vrijdag 21 augustus 2020

74. MIJN SPROOKJESJAREN ZESTIG, DE WATERPIJP

Huisgenoot B. verstaat als geen ander in huize Jacobslaan de kunst om met de waterpijp om te gaan.

We gaan door met experimenteren. Naast de joint komt de boerenkool en de soep met hasj. Er wordt space-cake gebakken en op een gegeven moment komt er dankzij B. een spiksplinter nieuwe waterpijp in huis, rechtstreeks via Duitsland uit Turkije ingevoerd. B. zelf is onze specialist in het aansteken van hasjblokjes in de waterpijp. Een waterpijp roken is zonder hasj al een rustgevende, ontspannen bezigheid, met hasj wordt het een gezelschapsspel waarbij de pijp stilzwijgend wordt doorgegeven als gaat het om een  geheimzinnig religieus ritueel waarbij de goden van dromen en fantasieën worden opgeroepen. De hasjlucht is de wierook die ik mij herinner van plechtigheden in de Roomse kerk.

Op zo een hasjavond merk je pas hoe anders iedereen reageert op de rook. Sommigen raken meteen zo ontspannen, dat ze loom en wel ter plekke in slaap vallen. Terug in de bewoonde wereld beweren ze niets gemerkt te hebben van de hasj behalve dan dat ze lekker hebben geslapen. Ik word actief van hasj. Meestal kom ik terecht in een dromenland  van nooit eerder gehoorde muziek en nog nooit geziene kleuren. Het zijn dromen maar anders dan gewone dromen. Heftiger ook maar ik kan ze evenmin navertellen. Ze zwerven ergens ver weg in mijn hoofd rond, verborgen voor mijn geheugen. Ze zijn ontoegankelijk. Hoe dat kan? Daar zou ik wel eens een wetenschappelijk antwoord op willen hebben.

 
Wat mij ook nogal eens overkomt is de zogeheten lach kick. De lulligste opmerkingen, de kleinste gebaren en de flauwste grappen maken me aan het lachen. Met mijn tegenspeler vorm ik een komische act of een avond vullende theatervoorstelling. Is de gewone wereld al absurd, onder invloed van hasj wordt het nog absurder. Gelukkig kan ik er om lachen.


Bij tijd en wijle vliegen mijn gedachten vrij als een vogel alle kanten op. Sterker nog ik wordeen vrije vogel in een onbegrensd universum. Ik laat alle sociale conventies, van stropdas tot gepoetste schoenen, achter mij. Hasj roken ondermijnt nog meer dan gewoonlijk mijn respect voor de bestaande culturele orde.

Ik ben opnieuw een speels kind, dan ernstig en dan lichtzinnig. De wereld is niet langer een werkplaats maar een speelplaats. Heb ik dit in mij of is dit het gevolg van hasj? Zat het al die tijd in een van de laatjes van mijn bewustzijn en heeft de hasj als het ware zo een laatje opengetrokken?  Een geval van kip of ei denk ik, maar het kan geen kwaad en dat is het belangrijkste.

(verschijnt elke vrijdag)

1 opmerking: