dinsdag 14 juli 2020

RACISME EN DISCRIMINATIE ALS UITINGEN VAN SOCIALE STRIJD


Kameroen 2004
In de tijd dat er bootvluchtelingen aankwamen in de Amerikaanse staat Florida uit het totaal verarmde Haïti, hoorde ik tot mijn grote verbazing dat de Haïtianen geen werk konden krijgen vanwege discriminatie door zwarte Amerikanen. Ze waren gewend aan armoede en lage lonen en dat was een bedreiging voor het zwarte Amerikaanse personeels in laag betaalde banen in de horeca enz.. De ene kansarme dreigde de andere kansarme op de arbeidsmarkt te verdringen. Vandaar de discriminatie van zwarte Haïtianen door zwarte Amerikanen.

Het is tragisch en ironisch tegelijk dat Haïtianen hun land ontvluchtten vanwege onderdrukking en armoede, terwijl Haïti het eerste land was dat zich door een opstand had bevrijd van de slavernij.

“Na een slavenopstand in 1791 keerde de bevolking zich tijdens de Haïtiaanse Revolutie tegen het Franse bewind in een opstand die werd geleid door Toussaint Louverture. Tijdens de vrijheidsstrijd, die dertien jaar duurde, versloegen de opstandelingen een door Napoleon gezonden leger en verklaarden zich op 1 januari 1804 onafhankelijk van het Franse moederland. Later dat jaar riep Jean-Jacques Dessalines, die Louverture na 1802 had vervangen als leider van de rebellen, zichzelf uit tot keizer Jacob I van Haïti nadat hij ook de naam van het gebied, Saint-Domingue, had gewijzigd in "Haïti". Uit haat tegen de Fransen liet hij alle nog in Haïti aanwezige blanken vermoorden en wettelijk vastleggen dat buitenlanders geen grond mochten bezitten. Door het witte deel uit de vlag van Frankrijk te verwijderen, ontstond de vlag van Haïti.” (Wikipedia: Haiti)
 

De bevrijding van de slavernij heeft Haïti niet bevrijd van armoede en ook geen vrijheid gebracht. Haïti is nog steeds het armste land op het Westelijk Halfrond en een van de armste landen in de wereld ondanks de vele hulp die het eiland de laatste decennia heeft ontvangen. Het is moeilijk vast te stellen waarom dit zo is. Het land wordt telkens opnieuw geregeerd door dictators en onkundige presidenten die of stelen of er een potje van maken. 

In Miami besefte ik voor het eerst dat racisme en discriminatie niet alleen een cultureel of politiek verschijnsel is maar ook een uiting kan zijn van een “onderhuidse” strijd om toegang tot de arbeidsmarkt en misschien ook wel andere markten zoals de woning en de huwelijksmarkt.

Ook in Nederland kan dit een rol spelen zij het minder dan elders omdat in Nederland de verzorgingsstaat de mensen aan de onderkant van samenleving behoed voor absolute misère. Maar verdringing blijft verdringing. Een  gevoelige markt in Nederland zou wel eens de woningmarkt kunnen zijn want er is in Nederland een permanent te kort aan woningen, vooral in de sociale sector. 

Geïnstitutionaliseerde discriminatie is in Nederland bij wet onmogelijk maar kan “onderhuids” toch plaatsvinden vanwege de omstandigheden op delen van de arbeidsmarkt, woningmarkt enz. Juist dat maakt het zo moeilijk om racisme en discriminatie te bestrijden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten