende duizendpoot. Ik vraag wat ze willen, aardbeien of vanille ijs, in een hoorntje, bakje of tussen twee grote wafels, spoel mijn ijslepel in het bakje water, pak het hoorntje, bakje of wafel uit de koekendoos, smeer het ijs, noem de prijs en reken af.  Dat allemaal in een zo hoog mogelijk tempo om zoveel mogelijk klanten te kunnen bedienen. IJs venten vereist concentratie. Het is een kunst. 


Soms tref ik op de dijk vissers die een ijsje kopen voordat ze hun hengel in de Maas gaan uitgooien. Soms zwaaien vissers vanaf de oever dat ik moet stoppen. Een van hen hijst zich tegen de dijk omhoog. Hij is de man die trakteert. Dat kunnen wafels zijn met 3 dikke bollen ijs voor 50 cent of een bakje met 2 bollen ijs voor 25 cent. Tussendoor is er nog wat tijd voor klets over het weer, de vangst, de vissen, de Maas of wat dan ook. Het kwaad in de wereld is ver weg.

 
Op twee plekken in mijn ronde verkoop ik bij goed weer veel ijs, vooral op zaterdag en zondag. De eerste is die aan het kanaal in aanleg, vlak bij de brug van Macharen op een brede strook gras onder aan de dijk. Daar ligt altijd een hoop volk te zonnen. Een enkeling zwemt in het kanaal. Het is een gezellige drukte van jonge mannen en mooie meisjes. Zodra ik boven op de dijk met mijn ijskar stop, stromen ze toe in badpak. Ik begin als een razende ijs te smeren. 


Al snel zie ik de bodem van mijn bakken ijs. Normaal zou ik terug naar Oss moeten rijden om nieuwe voorraad te halen. Dat kost me al gauw een uur alleen al het op en neer rijden. Een kostbaar uur want ik verdien niks. Gelukkig is daar mijn vriendin Dora met de witte Taunus 12M van thuis. Zodra een bak leeg is, haalt ze met de auto een nieuwe bak. Dat is in een kwartier gepiept.


Een andere plek met een gegarandeerde hoge ijs omzet, is aan het pont van Megen, een noodzakelijke stop op de noord-zuid verbinding tussen Oss en Tiel. Dankzij de groeiende welvaart staan in het weekeinde na het middageten de Volkswagentjes en Opel Kadettjes in een lange rij te wachten op de overvaart op weg naar vertier elders. 


Om de tijd te doden, komen ze een ijsje halen. Staat er eenmaal eentje aan mijn kar dan volgt de rest als vanzelf. Aan mijn kar nemen ze alvast een voorschot op het nakende vermaak. Op het ritme van de kalme op en neer varende pont heb ik het druk met ijs smeren. Dora zorgt er ondertussen met de Taunus 12M voor dat mijn voorraad smeerijs op peil blijft. Zo kan het zijn dat ik op een mooie zomerdag zo maar vier bakken ijs leeg smeer.

(verschijnt elke vrijdag)
 

What do you want to do ?
New mail

1 opmerking: